100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting van gedachten wisselen - de Brabander $5.97   Add to cart

Summary

Samenvatting van gedachten wisselen - de Brabander

 91 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting van het boek 'van gedachten wisselen', wat wordt behandeld in de cursus Juridische en Ethische Contexten (2018/2019) binnen de studie Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde. Samenvatting bestaat uit alle behandelde hoofdstukken van college's

Preview 4 out of 32  pages

  • Yes
  • January 24, 2019
  • 32
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
1
Samenvatting van gedachten wisselen - de Brabander

1. De zelfoefening van het denken: Filosofie en sociaal werk

1.1 Filosofie als dagelijkse kost
Er wordt steeds meer over filosofie nagedacht in het dagelijks leven. Dit komt mede door de
ontwikkelingen in de technologie, omdat er bijvoorbeeld door het draagmoederschap mensen
gaan nadenken over de ethische gevolgen hiervan. Als gevolg van technische ontwikkelingen
leven we volgens de Sloveense filosoof Zizek in een ‘unieke tijd waarin iedereen op een bepaalde
manier wordt gedwongen om een soort filosoof te zijn’. Hier wordt er vaak gekeken naar de
gevolgen voor anderen, of het wenselijk is, of het gevolg opweegt tegen de gevolgen, wordt het
mens-zijn aangetast, etcetera.

1.2 Filosofie en sociaal werk
Individuele overtuiging
De manier waarop sociaal werkers met hun ‘cliënten’ omgaan, wordt voor een groot deel bepaald
door de opvattingen van deze sociale werkers over de mens en maatschappij.

Instellings- en overheidsbeleid
Ook op het niveau van instellingsbeleid gaan mensbeelden schuil, net zoals overheidsbeleid doet.
Zo wordt de mens in de huidige discussie over burgerschap en in de Wet maatschappelijk
ondersteuning (Wmo) gezien als een rationeel autonoom wezen dat zelf heel goed kan bepalen
wat goed voor hem is.
Op basis van het beeld dat de mens in beginsel autonoom is wordt de verzorgingsstaat gezien als
een obstakel voor de individuele vrijheid, met als gevolg dat hij tot een minimum moet worden
beperkt. Dit roept een aantal vragen op, maar voordat deze kunnen worden beantwoord moet er
over een aantal andere zaken worden nagedacht. Voorbeelden hiervan is de vraag of de mens een
vrije wil heeft, en wat autonomie en geluk is.

Niet zo eenvoudig als het lijkt
Iemands mensbeeld bepaalt zijn waarden en normen en hiermee het handelen niet zo eenduidig
als het lijkt. Waarden en normen zijn abstract en kunnen op verschillende manieren een concrete
invulling krijgen, hierom bieden ze niet per se en ondubbelzinnig een moreel houvast. Naarmate
deze normen worden toegepast in het dagelijks leven ontstaat er steeds meer onenigheid over de
betekenis.

1.3 Een normatief beroep
Waarom zouden sociaal werkers zich moeten beraden op deze filosofische vragen? In de eerste
plaats omdat de eenduidigheid in de antwoorden hierop ontbreekt, en dit zichtbaar wordt in de
samenleving. In de tweede plaats omdat het handelen directe gevolgen heeft voor het dagelijks
leven van andere mensen.

Verantwoorden en legitimeren
Achter de interventies van sociaal werkers gaan vaak ethische, morele of zelfs politieke
opvattingen schuil, over wat normaal is en wat maatschappelijk gewenst is en wat
mens(on)waardig is. Het probleem hiermee is dat mensbeelden, normen en waarden geen
onweerlegbare feiten zijn, waarop je je vanzelfsprekend op kunt beroepen. Hierom moeten sociaal
werkers altijd hun handelingen en interventies in het leven van cliënten verantwoorden en
legitimeren.

Feit en interpretatie
Zonder dat je erbij stil staat, beoordeel je vaak situaties als feiten. Iets is een feit wanneer de
betekenis daarvan vaststaat en maar voor één uitleg vatbaar is. Dit impliceert dat iets pas een feit
is wanneer daaraan door iedereen dezelfde betekenis wordt gegeven.

, 2
De frontliniewerker
Het is wel belangrijk om in je achterhoofd te houden dat sociaal werkers niet zomaar hun eigen
opvattingen kunnen volgen. In de eerste plaats moeten ze zich namelijk houden aan de wet, die
cliënten beschermt tegen willekeurig ingrijpen. Verder werken ze in een instelling die doelen stelt
en methodieken hanteert om die doelen te bereiken. Instellingen verwachten van hun
medewerkers dat zij op een bepaalde manier met hun cliënten omgaan, er zijn hierbinnen
verschillen tussen verschillende soorten instellingen. Tenslotte heeft de cliënt vaak zelf ook
inspraak in welke interventies er worden ingezet, omdat de cliënt zelf ook een visie heeft op wat
het betekent om mens te zijn en hoe zij hun leven willen inrichten en hun kinderen willen
opvoeden.

Toegepaste ethiek en beroepsethiek
Er worden vaak beroepscodes gehanteerd waar begeleiders en hulp- en zorgverleners zich
moeten houden. Echter komen ze vaak in situaties waar deze beroepscodes in gedrang komen.
Als er een dilemma is, wordt er vaak via een stappenplan verheldering en hanteerbaarheid
gezocht. Hierbij worden de ‘feiten’ en de verschillende keuzes naast elkaar gezet, waarna de
conflicterende belangen van betrokkenen worden geanalyseerd. Tenslotte worden de belangen
afgewogen in het licht van morele waarden die hierin centraal staan. Dit stappenplan is een
argumentatieve methode: het is een hulpmiddel waarmee morele oordelen kunnen worden
geanalyseerd.
Dat de keuze goed onderbouwd is, hoeft niet meteen te zeggen dat het een moreel aanvaardbare
keuze is geweest. Het probleem is namelijk dat de ‘feiten’ niet zo vast hoeven te liggen als dat ze
aanvankelijk leken.

1.4 Grote, kleine en sterke verhalen
Er heeft een lange tijd een grote groep mensen bestaan die een sterke mening hadden over het
antwoord op veel vragen: autoriteiten zoals dominees en partijideologen vertelden een ‘groot
verhaal’ waarin alles op zijn plaats viel. Tegenwoordig is er niet meer zo’n normatief kader dat
vanzelfsprekend door de meerderheid wordt gedeeld.

Het grote verhaal
Volgens Lyotard (1924-1998) is het kenmeier van een groot verhaal dat het zichzelf voor waar
houdt. Het dicht de kloof tussen bijvoorbeeld de algemene voorstelling en de concrete
werkelijkheid waarin we leven. Volgens Lyotard zijn deze verhalen totalitair: ze zijn niet alleen
ongeloofwaardig, maar ook onrechtvaardig. Alle situaties, gedragingen en handelingen worden
herleid tot één verhaal en krijgen hierbinnen betekenis. Er is weinig ruimte voor interpretatie en
andere betekenissen. Hierdoor concludeert hij dat ze de pretentie om overal een antwoord op te
geven niet kunnen waarmaken.

Kleine verhalen
Lyotard ruilt de grote verhalen van de emancipatie niet in tegen een ander groot verhaal: hij stelde
dat het grote verhaal als zodanig in diskrediet is gebracht, elk groot verhaal is ongeloofwaardig
geworden. De grote verhalen zoals emancipatie zijn tegenwoordig een klein verhaal geworden: het
heeft niet meer zoveel lading als dat ze vroeger hadden. De huidige samenleving is een netwerk
van kleine verhalen die evenveel recht van spreken hebben, elkaar aanvullen en tegenspreken en
zich met elkaar verbinden en elkaar onderbreken.
De overgang van grote naar kleine verhalen geeft de verschuiving van een uniforme samenleving
naar de huidige pluriforme samenleving aan.

Een sterk verhaal, met zwakke kanten
Echter zijn sommige verhalen nog steeds dominant. Dit worden vaak sterke verhalen genoemd,
en probeert andere verhalen te overtroeven. Het is sterk, omdat het onwaarschijnlijk is en
bepaalde aspecten lijkt te overdrijven. Het ontleent het effect aan een selectie en ordening van
feiten en het benadrukken van bepaalde details die een bepaalde overtuiging aannemelijk moeten
maken. Hierdoor krijgt het een soort vanzelfsprekendheid, waarbij de andere verhalen niet meer
gehoord worden.

, 3
1.5 De mens als subject
De vraag of de mens een vrije wil heeft of autonoom is staat al heel lang in de belangstelling. Dit
sterke verhaal, over de autonome mens, begint in de zeventiende eeuw: hier is het ‘moderne
subject’ geboren:

Het moderne subject
De autonome mens wordt in de filosofie aangeduid met ‘modern subject’. Modern komt van het
feit dat sinds de zeventiende eeuw de maatschappij en de Westerse cultuur verandert. Subject
betekent hier ‘wat er onder ligt’: de mens ontdekt zichzelf als fundament van het weten en de
kennis van de werkelijkheid, en hierdoor gaat de mens zichzelf onderzoeken. Kant (1724-1804) en
Descartes (1596-1650) hebben zichzelf hiermee bezig gehouden en stelden de vraag wat de mens
tot fundament van het weten maakt. De belangrijkste vernieuwing hierin is dat de mens zichzelf
leert begrijpen als individu en als fundament in oorsprong van zijn verhouding tot de werkelijkheid.
Defoe beschrijft dit in zijn boek Robin Crusoe.

Kritiek op het moderne subject
Er is ook veel kritiek gekomen op het idee dat de mens autonoom is. Freud (1856-1939) betoogde
dat we door onbewuste drijfveren worden beïnvloed, Nietzsche (1844-1900) ontmaskerde de
menselijke autonomie als een geval van hoogmoed en Marx (1818-1883) liet zien hoe wij door
maatschappelijke verhoudingen worden bepaald. Omdat ze kritiek hadden op het moderne
subject, worden deze mannen ‘meesters van het wantrouwen’ genoemd. Foucault (1926-1984),
Lyotard, Deleuze (1925-1995) en Derrida (1930-2004) zetten deze kritiek voort, maar echter zeer
radicaal.
Er waren ook minder radicale filosofen zoals Nussbaum (1947) en Sandel (1953), die de
rationaliteit en autonomie ter discussie stelden, omdat autonomie niet zou kunnen verklaren
waarom we ons over anderen bekommeren.

1.6 Van gedachten wisselen
Het verschil tussen filosofie en wetenschap
Menswetenschappen onderzoeken waarneembare kenmerken, gedragingen en situaties waarin
mensen leven. Ze proberen binnen de ontwikkeling van de mens structuren en verbanden te
ontdekken. Deze onderzoeken gaan uit van bepaalde definities van geluk, gelijkheid,
verantwoordelijkheid en vrijheid, maar ze onderzoeken de begrippen zelf niet. Dit doet de filosofie
wel.

Fundamentele vragen
De filosofie stelt steeds opnieuw de vraag naar de relatie tussen denken en het zijn: de
werkelijkheid. In deze reflectie wordt de filosofie steeds uitgedaagd om na te denken over zichzelf.
De fundamentele vragen van de filosofie zijn radicale en veelomvattende vragen, die niet
wetenschappelijk kunnen worden beantwoord.

Filosofie als verwondering
Filosofie wordt gezien als een vorm van verwondering. Verwonderen is een schok die tot
verwarring leidt, omdat de werkelijkheid ineens niet meer blijkt te zijn wat zij leek. Deze schok van
de verwondering heeft alle grote filosofieën doordrongen.
Deze verwondering doorbreekt de vanzelfsprekendheid van de grondbeginselen waarbinnen ons
bestaan zich voltrekt. Vanzelfsprekendheden belemmeren het zicht op wat ongewoon is en niet
onmiddellijk te verklaren.

Verklaren als denkgewoonte
Vanzelfsprekend wil zeggen dat de dingen zijn zoals ze zijn, zoals wij denken dat ze zijn.
Volgens Nietzsche geeft het herleiden van iets onbekends tot iets bekends een gevoel van
oplichting, tevredenheid en macht. Het onbekende gaat namelijk gepaard met gevaar en onrust,
hierom voelt de eerste de beste voorstelling waarmee het onbekende zich laat verklaren als
weldadig aan. De mens zoekt hierom altijd naar ‘de meest gebruikelijke verklaring’, die ‘waarbij
het snelst en het vaakst het gevoel van het vreemde, nieuwe, niet eerder beleefde uit de weg werd
geruimd’.

, 4
Kritische werkzaamheid van het denken
Volgens Foucault is denken niet veel waard als het enkel is gericht op het verwerven van kennis.
De vraag of we op een andere manier kunnen denken is volgens hem essentieel voor het denken.
De filosofie zou in deze opvatting dus niet in normatieve kaders moeten rechtvaardigen, maar zich
hierover moeten verwonderen en deze kritisch doordenken.

1.7 Disciplines in de filosofie
De filosofie kan in de volgende disciplines worden onderverdeeld: wetenschapsleer, kenleer,
logica, ontologie, ethiek, esthetica, politieke filosofie, sociale filosofie en wijsgerige antropologie.
In elk discipline staat een andere soort fundamentele vraag centraal.

De ontologie wordt ook wel de leer van het zijn genoemd, en stelt de vraag wat werkelijkheid of
zijn is. Sinds Nietzsche ‘met de hamer heeft gefilosofeerd’ wordt het onderscheid tussen zijn en
schijn ter discussie gesteld.
Metafysica wordt door sommigen gelijkgesteld aan de ontologie. Letterlijk betekent het ‘dat wat
na de fysica komt’. Voor Aristoteles is de metafysica een denken over wat voorbij de grenzen van
de voor ons waarneembare werkelijkheid ligt. Het gaat hier (in verschil met ontologie) om het
hoogste zijnde, wat het fundament vormt van de werkelijkheid en de waarheid.
De kennis- en wetenschapsleer gaat in op de vraag wat kennis is en hoe kennis tot stand komt.
De wijsgerige antropologie vraagt naar het zijn of het wezen van de mens, of naar wat het
‘zijnde’ mens van alle andere zijnde onderscheidt.
In de sociale en politieke filosofie staan vragen centraal over vrijheid, verantwoordelijkheid,
rechtvaardigheid en macht.
Tenslotte probeert de ethiek een antwoord te geven op de vraag hoe we goed van kwaad kunnen
onderscheiden. Er worden hier principes geformuleerd op basis waarvan we kunnen zeggen dat
bepaalde handelingen ethisch aanvaardbaar zijn en anderen niet.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller puckvandenberk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.97  2x  sold
  • (0)
  Add to cart