DEEL I. WAT IS RECHT?
1. KENMERKEN EN DEFINITIE VAN HET RECHT
Het recht heeft de volgende kenmerken:
Wat? Het is een geheel van regels: sommige zijn regels die de instellingen en procedures voorzien voor
de toepassing en afdwinging van het recht, andere bepalen de instellingen en procedures om
bestaande regels te wijzigen.
Waarom? Die regels hebben als doel de maatschappij te ordenen.
Wat als? De overtreding/niet-naleving van die regels wordt gesanctioneerd door een wettelijk voorzien
systeem van sancties.
Van Die regels worden opgelegd door de maatschappij, via haar vertegenwoordigers
waar?
In één zin is het recht te definiëren als de geïnstitutionaliseerde ordening van het menselijke handelen in de
samenleving. Of nog anders: het recht is het geheel van afdwingbare regels die het menselijke handelen in de
samenleving ordenen.
1.1 Objectief recht versus subjectieve rechten
Objectief recht = rechtsregels die uitgedrukt zijn in Subjectief recht = een in het rechtssysteem erkende
algemene, abstracte bewoordingen: ze staan los bevoegdheid om naar eigen goeddunken bepaalde
van concrete personen en situaties waarop ze handelingen te stellen: dus telkens als objectieve
toepasbaar zijn. rechtsregels toepassing vinden in concrete situaties
vb. art. 544 BW en op concrete personen.
vb. buurman die altijd over je eigendom loopt om naar
de straat en de wet gaan toepassen op je eigen situatie
rechtsobject = voorwerp van recht rechtssubject = drager subjectieve rechten en
plichten
1.2 Rechtsmisbruik
Dit betekent dat een op het eerste gezicht rechtmatige handelwijze zodanig tegen de borst stuit dat ze als een
misbruik van recht wordt beschouwd en uiteindelijk als een onrechtmatige handelwijze wordt gekwalificeerd.
Vb. principe-arrest: twee huizen van eigenaars A en B staan naast elkaar en A heeft met een halve steen gemetst
op het huis van B dus hij eist dat het huis van A volledig afgebroken wordt. De rechtbank oordeelt dat B
rechtsmisbruik pleegde door voor zoiets klein zo’n grote en verregaande eis te stellen.
1
, 1.3 Verjaring
Twee soorten:
- Bevrijdende verjaring = je wordt door verloop van tijd bevrijd van een verbintenis.
- Verkrijgende verjaring = je verkrijgt door verloop van tijd bepaalde rechten.
Vb. A vindt dat zijn stuk land te klein is en wilt uitbreiden. Hij gaat
zaaien op het deel van B.
B zegt hier niets over dus na 30 jaar is dat stuk grond van A.
Schorsing = B heeft een zoon van 16 jaar op het moment dat hij overlijdt, nadat A al 20 jaar gezaaid heeft op zijn
stuk grond. Totdat de zoon 18 jaar is, wordt de verjaring geschorst. Achteraf moet A nog 10 jaar wachten tot het
van hem is.
Stuiting = na 20 jaar komt er een vordering van de eigenaar van het stuk grond. De verjaringstermijn begint dan
opnieuw te lopen.
1.4 Schema: belangrijk onderscheid
‘Rechtens relevante feiten’
Gebeurtenis Feiten en toestanden die bestaan buiten elk aanwijsbaar menselijk handelen.
vb. leeftijd, overlijden
Rechtsfeit Feiten, gevolg van concrete menselijke handeling waarmee geen rechtsgevolgen
beoogd worden, maar waaraan de wet rechtsgevolgen verbindt.
vb. iemand aanrijden en geen omnium hebben, dan moet je toch schade betalen ook al
heb je dit niet zelf gewild ‘onrechtmatige daad’.
Rechtshandeling Feiten, gevolg van menselijk handelen waarmee rechtsgevolgen worden beoogd.
vb. overeenkomst.
‘Rechtens irrelevante feiten’ vb. sluikstorten, gasboetes, …
3. HET OBJECTIEF RECHT INGEDEELD
Een klassieke basisindeling van het recht:
Privaatrecht Regelt de verhouding tussen de burgers onderling.
Publiek recht Regelt de verhouding tussen burgers en de overheid, de interne organisatie van de
overheid en ook de verhoudingen tussen staten.
Vb. Het stelen van een handtas: voor de overheid is diefstal een maatschappelijk probleem, dus valt het onder het
publiek recht.
Regelt de verhouding tussen de burgers onderling door hun subjectieve rechten vast te leggen.
Het bepaalt:
- Welke subjectieve rechten de burgers toekomen of welke ze kunnen verwerven, vb. eigendomsrecht.
- Hoe ze die subjectieve rechten kunnen verwerven, vb. door een overeenkomst.
- Hoe en bij welke instellingen zij hun subjectieve rechten kunnen laten gelden wanneer die door
medeburgers niet worden gerespecteerd, vb. recht op schadevergoeding.
Dergelijke beschikkingen over subjectieve rechten gebeuren via rechtshandelingen:
Aanvullend Regels die als een soort vangnet gelden wanneer partijen hier onderling niets over
recht hebben afgesproken: partijen mogen er van afwijken in hun contract.
Vb. trouwen: als je zelf niets hebt geregeld dan trouw je via het gemeenschappelijk
stelsel.
Dwingend De overheid beperkt de vrijheid wegens morele, politieke, economische en sociale
recht redenen: de rechtshandelingen van burgers moeten, meestal op straffe van nietigheid,
overeenstemmen met die regels van dwingend recht.
Vb. woninghuur: duurt 9 jaar en je mag er niet van afwijken.
A. Burgerlijk recht
= regelt zowat de meest elementaire verhoudingen tussen de burgers. Iedereen wordt vroeg of laat met een groot
deel van de regels ervan geconfronteerd, vb. statuut van de persoon, huwelijk, erfenissen.
B. Handels- en economisch recht
= het handelsrecht regelt het statuut van de handelaars en commerciële activiteiten: het is geleidelijk aan
geëvolueerd naar het economisch recht. De overheid is immers steeds meer gaan ingrijpen in het economische
leven en dit met als doel hetzij concurrenten, hetzij consumenten te beschermen. Het omvat ook het
ondernemingsrecht en vennootschapsrecht. De meeste procedures worden behandeld in de
ondernemingsrechtbank (eerste aanleg) en de hoven van beroep.
C. Arbeidsrecht
= regelt de verhouding tussen (privé)werkgevers en werknemers, die arbeid presteren in ondergeschikt verband.
Het valt uiteen in:
1) Individueel arbeidsrecht = het geheel van regels die betrekking hebben op een individuele arbeids-
verhouding tussen werkgever en werknemer: het bepaalt de rechten en verplichtingen van beide partijen
aan een arbeidsovereenkomst.
2) Collectief arbeidsrecht = regels die van toepassing zijn op werknemers en werkgevers van een bepaald
bedrijf, in een specifieke sector of nationaal: deze collectieve regels komen tot stand via
onderhandelingen tussen werknemersorganisaties, een of meerdere werkgevers of
werkgeversorganisaties.
D. Privaatrechtelijk procesrecht
= regelt de organisatie en de bevoegdheid van de privaatrechtelijke rechtscolleges en ook het verloop van
privaatrechtelijke procedures.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fctfran. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.15. You're not tied to anything after your purchase.