Recente organisatietheorieën:
Henry Mintzberg:
1. Ondernemersorganisatie kleine organisatie waarbij de ondernemer bijvoorbeeld
zelf in de winkel staat (kledingzaak/fietsenwinkel). Eigenaar bepaalt alles.
2. Machineorganisatie productiemaatschappij, fabriek. Veel standaard processen.
Veel macht bij het middenmanagement. Technische afspraken. Alles ligt vast,
standaard procedures.
3. Professionele organisatie zorg, onderwijs. Hoog opgeleide werknemers. Hebben
hoge autonomie, mogen veel bepalen.(voorbeeld: docenten) Leiderschapsstijl:
Democratisch.
4. Divisieorganisatie grootste van Nederland, Unilever. Divisiestructuur.
5. Innovatieve organisatie Kleinere organisatie die heel snel meegaat met de
ontwikkelingen. Zeer flexibel. Zijn erg gedreven door hun visie.
6. Zendingsorganisatie Inhoudelijke norm bepaald hoe je je gedraagt. Gericht op één
doel. Gedreven door de inhoud van de missie (goede doelen; Rode Kruis)
7. Politieke organisatie
Volgens Mintzberg bestaat de organisatie grofweg uit zes onderdelen:
1. De strategische top (het topmanagement)
2. Het middenmanagement
3. De opererende kern (de mensen die de producten maken of diensten leveren waar
de organisatie om draait)
4. De technische structuur (IT, maar ook logische planning)
5. De ondersteunende staf (bv. cafetaria. logistiek)
6. Ideologie (de bedrijfscultuur, normen en waarden, niet-materiële doelen, etc.)
Kenmerken van excellente organisaties:
1. Sterke actiegerichtheid
2. Het onderhouden van een innige relatie met klant
3. Het creëren van ondernemerschap en zelfstandigheid
4. De werknemers zijn de belangrijkste bron voor productiviteit
5. Gedreven door waarden en overtuigingen
6. ‘schoenmaker blijft bij de leest’. Doe waar je goed in bent.
7. Eenvoudige structuur met weinig ondersteuning
8. Het bestuur is zowel centralistisch als decentralistisch
Bedrijf wat zeer democratisch is: Ikea
“Bedrijf” wat zeer delegerend is: leger/politie
, Formele en Informele communicatie
Praten bij een koffieautomaat, feestje informele communicatie
Brief met toelichting etc. formele communicatie
Interne Communicatie heeft drie hoofdfuncties
1. De organisatie smeren zoals olie een motor. (je moet weten wat je moet doen qua
tentamens, minor, rooster, hoe de taken verdeeld zijn, etc.). Weten wat er van je
verwacht wordt: wie, wat, hoe, wanneer, waarom.
2. Binden en boeien van medewerkers. Hoe zorg je dat medewerkers bij jouw willen
werken.
3. Optimale kennisdeling. Zorgen dat alle informatie beschikbaar is. Hoe zorg je dat
iedereen op de hoogte is? Iedereen moeten weten wat te doen op welke moment en
inhoudelijk.
Er is steeds meer aandacht voor interne communicatie, waarom?
1. HNW. Het nieuwe werken. Dat betekent, flexwerken, geen vaste baan, geen
verhouding tussen man en vrouw qua werken. Onregelmatige tijden werken.
Combineren met zorg, kinderen, andere baan, etc.
2. Social media revolution. Social media zorgt ervoor dat alles transparant wordt.
Facebook is zowel privé als zakelijk.
3. Verandering als constante in organisatie. Tegenwoordig zoveel verschillende
banen, functies, rollen. Je moet voortdurend veranderen. Constante veranderingen.
4. Business in being rehumanized. Het kapitaal van een onderneming. Werknemers
zijn het aller belangrijkste kapitaal van een onderneming, niet de machines.
Interne communicatie kan alle kanten op:
1. Top-down vs. Bottom-up (parallel (in één keer alles), horizontaal (tussen
afdelingschefs, collega’s) en diagonale communicatie (tussen andere afdelingen))
Soorten interne communicatie:
1. Taakinformatie weten wat je moet doen. Gewoon informatie die je nodig hebt om
je taak uit te voeren. Dingen waarvan je verwacht dat ze kloppen. (roostering)
2. Beleidsinformatie waar gaan we naartoe met een bedrijf. Waarom doen we dit?
Zijn we veilig? Hoe doen onze concurrenten het? Allemaal gedachtes die horen bij
beleidsinformatie.
3. Beheerinformatie info die dient als voeding voor management. Alle kerngetallen
die je nodig hebt om beslissingen te kunnen nemen. (begrotingen, verkoopgetallen,
etc.)
4. P&O info welke faciliteiten en regelingen zijn er? (hoe ziet het met mijn pensioen,
salaris, zorg, werkomgevingen, etc.) HRM is hiervoor verantwoordelijk.
College 2; 21-02-18
Cultuur: de optelsom van ideologie (de regels zoals wij ze willen naleven, zoals we willen
zijn, onze normen en waarden) en klimaat. (ons daadwerkelijke gedrag)
Manager:
Persoon die het handelen van andere mensen in een organisatie op gang brengt en stuurt.
UI-model (Hofstede)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lievewils. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.79. You're not tied to anything after your purchase.