Winst vs. kasstroom
Bij een investering vinden een aantal kasstromen plaats die uiteindelijk moeten leiden tot een rendabel project.
Initiële investering
Jaarlijkse cashflows gedurende economische levensduur project
Eventuele restwaarde
De jaarlijkse vrije kasstroom kan op indirecte wijze als volgt berekend worden:
Vrije kasstroom = winst na belasting + afschrijvingen – investeringen + desinvesteringen.
Contante waarde en eindwaarde
Basisbegrippen financieel rekenen:
Contante waarde (C) waarde van een grootheid aan het begin van de looptijd
Eindwaarde (E) idem aan het einde van de looptijd
Interestpercentage (p) afgerond op 4 decimalen
Looptijd (n)
Groeifactor = 1 + i
Motieven en methoden om te investeren
Investeringsmotieven
Vervangingsinvestering vs. Uitbreidingsinvestering
Kostenbesparende investeringen
Investeren in onderzoek
Investeren in milieubescherming en veiligheid
,Terugverdienperiode
De periode tussen het moment van de investering en het tijdstip waarop dit bedrag via de cashflows is
terugverdiend.
Stel een investering kost €1.000.000
Na 1 jaar is €625.000 terug verdiend. Dit betekent dat in
jaar 2 nog €375.000 terugverdiend moet worden.
De terugverdienperiode is 1 + (375.000/500.000) = 1,75 jaar.
Oftewel de investering is na 1 jaar en 9 maanden terug
verdiend.
Voordelen:
Eenvoudige berekening
Makkelijk te interpreteren/begrijpen
Nadelen:
Geen rekening gehouden met factor tijd
Niets zeggend over winstgevendheid
Gemiddeld boekhoudkundig rendement
De gemiddelde jaarlijkse winst van een investeringsproject, uitgedrukt in een percentage van het gemiddeld
geïnvesteerd vermogen:
Jaarlijkse winst = kasstroom – afschrijving
Winst laatste jaar = kasstroom – afschrijving – restwaarde
Gemiddeld boekhoudkundige rentabiliteit = TW/n x 100%
(I + RW)/2
Waarbij:
TW totaal van de winsten
I investering
N economische levensduur
RW restwaarde
investering: €1.000.000
restwaarde: €100.000 (zit in kasstroom jaar 5)
afschrijving: (€1.000.000 - €100.000)/5 = €180.000
Alternatieve methode:
Gemiddeld rendement = (TCF – I)/n x 100%
(I + RW)/2
WaarbijTCF: Totaal van de cashflows
I: Investering
n: Economische levensduur
RW: Restwaarde
Voorbeeld:
(€ 1.875.000 - € 1.000.000)/5 x 100% = €175.000 * 100% =31,81%
(1.000.000 + € 100.000)/2 €550.000
, Voordelen:
Eenvoudig te berekenen
Makkelijk te interpreteren/begrijpen
Geeft indicatie winstgevendheid
Nadelen:
Geen rekening gehouden met factor tijd
Netto contante waarde
Iedere cashflow moet contant gemaakt worden naar het begin van de looptijd van de investering. Waarna de som
van deze bedragen bergeleken kan worden met de initiële investering.
Bij de Netto Contante Waarde worden de netto-ontvangsten teruggerekend aan de hand van de gemiddelde
vermogenskosten.
Vermogenskostenvoet geeft het rendement aan dat gegenereerd dient te worden om waardeneutraal te
opereren.
Netto-ontvangsten jaar 1 + netto-ontvangsten jaar 2 + ….
(1+vermogensvoet%)1 (1+vermogensvoet%)2
Van deze Netto-ontvangsten wordt vervolgens de investering afgetrokken.
Als de Netto Contante Waarde groter of gelijk is aan 0 voldoet de investering aan de minimale rendementseis.
Voordelen:
Geeft een zeer goede indicatie van de winstgevendheid
Houd rekening met de tijdsvoorkeur
Nadelen:
Meer rekenwerk
Moeilijker te gebruiken als looptijd of initiële investering verschillen
Precieze rendement niet bekend
Interne Rentabiliteit
Bij de Interne Rentabiliteit wordt zowel rekening gehouden met de tijdsvoorkeur als dat de looptijden van
verschillende projecten kunnen afwijken.
De Interne Rentabiliteit meet de rentabiliteit van een investering door te bepalen welke rente over het geïnvesteerd
bedrag gekregen zou moeten worden, om met het op de bank zetten van het investeringsbedrag evenveel te
verdienen.
De Interne Rentabiliteit is i in de volgende formule:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rijsdijkdana. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.