Geowijzer – Hoofstuk 4. Nederland en het water
4.1 – Hoog en laag water
Neder-land
- Nederland betekent laaggelegen land
o Globaal gezien 1 meter onder NAP (Normaal Amsterdams Peil)
o Nederland is het laagste punt van Europa
- Inklinking is het proces van bodemdaling doordat er water verdwijnt.
Als de bovenlaag van de boden droog is door ontwatering, klinkt hij
in en komt dichterbij het grondwater te liggen
o Dit proces is al eeuwen aan de gang, waardoor de boden
behoorlijk veel lager ligt dan het oorspronkelijke niveau
- Aardgaswinning laat de bodem ook zakken
o Een gasbel wordt op 2 tot 4 km diep weggehaald, waardoor er
een gat ontstaat en de boden daar in zakt
Wonen op hoogte
- Mensen woonden vroeger vooral op lagergelegen gebieden. Ze
zetten hun huizen op terpen, zodat het water de huizen niet
bereikten bij overstromingen
Poldersysteem
- Door het bouwen van dijken wordt het water uit de zeeën
buitengehouden, maar het water binnen de dijken moest nog wel
afgevoerd kunnen worden naar de zee
o Polders: stukken land waar de mens de waterstand regelt
Sluisdeuren in de dijk die tijdens eb door druk van het
water zelf open gaan waardoor het overtollige
binnenwater naar zee stroomt
Werkt alleen wanneer de waterstand binnen de
dijk hoger is dan het zeewater bij eb
Afwateren met een vijzel: een molen draait de vezel met
behulp van windkracht, waardoor het water omhoog
gehaald wordt
- In het poldersysteem verzamelt het water zich in sloten, waarna het
uitkomt in de hoofdvaart
o Het gemaal dat het water van een lager naar hoger niveau
brengt, staat aan het einde van de hoofdvaart
o Het water komt in een tijdelijke opslagplaats: de boezem
Soorten polders
- Rivierkleipolders
o Rond de Rijntakken en gebieden langs de benedenloop van de
Maas
o Systeem van zomerdijken, uiterwaarden en winterdijken
o Op plaatsen waar ooit een doorbraak is geweest, is door het
kolkende water een gat ontstaan die te diep is om op te
vullen. Er werden dijken omheen gelegd
Wielen
- Veenpolder
, o Utrecht en Holland
o Moerassig gebied dat ontwaterd moest worden, door vanuit
een hoger gelegen ontginningsbasis een weg, een rivier of
kanaal en sloten te graven, om de 1250 meter werd een
wetering (brede dwarssloot) aangelegd als ontginningsbasis
o Door de ontwatering kwam het gebied steeds lager te liggen
- Zeepolder (bedijkingen)
o Noorden van Friesland, Groningen en het westen van Zeeland
en Holland
o Bij elke vloed en storm liet de zee een laagje slib achter. Het
gebied werd zo steeds hoger en liep alleen bij hoge vloed
onder en werd een kwelder genoemd
o Dijken werden gebouwd op de kwelders
o Het slib bleef tegen de dijk aan plakken, waardoor er na een
poos een nieuwe dijk geplaatst kon worden
- Droogmakerij
o Polder die ontstaan is door het leegpompen van meren of
delen van de zee
o Als een meer wordt leeggepompt, legt men om het meer
parallel twee dijken (ringvaart) waar het water uit het meer
wordt ingepompt
De ringvaart staat in verbinding met een tijdelijke
opslagplaats (boezem)
Omdat sommige plassen zo diep waren, plaatste
Leeghwater molens achter elkaar om zo het water weg
te krijgen
4.2 – Zuiderzeewerken
De Zuiderzee
- Tot 1932 lag de Zuiderzee op de plek waar nu het IJsselmeer en de
IJsselmeerpolders liggen
o Open verbinding met de Noordzee
Veel grote overstromingen
Watersnoodramp 1916
- Na de grote overstroming wordt er besloten dat de Zuiderzeewerken
aangelegd worden
o Twee jaar later werd de wet getekend die de bouw van de
Afsluitdijk en de inpoldering van grote delen van het
IJsselmeer mogelijk maakt
o Cornelis Lely en Jan Adriaanszoon Leeghwater
De Afsluitdijk
- Van 1920 tot 1024 werd gebouwd aan het Amsteldiepdijk
o Wieringen vast aan Noord-Holland
- Van 1927 tot 1932 werd gebouwd aan de Afsluitdijk
- Belangrijk voor de waterhuishouding
o Via de IJssel water in het IJsselmeer
Als er teveel water in het IJsselmeer staat, gaan twee
grote sluizen open
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller danarona. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.