100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hele getallen, hoofdstuk 1, 2, 3 en 4 van Kerninzichten $4.33   Add to cart

Summary

Samenvatting Hele getallen, hoofdstuk 1, 2, 3 en 4 van Kerninzichten

1 review
 87 views  5 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting rekenen-wiskunde in de praktijk Kerninzichten, Hele getallen, hoofdstuk 1, 2, 3 en 4

Preview 3 out of 18  pages

  • No
  • Hele getallen (hoofdstuk 1 t/m 4)
  • January 24, 2019
  • 18
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: maaike14795 • 4 year ago

avatar-seller
Hele getallen – tellen en getallen
Bij het leren tellen van voorwerpen moeten kinderen leren dat ze steeds één voorwerp moeten
aanwijzen en daarbij tegelijkertjd één telwoord moeten noemen: dat heet synchroon tellen.
Wie niet synchroon telt, speelt vals. Door interacte in spel corrigeren kinderen elkaar spelenderwijs.

Bij kinderen die aan het tellen zijn, kun je vaak goed observeren hoe ver hun inzicht ontwikkeld is.
Jonge kinderen hoeven nog niet zoveel te tellen en oefenen het tellen hier spontaan en gewoon voor
hun plezier. Kinderen vinden het ritme van tellen vaak leuk.

Kerninzicht synchroon tellen:
Kinderen verwerven het inzicht dat bij het tellen van een aantal voorwerpen het opzeggen van de
telrij gelijk loopt met het aanwijzen.

Het inzicht dat je synchroon moet tellen is een kerninzicht dat kinderen moeten ontwikkelen om
later een aantal objecten goed te kunnen tellen. Als je voorwerpen wilt tellen, moet je elk voorwerp
precies één keer aanwijzen. Hiermee is synchroon tellen een noodzakelijke voorwaarde om te
kunnen vaststellen hoeveel voorwerpen er zijn: om resultatief te kunnen tellen. Wanneer een kind
de getallen niet tegelijkertjd zegt met het aanwijzen, zal het resultaat dus ook niet kloppen.

Waaraan herken je het kerninzicht synchroon tellen bij leerlingen? Als een leerling:
- bij het tellen van voorwerpen precies tegelijk een voorwerp aanwijst en één telwoord noemt
- weet dat je alle voorwerpen moet tellen
- voorwerpen ordent om ze beter te kunnen tellen
- bij het aanwijzen geen voorwerpen dubbel telt of overslaat
- bij het tellen van voorwerpen de telwoorden correct en in de goede volgorde opnoemt
(voor jongste kleuters tot en met zes, en oudste kleuters tot en met ten minimaal)

Resultatief tellen: Om een hoeveelheid te tellen is naast het synchroon tellen ook noodzakelijk dat je
begrijpt dat het telwoord bij het laatst getelde object het aantal van de hele verzameling weergeef.

Bij het afellen of nummeren worden getallen gebruikt. De getallen die opgenoemd worden tjdens
het tellen, hebben een ordinale of ordeningsfunctie. Dat wil zeggen dat het om de volgorde gaat.
Bij het laatste getal van de reeks getallen gaat het om de kardinale of hoeveelheidsfunctie.
Resultatief tellen is het tellen van voorwerpen om te weten hoeveel het er zijn. Het vragen stellen
door de leerkracht kan kinderen helpen zich bewust te worden van het resultatef tellen.

Kerninzicht resultatief tellen:
Kinderen verwerven het inzicht dat het laatste getal bij tellen van een aantal voorwerpen de
hoeveelheid aanduidt.

Als het erom gaat te tellen hoeveel er van iets zijn, dan moet een kind allereerst de telwoorden
kennen en synchroon kunnen tellen. Het kind moet ook begrijpen dat het laatste telwoord dat het
noemt, de hoeveelheid aangeef. Dit is een samengaan van de ordinale functe van het getal, het
telgetal, met de kardinale functe of hoeveelheidsgetal.
Resultatef tellen moeten kinderen leren. Bij kleinere gestructureerde hoeveelheden zien kinderen
soms direct hoeveel het er zijn. Bijvoorbeeld het herkennen van getallen op de dobbelsteen. Er is
dan geen sprake van resultatef tellen, maar van globale percepte. Het kind telt niet, maar herkent.

,Bij het resultatef tellen zijn twee functies van getallen belangrijk:
- Hoeveelheidsgetal: het gaat om de hoeveelheid of kardinale functe
- Telgetal: het gaat om de volgorde of ordinale functe, de getallen waarmee je telt.
Bijvoorbeeld bladzijde 5, huisnummer 35.

Getallen kunnen nog drie andere functies hebben:
- Meetgetal: een getal met een maat erachter: 7 meter, 3 kilogram, 2 jaar
- Naamgetal: een getal dat als het ware een naam aangeef, zoals bus 5
- Rekengetal: een rekengetal is een abstract getal om mee te rekenen, zoals 5 + 3 = 8

De eigen leefijd is een heel bijzonder getal voor kleuters. Het is bijna een naamgetal, dat wil zeggen
een getal dat een label is voor een situate, een object of een gebeurtenis.

Waaraan herken je het kerninzicht resultatief tellen bij leerlingen? Als een leerling:
-na het noemen van telwoorden bij het tellen weet dat het laatste telwoord de hoeveelheid aangeef
- bij zowel geordende als ongeordende hoeveelheden in staat is te tellen hoeveel het er zijn
- een kleine hoeveelheid bewegende voorwerpen (eenden, vissen) kan tellen
- een aantal al of niet ritmische geluiden kan tellen
- het aantal van enkele kort getoonde voorwerpen weet
- het juiste aantal en de juiste betekenis toekent aan hoeveelheden of getallen die verschillende
functes hebben

Getallen worden met de cijfersymbolen 0 tot en met 9 geschreven. Jonge kinderen kunnen getallen
ook uitbeelden met andere symbolen, zoals streepjes, stppen, dobbelsteenpatronen of met vingers.

Kinderen kunnen getallen op veel verschillende manieren laten zien. Het is juist goed om kinderen
zelf actef naar verschillende mogelijkheden te laten zoeken. Door het uitwisselen en bespreken van
verschillende representates gaan leerlingen deze met elkaar in verband brengen en komen ze steeds
dichter bij het inzicht van wat een getal nu eigenlijk betekent.
Bij het getal vier kunnen kinderen denken aan: vier vingers, vier stppen op een dobbelsteen, het
cijfer 4, vier fches op een rij, een groepje van vier poppen of knufels.

Kerninzicht representeren van getallen:
Kinderen verwerven het inzicht dat je hoeveelheden kunt representeren met behulp van materialen,
schema’s en cijfersymbolen.

Een getal is een abstracte. olwassenen zijn gewend om een getal aan te geven met een
cijfersymbool. Kinderen moeten dat nog leren. oordat zij vertrouwd zijn met de cijfers, kunnen ze
hoeveelheden ook op andere manieren representeren of uitbeelden.

Als leerkrachten in de onderbouw kinderen uitdagen om zelf representaties te bedenken om
hoeveelheden en getallen weer te geven, dan leren kinderen verschillende mogelijkheden kennen.
oorbeelden van de leerkracht en vondsten van andere kinderen spelen een rol. Uiteindelijk zullen
kinderen, omdat ze meerdere mogelijkheden leren kennen om hoeveelheden te representeren, de
cijfersymbolen accepteren als gezamenlijke afspraak voor het representeren van getallen.

, Waaraan herken je het kerninzicht reprenteren bij leerlingen? Als een leerling:
- bij een getal dat uitgesproken wordt, een juiste hoeveelheid voorwerpen kan neerleggen of de
juiste hoeveelheid vingers kan opsteken
- bij een getal dat uitgesproken wordt, het juiste dobbelsteenpatroon of stppenpatroon kan
aanwijzen
- bij een getal dat uitgesproken wordt, het juiste cijfersymbool kan aanwijzen

Leren tellen begint niet op school. Jonge kinderen kunnen voordat ze naar groep gaan al tellen en
hoeveelheden herkennen. anaf ongeveer 2 jaar kunnen kinderen de hoeveelheden twee en drie,
soms ook vier en vijf benoemen op basis van herkenning. Structuur speelt hierbij een grote rol.

Kinderen leren de telwoorden door volwassenen te imiteren. olwassenen tellen vaak alles samen
met hun kinderen. Zonder dat zij het zich bewust zijn, oefenen jonge kinderen de telwoorden. Het
ritme en de cadans geven plezier. Zo kun je jonge kinderen in het dagelijkse leven spontaan en met
veel plezier zien tellen.

De meeste kinderen kennen al een aantal telwoorden als ze in groep beginnen. Op school wordt de
telrij verder geoefend. Het ritmisch opzeggen van de telrij, zonder besef van wat de telwoorden
betekenen, noemen we akoestisch tellen. Regelmatg herhalen is belangrijk. Je kunt eenvoudig elke
dag in de kring een stukje met de kinderen tellen: met z’n allen van tot 0 en dan weer terug van
0 naar of 0. Dat vinden veel kinderen spannend.

Terugtellen is moeilijker dan vooruit tellen, omdat we het minder gebruiken. Bij het terugtellen komt
het getal nul op een natuurlijke manier aan de orde; bij vooruit tellen start je gewoon bij één. Het
vermogen om terug te tellen is een essentile voorbereiding op het latere afrekken. De getallen van
de telrij ,2,3 et. heten natuurlijke getallen. De natuurlijke en de negateve gehele getallen heten
samen de gehele getallen.

Als kinderen de telrij kunnen zingen of opzeggen, betekent dat nog niet dat zij een hoeveelheid
kunnen tellen. Hiervoor moeten kinderen ook tegelijk met het opzeggen van de telrij voorwerpen
kunnen aanwijzen. Het één voor één de getallen in volgorde opzeggen en gelijk in hetzelfde tempo
objecten aanwijzen, heet synchroon tellen. Synchroon tellen is pas betekenisvol voor kinderen als zij
de noodzaak zien om de getallen goed op rij op te zeggen en om daarbij en tegelijkertjd ook nog de
voorwerpen aan te wijzen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij spelletjes met pionnen en dobbelstenen.
De context van het spel geef betekenis aan het tellen. Gelijktjdig met tellen een beweging maken
ondersteunt de één-één-relate. Kinderen zijn pas later toe aan objectgebonden tellen: het tellen
van een aantal voorwerpen, zonder dat voor het kind duidelijk is waarom er geteld moet worden.

Het vaardig synchroon tellen vormt de opstap naar resultatief tellen. De leerkracht kan uitnodigde
telactviteiten aanbieden, die de gewenste ontwikkeling in het tellen verder stmuleren. Het is goed
om situates te nemen waarin de hoeveelheid betekenisvol is voor kinderen. Zo’n situate is
bijvoorbeeld het aantal kaarsjes op een verjaardagstaart.

Het tellen van de kaarsjes is niet eenvoudig, omdat de kaarsjes in een cirkel staan: waar moet je
beginnen en wanneer houd je op? Een goede context helpt kinderen het kerninzicht te ontwikkelen
dat het laatste telgetal de hoeveelheid aangeef.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Shanna123. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.33  5x  sold
  • (1)
  Add to cart