Deze samenvattingen zijn heel uitgebreid. Dit wil zeggen dat alle voorbeelden uit de cursus/ PPT ook in deze samenvatting staan. Zo hoed je enkel tijdens het studeren dit document te bekijken.
Als we het hebben over woordenschat, dan hebben we het over meer het aantal woorden dat we
kennen (breedte van woordenschat). Ook over de associaties we met woorden hebben en de
hoeveelheid info die we kunnen geven over de woorden (diepte van woordenschat). Diepte kunnen
we weergeven in een woordweb.
Diepte van woordenschat ontwikkelt zich tijdens de jaren en is een belangrijke voorspeller voor
begrijpend luister- en leesvaardigheden.
Expliciete woordenschatverwerving
Aandacht voor taalontwikkeling = taal leren is een sociaal gedreven proces waarbij we dus moeten
focussen op de ontwikkeling van de communicatieve vaardigheden van kinderen. Dit doen we door
taalruimte te bieden en aandacht te hebben voor de expliciete woordenschatverwerving.
Om actief of passief te kunnen deelnemen aan een gesprek hebben we woorden nodig. Bovendien
heeft niet elke kleuter een even grote of rijke woordenschat.
De uitgangspunten van vroege woordenschatverwerving (zie ook filmpje contactmoment)
1) labelen = kinderen zien een voorwerp en kunnen zeggen wat het is bv. een fles
=> volwassenen praten volop met de kls en benoemen steeds dezelfde personen, voorwerpen en
activiteiten voor de kls. Woorden werken in dit vroege stadium als een soort labels die op dingen
en acties om kls heen geplakt zijn. Kls ervaren met al hun zintuigen allerlei aspecten van hun
dagelijkse beslommeringen. Door te labelen maken de volwassene in een voortdurende
herhaling aan de kls duidelijk welke woordvormen daarbij horen.
2) categoriseren = er wordt een onderverdeling gemaakt bv. een zijn nog veel andere flessen
=> kls in deze fase zijn niet meer alleen bezig met het vinden van labels, de naamkaartjes
voor hun specifieke individuele wereld. Ze ontdekken dat voorheen losse begrippen ook
overlap hebben in betekenis of dat bepaalde begrippen juist tegenovergesteld zijn aan
elkaar: ze leren wat op een bepaalde manier bij elkaar hoort. Kls ontdekken dat er
verbindingen bestaan tussen alle bekende woorden en tussen groepen woorden en er
ontstaat een netwerk.
3) netwerkopbouw = de kleuters gaan een netwerk opbouwen en gaan door hebben dat er
verschillende relaties zijn onder woorden bv. vogel en hond -> zijn allebei dieren die naar je toe
kunnen komen
=> het draait om het ontdekken en vastleggen van verbanden tussen woorden. Allerlei
mogelijke verbindingen tussen woorden en begrippen kunnen we uiten als een netwerk van
knopen en lijnen. De lijnen (de verbindingen) kunnen dunner en dikker uitgebeeld worden
om de kracht van de verbinding tussen de knopen (de begrippen) weer te geven.
Als er nieuwe woorden aan het netwerk worden toegevoegd vindt er een groei en
verbreding van de woordenschat plaats. Als er nieuwe lijnen ontstaan tussen bestaande
nieuwe elementen dan hebben we het over verdieping van het totale netwerk. Op deze
manier ontstaat nieuwe woordkennis. Om dit te bereiken is het belangrijk om over de
, relaties tussen de woorden te praten en deze relaties in schema’s weer te geven en te
benoemen.
Woordenschatonderwijs: 6 krachtige adviezen (zie ook filmpje contactmoment)
1) maak van je lokaal een rijke leeromgeving
=> al dan niet geholpen door de taal- of zaakvakmethode kun je zelf kiezen welke woorden je
in die betekenisvolle context aanbiedt, maar woordleermomenten kunnen zich natuurlijk ook
spontaan voordoen.
2) wees consequent in het herhaald aanbieden van woorden in verschillende contexten
=> een nieuw woord moet vaak en planmatig, bewust en in verschillende contexten
aangeboden worden om te kunnen worden aangeleerd.
3) benoem verschillende aspecten van een nieuw woord
=> het is goed om veel aspecten van een nieuw woord te benoemen. Denk hierbij aan diverse
aspecten van de vorm, betekenis en het gebruik van het woord waardoor de betekenisveld in
de breedste zin in beeld komt. Bv. een appel: 1 appel, 2 appels, is een rond stuk fruit, heeft in
het midden een klokhuis, … door al deze aspecten duidelijke te maken is de kans op
meerdere verbindingen in het bestaande netwerk groter en dat bevordert weer de diepe
woordkennis.
4) bied woorden aan in een sociale, interactieve context
=> alleen maar passief luisteren is niet erg krachtig. Samen met de Kl en de andere kls in de
groep goede gesprekken voeren en zo kennis opbouwen is effectief. Begrippen benoemen en
visueel presenteren eveneens. Probeer de woorden dicht bij de beleving van de kls te krijgen.
Hoe authentieker de beleving, hoe beter de woorden bijblijven.
5) maak relaties tussen woorden zichtbaar
=> giet dit in een schema en geef die mininetwerken een plaats in de klas. Kls krijgen een
duwtje in de rug bij het kennis maken met nieuwe woorden wanneer die woorden en hun
verbanden met behulp van grafische modellen zichtbaar worden MAAR hoe dit zo authentiek
mogelijk! Dit helpt hen bij de verwerving van deze netwerken.
6) doe hardop denkend een aantal leerstrategieën voor
=> er zijn nog andere strategieën waar kls veel baat aan kunnen hebben als ze zelfstandig een
betekenis moeten kunnen achterhalen. Bv.
- het zoeken naar aanwijzingen in de tekst of afbeeldingen bij de tekst
- het gebruik maken van woorddelen en van voor- en achtervoegsels
- hulp zoeken bij anderen of bij woordenboeken en andere naslagwerken
Als KL speel je hier een belangrijke rol!
BESLUIT: het aanschouwelijkheidsprincipe = werk met grafische modellen (=de kracht van
het grafische model zit in het feit dat leerlingen in één oogopslag zien hoe een aantal
woorden met elkaar verbonden zijn) en maak hier een gewoonte van!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laureboone1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.68. You're not tied to anything after your purchase.