1. In welk arrest is een geslaagd beroep op het ontbreken van de materiële
wederrechtelijkheid gedaan?
a. Veearts
b. Opticien (overmacht als noodtoestand)
c. Verpleegster (onbewuste culpa)
d. Aanmerkelijke kans (doleus)
2. Het helpen ontsnappen van een gevangene zoals op schreven in art. 191 Sr. is:
a. een doleus delict
b. een culpoos delict
c. een omissiedelict
d. een oneigenlijk delict
3. Waarvoor is voorlopige hechtenis een verzamelbegrip?
a. aanhouding, ophouden voor verhoor en inverzekeringstelling
b. ophouden voor verhoor, inverzekeringstelling en bewaring
c. inverzekeringstelling, bewaring en gevangenhouding
d. bewaring, gevangenhouding en gevangenneming
4. In welk artikel staat vastgelegd dat iemand in Nederland niet tweemaal voor hetzelfde
vergrijp berecht of gestraft kan worden?
a. Artikel 59 Sr.
b. Artikel 70 Sr.
c. Artikel 27 Sr.
d. Artikel 68 Sr. (ne bis idem)
5. In welk arrest is de buitenwettelijke strafuitsluitingsgrond ‘Afwezigheid Van Alle
Schuld’ geïntroduceerd?
a. Hollende Kleurling-arrest (verdachte)
b. Verpleegsterarrest (culpa)
c. Melk-en-Water-arrest
d. GWK-arrest. (Poging)
6. Wat betekent het onmiddellijkheidsbeginsel in het strafprocesrecht?
a. de rechter hoort tijdens de zitting de getuigen en deskundigen zelf;
b. de rechter raadpleegt voor het bewijs de meest authentieke bron;
c. de rechter kan samen met de officier van justitie bewijzen aandragen;
d. de rechter is lijdelijk en grijpt enkel in wanneer dit direct nodig is.
7. Asielzoeker Djewel krijgt tijdens het ontbijt in het asielzoekerscentrum een
glasplaat op haar hoofd. Met een hevig bloedend achterhoofd en scherven in haar
nek wordt ze naar het ziekenhuis vervoerd. Peter, de ehbo-arts, heeft zich net
omgekleed om naar huis te gaan; hij heeft er net een nachtdienst van 10 uur op
zitten. Het personeel is in alle staten: er is niemand anders die voor Djewel kan
, zorgen, maar als ze niet meteen wordt behandeld, kan ze overlijden. Peter besluit te
blijven werken, ondanks het feit dat het artsen verboden is langer te werken dan
hun diensttijd. Daar komt nog eens bij dat Djewel geen ziektekostenverzekering
heeft.
Welke stelling is juist?
a. Ehbo-arts Peter is strafbaar omdat hij buiten zijn diensttijd heeft
doorgewerkt voor een patiënt die geen ziektekostenverzekering heeft.
b. Ehbo-arts Peter is strafbaar omdat dit, gezien de proportionaliteit en de
subsidiariteit van het geval, geen noodweersituatie oplevert.
c. Ehbo-arts Peter is niet strafbaar omdat er sprake is van psychische
overmacht.
d. Ehbo-arts Peter is niet strafbaar omdat er sprake is van overmacht als
noodtoestand.
8. Anika is erg verbitterd als haar vriend het uitmaakt. Zij stuurt hem in een periode
van drie dagen meer dan 500 sms-berichten en staat de hele dag in de straat waar
hij woont. De ex-vriend doet aangifte van stalking. Anika stelt dat haar ex-vriend
haar meermaals heeft mishandeld en haar heeft gebruikt voor cocaïnesmokkel. De
berichten stuurde zij om zeker te weten dat ze van hem af was. Uit een psychiatrisch
rapport blijkt dat Anika een borderline persoonlijkheidsstoornis heeft met
narcistische trekken.
Het meest waarschijnlijke verweer dat de advocaat van Anika zal voeren is:
a. een bewijsverweer
b. een rechtvaardigingsgrond
c. een schulduitsluitingsgrond
d. een verweer tegen ontvankelijkheid van het OM.
9. Rodney loopt in zijn eentje over de Koninginnedag vrijmarkt op de Binnerotte in
Rotterdam, opeens ziet hij een vrouw lopen met een openstaande schoudertas
waarin een portemonnee net zichtbaar is. Rodney bedenkt zich geen moment, kijkt
om zich heen en op het moment dat hij zich veilig acht, grijpt hij de portemonnee.
Helaas voor Rodney blijkt de portemonnee leeg te zijn. Teleurgesteld tikt hij de
schouder van de vrouw aan uit wiens tas hij de portemonnee heeft gepakt en geeft
de portemonnee terug met de opmerking: ‘hij viel uit uw tas’ en hij loopt weg. Een
politieagent in zijn vrije tijd heeft dit alles gezien en spreekt Rodney aan.
Volgens de wet is dit:
a. een poging tot diefstal (art. 45 Sr jo 310 Sr.)
b. vrijwillige terugtred (art. 46b Sr)
c. diefstal (art. 310 Sr)
d. een ondeugdelijke poging (art. 45 Sr jo 310 Sr.)
10. Jim ziet dat een jongen op straat de zakken rolt van een oudere man. Als de jongen
ziet dat hij betrapt is, zet hij het op een rennen. Jim zet te voet de achtervolging in.
De jongen rent op enig moment een huis binnen waarvan de deur openstaat.
Welke van onderstaande stellingen is juist?
a. Jim mag de jongen niet aanhouden omdat zakken rollen geen feit is waarvoor
voorlopige hechtenis is toegestaan.
b. Jim mag de jongen wel aanhouden vanwege het feit dat deze aanhouding op
heterdaad is, maar hij mag niet zonder toestemming van de bewoner de
woning in.
c. Er is geen sprake van een heterdaadsituatie dus Jim mag de jongen helemaal
niet aanhouden.
d. De jongen is geen verdachte in de zin van de wet dus de jongen mag helemaal
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller student685. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.