Geowijzer – Hoofdstuk 3. Landschappen in Nederland
3.1 – Zandlandschap
Ontstaan zandlandschap
- De laatste ijstijd bereikte Nederland niet. De zeespiegel daalde
enorm waardoor de Noordzee droog kwam te liggen. In Nederland
was een poolklimaat, waardoor alle vegetatie dood ging
- De zandlaag die overbleef, wordt dekzand genoemd
o Vaak vele meters dik
Bewoning zandlandschap
- Zandgronden waren erg dun bevolkt vroeger
o Sommige mensen woonden in een esdorp
Boerderijen rondom een es of plein
o Akkerbouw werd mogelijk door het potstalsysteem
Veeteelt in dienst voor akkerbouw
Gemengd bedrijf
Ontstaan van grote essen
o Zand is onvruchtbaar en mest komt van het vee
Dit vee loopt op woeste grond
Koeien graasden op groengronden
Gemeenschappelijke weidegronden
- Door veranderingen in de landbouw groeide de bevolking op
zandgronden
o Uitvinding van kunstmest
o Ontginning van heidevelden
- Midden 20e eeuw ging veel akkerbouw naar veeteelt
o Veel schaalvergroting, specialisatie en intensivering
Bio-industrie
Kostenbesparing, arbeidsbesparing en uitgebreide
mechanisatie
Landinrichting
- Door specialisatie en mechanisatie van de landbouw werden grotere
percelen mogelijk
o Veel ruilverkaveling
o Grotere kavels waren makkelijker te bewerken
o Drainage op grote schaal
- Zandwegen werden rechtgetrokken en geasfalteerd
- Landinrichting
o Herinrichting van het eentonige landschap met meer aandacht
voor landbouw, natuur, recreatie en leefbaarheid
3.2 – Lösslandschap
Ontstaan lösslandschap
- Toen alle continenten nog één waren, lag Nederland rond de
evenaar. Nederland bestond vooral uit moeras van veen. Toen dit
veen bedekt werd met zand en klei, veranderde het veen in
steenkool
, - Op de plek waar nu Limburg ligt, lag vroeger een groot koraalrif.
Hier leefden een groot aantal kalkdiertjes. De dode kalkdiertjes
vormen nu het mergel (kalksteen)
- In het quartair (tussen 2.5 miljoen jaar geleden en nu) is in Limburg
löss neergelegd. Nederland was in de laatste ijstijd een poolwoestijn.
Toen zijn alle kleinste deeltjes zand (löss) richting Limburg gewaaid
3.3 – Veenlandschap
Ontstaan veenlandschap
- Laagveen is ontstaan onder invloed van de zee en rivieren
o Het basisveen bestaat uit veenplanten. Als die overspoeld
worden door de zee, komt er een laag zeeklei op te liggen.
Door de stijging van de zeespiegel, groeit het basisveen tot 1
meter boven NAP
o Hollandveen is ontstaan in moerasgebieden. In het moeras
komt af en toe water met jonge rivier-/zeeklei
- Hoogveen is ontstaan in gebieden die hoger dan 1 meter boven NAP
liggen. In het noorden van Nederland is de ondoorlaatbaarheid van
de bodem en in het zuiden de dikke keileem
Bewoning veenlandschap
- Vanaf de 10e eeuw worden laagveengebieden bewoond. Men
woonde er op hogere delen (dijken) en gebruikten de lage delen
voor akkerbouw. Na 400 jaar kwamen de bewoners tot de conclusie
dat het land echt te nat was voor akkerbouw en gingen ze over op
veeteelt
- De hoogveengebieden werden nauwelijks bewoond. Het land was
niet vruchtbaar en alleen schapen bleven over aan de keuze in
veeteelt
Turf baggeren of steken
- Vanaf de 17e eeuw is er systematisch begonnen met ontginning voor
turfwinning
o In laagveengebieden lag het turf onder NAP en de ontginning
ging door middel van baggerbeugels. Dit natte turf werd
gedroogd en in langwerpige blokken gesneden
Loosdrechts plassen, Beemster, Haarlemmermeer
o In hoogveengebieden werd turf gestoken. Lange kanalen
werden gegraven speciaal om het turf te vervoeren
Stadskanaal, Barger-Compascuum
3.4 – Zeekleilandschap
Ontstaan zeekleilandschap
- Oude zeeklei is neergelegd op plekken waar basisveen lag en dus
vaak overstroomde
- Hoe lager de stroomsnelheid van het water, hoe meer zeeklei er
wordt afgezet
- De nieuwe zeeklei ligt op plekken als strandwallen, die vroeger
vaker en sneller overstroomden. Op plekken waar veen was
weggehaald. Ligt er een laag jonge zeeklei op een laag oude zeeklei
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller danarona. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.