100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting functieleer, deel 1 (1e BA): volledige samenvatting met afbeeldingen van notities, slides en cursus $12.19
Add to cart

Summary

Samenvatting functieleer, deel 1 (1e BA): volledige samenvatting met afbeeldingen van notities, slides en cursus

 26 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van functieleer, deel 1 (voor 1e BA psychologie) gedoceerd door Johan Wagemans. De samenvatting is volledig en bevat alle info van de slides, de cursus en extra notities uit de les. Ook staan alle belangrijke afbeeldingen bij in de samenvatting. Deze samenvatting zou dus vol...

[Show more]

Preview 4 out of 107  pages

  • April 15, 2024
  • 107
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Functieleer
Hoorcollege 1: 27/09/2023

Functies vb. waarneming, geheugen, aandacht…

 Cursustekst ‘functieleer deel 1’ via cursusdienst (niet acco)!!! (in hoorcolleges illustraties en
vb)

Hoofdstuk 1: situering van psychologie als
wetenschap en functieleer als basisdomein
1.1 Oorspronkelijke definitie van psychologie vanuit traditionele
opvattingen over het geest-lichaam probleem

Oorsprong psychologie: samenvoeging Griekse begrippen ‘psyche’ (= ziel / geest) en ‘logos’ (=
woord / verhandeling  kennis / kunde)

 Psychologie = zielkunde / wetenschap van de geest
 Opm ziel / geest: = vaag  Engels: mind
 Plato: vrije wil is onderhevig aan de geest / ziel, er is samenhang tussen geest en lichaam 
“mind-body problem”

Descartes (1596-1650): dualisme (= geest en lichaam zijn gescheiden)

 “res cogitans” vs “res extensa” (= denkvermogen vs lichaam)
 Interactie tussen geest en lichaam gebeurd in pijnappelklier (=epifyse) (centraal in brein
tussen de 2 hersenhelften)
 Eigenlijk melatonineproductie door epifyse  theorie fout
 Afb 1 dia 41  pijn is een gevoel veroorzaakt door stimulatie huid die naar de hersenen
gevoerd wordt (= samenwerking lichaam – geest)
 Afb 2 dia 41  Waarneming: prikkel wordt door hersenen omgezet in een waarneming 
dan pas kan een respons gebeuren

Pupilgrootte slide 42:

- Reflexmatige controle hoeveelheid lichtinval = puur lichamelijk verschijnsel, volgt fysische
wetten (vb voor spiegel in donker, dan licht aan  eerst klein, dan groot)
- Of afhankelijk van interesse = mentaal fenomeen, heeft psychologische aspecten (interactie
tussen beeld en persoon)  wordt ook gebruikt in reclame (vrouwen in vb auto reclame:
grote pupillen zodat man zich begeerd voelt) (Vb Mondriaan schilderij)

Monisme: geest en lichaam zijn 2 aspecten van 1 entiteit

 2 versies:
- Materialisme:
- * ontologisch = materialisme: alleen het fysische bestaat echt
- * epistemologisch = reductionisme: alleen het fysische kunnen we bestuderen, kennen en
begrijpen

, - Idealisme
- * ontologisch = panpsychisme: alles in de natuur heeft een ziel
- * epistemologisch (extreme variant: idealisme  solipsisme): we kennen de werkelijkheid
enkel via onze zintuigen en ons denken

Fechner (1801-1887) = grondlegger psychofysica

 Verwerpt cartisiaans dualisme van lichaam en geest
 Aanhanger panpsychisme
 Geest en lichaam 2 fasetten van hetzelfde = monistische visie op relatie van het fysische en
psychische (vb tegelijk hol (vanbinnen uit) en bol (vanbuiten uit) bij bal)
 Psychofysica = relatie tussen psychische en fysische, de exacte wetenschap van de functionele
relatie tussen lichaam en geest
 Boek “Elemente der Psychophysik” (1860) = start psychofysica en mijlpaal in de ontwikkeling
van de psychologie als wetenschap

1.2 Hedendaagse definitie van psychologie vanuit de visie op
complexiteit van de psychologie
Hedendaagse opvatting:

- Mentale processen gebonden aan fysische systemen, maar niet te reduceren tot fysische
processen
- Psychologie = de wetenschap van het gedrag en de factoren die het gedrag beïnvloeden (zgn.
gedragsdeterminanten)
 Zowel fysisch als mentaal
 Zowel zichtbaar als verborgen (“black box”)
 Vaak meerdere factoren
 Vaak complexe wisselwerking (interacties, dynamiek)

Dia 53: quote Ivan Pavlov: “Don’t become a mere of facts, but try to penetrate the mystery of their
origin”  alleen observeren van gedrag is niet genoeg om het te begrijpen

Voorbeelden van studies:

1. Roschach (1884-1922): inktvlekkentest  iets zien in een inktvlek waardoor je iets over een
persoon kan afleiden, persoon projecteert elementen van zijn persoonlijkheid in zijn
antwoorden
 Elke betekenisloze prikkel moet komen van de persoon zelf
Wat doet de inktvlekken werken?:
- Vlekken geen afbeelding van bestaande dingen, maar zijn niet totaal vormloos
- Grafische elementen vb. vorm, symmetrie, beweging, achtergrond, kleur, schaduw
Vorm:
 Moeten voldoende vaag zijn om meerdere interpretaties toe te laten, maar niet te
vaag anders gewoon inktvlek
 quote dia 62: we zoeken in onze hersenen een geheugenbeeld dat een overeenkomst
vertoont met de inktvlek ‘duurt enkele sec)  interpretatie komt tot stand)
 Bevat gehele afzonderlijke componenten en kleine details
 Pareidolia: gezichten of dieren herkennen in bv wolken vb duivel in rookwolk twin-
towers

Symmetrie:

,  Vernietigd indruk van toeval
 Makkelijk te interpreteren door geïnhibeerde personen = mensen die niet durven
zeggen wat ze zien, die bang zijn om hun ziel bloot te leggen (leiden tot sym fig zoals
vlinders, vleermuizen…)

Andere aspecten:

 Beweging (M response)
 Figuur-achtergrond, witruimte
 Kleur vb rood: bloed en geweld  “color shock”: meer emotionele responses

- Bespreking:
 De interpretatie van een onduidelijke prikkel wordt door meerdere processen beïnvloedt:
 Verwerking van “input” beeld
 Geheugen (oproepen beelden gekende voorwerpen)
 Emotionele reacties
 Interpretaties ifv persoonlijkheid, verlangens, onbewuste drijfveren…
 Psychologie is nomothetisch of ideografisch (klinisch vooral ideografisch)
Nomothetisch: algemene wetten (voor iedereen hetzelfde)
Ideografisch: specifieke factoren (individueel verschillend)



2. Hawthorne onderzoek (Plaats in VS, 1920) (arbeiderspsychologie)
 Hoe arbeiders meer doen produceren?
 Hypothese: verbeterde werkomstandigheden  verhoogde arbeidstevredenheid 
verhoogde productie
 Dia 69: werkomstandigheden (externe factor), arbeidstevredenheid (relatie, schakel),
productiviteit (factor in gedrag)
 Na verbeterde werkomstandigheden inderdaad verhoogde productie
 Na terug schrappen goede werkomstandigheden toch goede productiviteit
Door deelnemen aan onderzoek  arbeiders ondervonden waardering / erkenning 
verhoogde productiviteit
 Oorzaak verhoogde productiviteit was niet de verbeterde werkomstandigheden, maar de
erkenning / waardering

 WC-DiP = wetenschappelijk correct denken in de psychologie
 Plausibele (= waarschijnlijke / aannemelijke) verklaring niet altijd juist
 Altijd controle nodig
 Vaak meerdere verklaringen mogelijk
 “Popper’s falsification” = niet enkel zoeken naar bevestiging van hypothese, ook proberen om
hypothese te weerleggen



Hoorcollege 2: 28/09/2023



Inschrijven werkcolleges!

, S = structuur

3. Betula studie: Zweedse studie over achterhalen welke factoren bepalend zijn voor “succesvol
ouder worden” (vroegtijdig opsporen dimentie)
 Grootschalig populatie onderzoek
 Longitudinaal = zelfde mensen worden onderzocht op meerdere tijdstippen
 Cross-sectioneel = onderzoekers onderzoeken op 1 bepaald tijdstip 1 aspect
 Dia 9: T = tijdstip, S = steekproef
 Cognitieve variabelen  taken ivb met geheugen
 Niet-cognitieve variabelen  lichaamsfuncties (vb. stress, hormonen)
 Variabelen tussen cognitief en niet-cognitief (vb. opleidingsniveau, sociaal leven)


Resultaten:

 Stroke = hersenbloeding  bij succesvolle ouderen niemand hersenbloeding, hoe minder
succesvol hoe meer ouderen een hersenbloeding
 Vrouwen worden gemiddeld succesvoller ouder
 Hoe beter opgeleid, hoe succesvoller ouder worden
 Kans op succesvol ouder worden hangt af van eigen tanden hebben (MAAR: nog tanden
hebben kan samenhangen met financiële middelen  hangt samen met jaren gestudeerd)
Mensen die gestudeerd hebben leven gemiddeld gezonder  worden succesvoller ouder =
correlaties

WC-Dip:
 Complexe samenhang tussen onafhankelijke en afhankelijke variabelen = correlatie
 Correlatie is niet gelijk aan causatie (oorzakelijke verbanden)
 Vuistregel: “Ocam’s razer”  een eenvoudige verklaring met zo weinig mogelijk factoren is
meestal de beste



Dilthey (1833-1911):

- Onderscheid natuurwetenschappen en menswetenschappen
- Natuurwetenschappen: gericht op verklaren (= erklären) van wetmatigheden in de natuur
(krachten van buitenaf vb zwaartekracht)
 Natuurfenomenen te erklären doordat externe krachten die van buitenaf op levenloze
materie inwerken onveranderlijk zijn
 Laat herhaling in laboratoriumomstandigheden toe waardoor wetmatigheid achterhaald kan
worden
- Menswetenschappen / geesteswetenschappen: gericht op begrijpen van de mens en zijn
geschiedenis (geen vaste wetten  ondergaan evolutie)
 Geen product van krachten, maar voortbrengsel van langdurige samenwerking tussen
mensen
 Levende systemen met interacties tussen mensen onderling en de complexe systemen die ze
voortbrengen
- Besluit: natuurwetenschappelijke benadering ongeschikt voor bestuderen menselijke
werkelijkheid
- Implicaties psychologie:
 Totale ervaring moet tot onderwerp komen, niet ervaring beperkt tot aantal factoren in labo

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunavanhamel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.19. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$12.19  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added