Methodologie deel 1 met werkcollege: ontwikkeling van vraagstelling met inbegrip van bronnen (C00A2A)
All documents for this subject (20)
Seller
Follow
nettebruyndonckx
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 1: Inleiding
1. De onderzoekscyclus
2. Keuzes bij het uitwerken van een onderzoeksopzet
2.1. Deductief VS inductief
Deductief Inductief
- DEF = vanuit een theorie vertrekken - DEF = vanuit de empirische realiteit
en die “testen” (of verder vertrekken en een theorie ontwikkelen
ontwikkelen) in de empirische - Van specifiek naar algemeen
realiteit. - Van beneden naar boven
- Van algemeen naar specifiek - Ik heb geen hypothese, ik ga wel zien wat
- Van boven naar beneden ik vind
- Van hypothese naar empirische - Je gaat eerst onderzoek doen in de
werkelijkheid werkelijkheid, je begint met je
- Door de bril van een conceptueel dataverzameling en daaruit ga je een
kader kijken naar de empirische theorie ontwikkelen
realiteit - DOEL = Theorie ontwikkelen
- DOEL = Theorie testen
Continuüm met tal van mogelijke tussenposities, bijv.
= Je blijft een mens, een onderzoeker met een achtergrond die naar mensen luistert dus
zuiver onderzoek is in de praktijk best moeilijk
Hoofdzakelijk inductief onderzoek, maar met enige theoretische voorkennis
Hoofdzakelijk deductief onderzoek, maar met inductieve fase als de hypothese
gefalsifieerd zou zijn
2.2. Eenmalig VS iteratief
Eenmalig Iteratief
﹘ DEF = onderzoekscyclus wordt
﹘ DEF = onderzoekscyclus wordt
doorlopen als stringent (vast)
herhaaldelijk doorlopen.
schema.
﹘ Eenmalig doorlopen ﹘ Iteratief/herhalend
van onderzoekscyclus, doorlopen van
elke stap wordt 1 keer onderzoekscyclus
doorlopen ﹘ Vaker bij kwalitatief
﹘ Vaker bij kwantitatief onderzoek
onderzoek ﹘ 1e testen
aanpassen = 2e
1
, ContinuÜm met tal van mogelijke tussenposities, bijv.
= Hoofdzakelijk eenmalig doorlopen van onderzoekscyclus, maar met een kleine iteratie in
de vorm van een beperkt bijkomend onderzoek
è Vooral kwantitatief onderzoek, dus vooral eenmalig doorlopen
è Kleine hoeveelheid kwalitatief onderzoek, dus in mindere maten herhalend/iteratief
doorlopen
2.3. Beschrijvend VS verklarend
Beschrijvend Verklarend
- DEF = 1 variabele of 1 fenomeen op - DEF =
zich beschrijven. Zuivere vorm: experimenten of quasi-
- Wie, wat, waar, wanneer, hoeveel? experimenten
- Louter feiten beschrijven Maar ook:
- Voorbeelden Longitudinaal kwantitatief onderzoek
Hoeveel gevangenen zijn er in Bepaalde vormen van kwalitatief
België? onderzoek
Wat is de prevalentie van - Hoe, waarom?
stalking onder - Oorzaken en redenen achterhalen
universiteitsstudenten in - Voorbeelden
Vlaanderen? Heeft het plaatsen van
Op welke manier worden onbemande camera’s een
slachtoffers van delicten impact op het aantal
opgevangen in het snelheidsovertredingen?
politiekantoor? Welke factoren verklaren
recidive na een verblijf in de
gevangenis?
Verschillende visies op invulling ‘beschrijvend’ en ‘verklarend’
Enge opvatting van verklarend onderzoek EN DUS brede opvatting van beschrijvend
onderzoek
Alles wat niet focust causale relaties, is beschrijvend onderzoek
Vb. Wikström: risicofactoren VS causale
factoren
Brede opvatting van verklarend onderzoek EN DUS enge opvatting van beschrijvend
onderzoek
Van zodra onderzoek focust op samenhang of risicofactoren is het verklarend
onderzoek
Wees steeds duidelijk en wees voorzichtig met de brede opvatting van verklarend
onderzoek
Wat met verklaringen door respondenten zelf?
Is meestal niet verklarend, maar eerder een beschrijving van verklaringen
door respondenten
Slechts onder heel strikte voorwaarden kan dit echt als verklarend onderzoek
beschouwd worden
Bv. geslacht = risicofactor
Je hebt als man meer kans om gewelddadigere criminaliteit te plegen, maar het is niet DE
reden waarom
Wat is dan wel de reden?
Er zijn biologische verschillen
Misschien te maken met machtsverhoudingen
Leeftijd
Te maken met opvoeding
Verklarend onderzoek WANT je doet onderzoek naar risicofactoren, oorzaken of redenen
2
, 2.4. Waardenvrij VS normatief
Waardenvrij Normatief
= positivisten = kritische criminologen en feministen
- DEF = waardeoordelen van - DEF = waardeoordelen van
onderzoeker en opdrachtgever onderzoeker spelen uitdrukkelijk
spelen zo weinig mogelijk. een rol in het onderzoek.
- Het onderzochte is een “object” - Vb. kritische criminologie
buiten de onderzoeker Bedoeling is niet alleen wereld
Is kwantitatief onderzoek niet beschrijven en verklaren, maar
altijd objectief en waardenvrij? ook veranderen
Zowel de onderzoeker als het - Hun kritiek op waardenvrij
onderzochte zijn mensen, wetenschappelijk onderzoek
zuivere objectiviteit is dus niet Als de positivisten zelf zeggen dat ze
mogelijk objectief en waardenvrij zijn, dan zijn
- Normatieve keuzes zijn “bias” ze eigenlijk normatief
die moeten vermeden worden
Je eigen meningen over je
onderzoeksonderwerp = bias
EN je moet proberen om dat zo
weinig mogelijk je onderzoek
te laten beïnvloeden
Continuüm met tal van mogelijke tussenposities, bijv.
Intersubjectiviteit = met intersubjectiviteit worden die dingen (objecten) bedoeld die
door meerdere mensen (subjecten) worden gedeeld.
= soort van consensus tussen experts
= gaat over objecten die door meerdere mensen (subjecten) worden gedeeld
= is niet zuiver objectief WANT invloed van de subjecten
Streven naar objectiviteit maar zich wel bewust zijn van eigen
vooronderstellingen en die expliciteren
Meeste onderzoekers zitten er wat tussenin Intersubjectiviteit
Bv. onderzoek naar stalking
= je hoeft niemand wijs te maken dat je daarin objectief bent
2.5. Kwantitatief VS kwalitatief
Kwantitatief Kwalitatief
- Steekproef - Steekproef
Aselecte steekproef (om Doelgerichte steekproef, kleinere
achteraf m.b.v. statistiek te aantallen mensen selecteren
kunnen generaliseren naar een Selecteren op specifieke criteria
populatie) (via steekproefmatrix) die
At random grote aantallen gesuggereerd worden door
mensen selecteren onderzoeksvragen en
- Dataverzameling conceptueel kader
Grote aantallen data, niet in de - Dataverzameling
diepte Kleinere aantallen, maar in de
Verzameld via schalen, diepte
vragenlijsten, Veel aandacht voor alledaagse
observatiemethoden, etc. werkelijkheid, concrete
ervaring en context
Verzameld via interviews,
focusgroepen,
documentenanalyse,
3
, (participerende) - Data-analyse
observatie, etc.
CODEREN
- Data-analyse
Via systematische studie van
STATISTIEK
teksten of beelden
Via statistische procedures
Vaak door te coderen
Variabelen beschrijven
(toekennen van codes aan
Verbanden tussen
fragmenten tekst of beeld)
variabelen in een
steekproef nagaan en
steekproef nagaan en
nagaan in hoeverre die
nagaan in hoeverre die
gelden in een populatie
gelden in een populatie
Verwijst hier naar types data, niet naar paradigmata
ContinuÜm met tal van mogelijke tussenposities, bijv.
Hoofdzakelijk kwantitatief onderzoek met enkele bijkomende diepte-interviews om de
resultaten van de kwantitatieve analyses beter te begrijpen
Hoofdzakelijk kwalitatief onderzoek via interviews met een beperkte bijkomende survey in
een bredere populatie om de representativiteit van de bevindingen te beoordelen
2.6. Fundamenteel VS praktijkgericht
Fundamenteel Praktijkgericht
- DEF = bijdrage aan - DEF = bijdrage aan de praktijk.
wetenschappelijke discipline. - Praktijkgericht onderzoek met de ambitie
- Fundamenteel onderzoek met om de werkelijkheid te beïnvloeden
bijzondere aandacht voor - Praktijkgerichte vragen beantwoorden ,
methodologie en/of theorie maar toch wetenschappelijk
- Bv. Hoe gaan mensen van de politie
in de controlekamers om met nieuwe
vormen van protest?
ContinuÜm met tal van mogelijke tussenposities, bijv.
Goed fundamenteel onderzoek heeft vaak een praktische relevantie en legt vaak de basis
voor verder praktijkgericht onderzoek
Praktijkgericht onderzoek kan inspiratie opleveren voor fundamenteel onderzoek
Samenhang tussen keuzes:
- Bij het uitwerken van een onderzoeksvoorstel neemt men op elk van de hoger genoemde
continua positie in
- In principe kan men posities op deze continua vrij combineren
- Er zijn wel typische clusters van posities omdat ze binnen een bepaald paradigma passen
Bv. de polen deductief, eenmalig, verklarend, waardenvrij, kwantitatief
Bv. de polen inductief, iteratief, beschrijvend, normatief, kwalitatief
- Maar dat moet genuanceerd worden
Vaak kiest men niet voor een pool van het continuüm, maar een tussenpositie (cf. supra)
Soms worden verschillende polen gecombineerd
o Bv. deductief en verklarend kwalitatief onderzoek
o Bv. inductief en beschrijvend kwantitatief onderzoek
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nettebruyndonckx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.73. You're not tied to anything after your purchase.