Financieel management voor de niet-financiële manager 1 - Financieel management voor de niet-financiële manager 1 Jaarverslaggeving
Samenvatting van het boek 'Financieel management voor de niet financiële manager'. Bevat alle hoofdstukken (1 t/m 16). Derde druk. Auteur: Gijs Hilterman.
financieel management voor de niet financiële manager
facility management
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Utrecht (HU)
Facility Management
Financieel Management
All documents for this subject (2)
11
reviews
By: lauragaasbeek • 3 year ago
By: sjlenselink • 3 year ago
By: psvisgoed • 3 year ago
By: camiel_prevoo • 3 year ago
By: jdhaan • 4 year ago
By: aniek-d • 4 year ago
By: merijnntje • 4 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
premaster2000
Reviews received
Content preview
Financieel management voor de niet-financiële manager
Gijs Hilterman, derde druk
Hoofdstuk 1 – Inleiding
Financiële verslaggeving is een heel normaal verschijnsel geworden. Iedereen is bekend met termen
als ‘jaarverslag’, ‘jaarrekening’, ‘balans’ en ‘winst-en-verliesrekening’. Wat houdt financiële
verslaggeving nou precies in?
Hoofdstuk 2 – De balans
Een balans vertelt hoe een organisatie er op een bepaald moment voor staat. Er is een opsomming
van bezittingen, ook wel activa, aan de debetzijde van de balans. Ook zijn er schulden, passiva, aan
de creditzijde van de balans. Als de bezittingen groter zijn dan de schulden is er iets over, dit is het
eigen vermogen, wat onder de passiva valt. De balans is een momentopname en daarom staat er
altijd een datum boven de balans. De balans aan het eind van het jaar kan ook vergeleken worden
met de beginbalans. De toelichting bij de balans maakt duidelijk hoe het bedrijf tot de cijfers is
gekomen en geeft een verklaring voor de wijzigingen in de cijfers.
Voorraden Voorzieningen
Vorderingen Lang vreemd vermogen
Liquide middelen Kort vreemd vermogen
Totale vlottende activa
Totale activa Totale passiva
Activa zijn bezittingen. Dit kunnen veel soorten zijn, daarom zijn er zes categorieën. De vaste activa
zijn bezit op de lange termijn. Vlottende activa kan in de korte termijn omgezet worden in contant
geld. Hieronder staan voorbeelden bij de categorieën.
Categorie Voorbeeld
Materiële vaste activa Gebouw
Immateriële vaste activa Software
Financiële vaste activa Aandelen in een ander bedrijf
Voorraden Grondstof die op bewerking wacht
Vorderingen Nog te betalen rekening door een klant
Liquide middelen Saldo op de bank
,Schulden worden ook wel vreemd vermogen genoemd, ze moeten namelijk worden terugbetaald.
Hier wordt vaak een rente over verrekend. Er wordt een verschil gemaakt tussen vreemd vermogen
op de lange termijn en op de korte termijn. Vreemd vermogen op de korte termijn moet in het
komende jaar worden terugbetaald. Voorzieningen zijn schulden waarvan het bedrag een schatting
is. Er wordt geld opzij gezet voor een doel, zoals bijvoorbeeld en pensioenvoorziening.
Het eigen vermogen is het vermogen dat de eigenaren in de organisatie hebben gebracht. Bij een BV
of NV is dit het aandelenkapitaal: iemand wordt eigenaar door geld aan de organisatie te geven in
ruil voor een eigendomsbewijs. De eigenaar kan aanspraak maken op de winst van een organisatie.
De winst kan uitgedeeld worden (dividend) of in de organisatie blijven (reserveren). Bij het tweede
komt er een winstreserve, dat onderdeel is van het eigen vermogen.
Organisaties die geen eigenaren hebben, hebben geen aandelenkapitaal, maar soms wel eigen
vermogen. Dit is in de vorm van een winstreserve. De winst mag niet worden uitgekeerd bij
bijvoorbeeld een stichting, dus komt altijd terecht bij de winstreserve.
Het eigen vermogen is ook wel de bezittingen minus de schulden.
De balans hierboven is horizontaal weergeven. Een balans kan ook verticaal worden weergeven. Het
kort vreemd vermogen wordt hier als negatieve post bij de vlottende activa gezet. Het saldo van de
vlottende activa en kortlopende schuld wordt het nettowerkkapitaal. Het balanstotaal komt lager uit
dan bij een horizontale opstelling. Beide zijn wettelijk toegestaan.
, Hoofdstuk 3 – De winst-en-verliesrekening
Een winst-en-verliesrekening vertelt iets over de mate waarin een organisatie de afgelopen periode
in financieel opzicht heeft gerendeerd. Het is dus een overzicht van een bepaalde periode. Het succes
wordt uitgedrukt in winst of verlies. De winst-en-verliesrekening wordt ook wel een
resultatenrekening, een exploitatierekening of een staat van baten en lasten genoemd. Het resultaat
is het verschil tussen de omzet en de kosten. De toelichting geeft aan hoe het bedrijf tot de cijfers is
gekomen en geeft een verdere detaillering.
Bedrijfsresultaat (EBIT)
Financiële baten en lasten
Winst voor belasting
Vennootschapsbelasting
Nettowinst
De omzet is de financiële vergoeding voor producten of diensten die de organisatie aan haar klanten
levert. Meestal wordt er gesproken van netto-omzet, dit houdt in dat er eventuele kortingen van de
omzet zijn afgetrokken. De datum van levering is bepalend voor de periode waarin de omzet wordt
geboekt.
Kosten zijn het in geld uitgedrukte verbruik van productiemiddelen. Dit kunnen salaris,
materialen/grondstoffen, energie of diensten zijn. Het gaat bij kosten om het moment van gebruik.
Afschrijvingen zijn waardedalingen van materiële en immateriële vaste activa. De bepaling van
afschrijvingen hangt af van de gebruiksduur en de wijze van afschrijven. Er is hier enige vrijheid in.
Rentekosten volgen niet uit de bedrijfsvoering en worden daarom buiten de kostenopstelling
gehouden. Wel kunnen de rentekosten gesaldeerd worden met de renteopbrengsten als ‘financiële
baten en lasten’.
Het verschil tussen de netto-omzet en de kosten (exclusief de financiële baten en lasten) is het
bedrijfsresultaat. De term ‘EBIT’ (Earnings Before Interest and Taxes) wordt steeds vaker gebruikt.
Het bedrijfsresultaat uit de eigenlijke werkzaamheden van het bedrijf. Het bedrijfsresultaat
verminderd met de financiële baten en lasten is de winst voor belastingen. Hierover wordt de
vennootschapsbelasting berekend, dan blijft de nettowinst over.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller premaster2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.