In dit document staan 205 oefenvragen + antwoorden voor sociologie periode 1. Ik heb hiermee een 7,5 gehaald, omdat dit voor mij het beste werkt qua leren. Alle hoofdstukken worden behandeld.
1. Wat is sociologie?
2. Wat is het sociologisch perspectief?
3. Wat zijn de 3 sociologische perspectieven?
4. Wat is het mondiaal/globaal perspectief?
5. Wat is een hoog-inkomensland? Hoeveel landen zijn er?
6. Wat is een middeninkomensland? Hoeveel landen zijn er?
7. Wat is een laag-inkomensland? Hoeveel landen zijn er?
8. 4 redenen waarom westerse landen worden vergeleken met arme landen
9. Wat is het belang van sociologie?
10. Wat is de sociologische verbeeldingskracht?
11. Wat waren de veranderingen waardoor sociologie ontstond?
12. Wanneer was de industrialisering?
13. Wat is moderniteit?
14. Wat is modernisering, en wat zijn er kenmerken van?
15. Wat zegt Ferdinand Tönnies over modernisering?
16. Kenmerken van gemeinschaft?
17. Kenmerken van gesellschaft?
18. Wat zijn gevaren van de moderne samenleving?
19. Wat is anomie?
20. Wat waren de problemen die ontstonden bij de groei van de steden?
21. Hoe verklaarde Emile Durkheim de modernisering?
22. Hoe beschouwt Max Weber de modernisering?
23. Hoe beschouwt Karl Marx de modernisering?
24. Wanneer ontwikkelde sociologie zich binnen Nederland en waarom?
25. Wat zijn de hoofdvragen van sociologie?
Hoofdstuk 2:
1. Wat is cultuur?
2. Wat is immateriële cultuur?
3. Wat is materiële cultuur?
4. Wat is een cultuurschok?
5. Wat is een natiestaat?
6. Wat is een samenleving?
7. Wat is cultuuroverdracht?
8. Wat is de Sapir-Whorfthese?
9. Wat zijn voorbeelden van cultuurelementen?
10. Wat is een belangenconflict?
11. Wat is een waardenconflict?
12. Wat is sociale controle?
13. Wat is de socioculturele revolutie?
14. Wat is jagen & verzamelen en wanneer is dit ontstaan?
15. Wat is tuinbouw & veehouderij en wanneer is dit ontstaan?
, 16. Wat is landbouw en wanneer is dit ontstaan?
17. Wat is industrie en wanneer is dit ontstaan?
18. Wat is het postindustrieel tijdperk?
19. Wat is de hoge/elitaire cultuur?
20. Wat is de populaire (lage/volks) cultuur?
21. Wat is een subcultuur?
22. Wat is het multiculturalisme?
23. Wat is het eurocentrisme?
24. Wat is een tegencultuur?
25. Wat is het culturele-integratieprincipe?
26. Wat is een cultuurlag?
27. Hoe verandert een cultuur?
28. Hoe gaan we om met cultuurverschillen, en wat betekent dit?
29. Wat is cultuur volgens het structureel functionalisme?
30. Wat zijn universele cultuurkenmerken?
31. Hoe ziet de conflictsociologie cultuur?
32. Wat is de sociobiologie?
33. Hoe ziet de sociobiologie cultuur?
Hoofdstuk 3:
Wat is socialisatie?
1. Wat is de persoonlijkheid?
2. Wat is internalisering?
3. Wat is externalisering?
4. Wat is sublimering?
5. Wat is het flatje van Freud en wat betekent het?
6. Wat is de sensorisch-motorische fase van Piaget?
7. Wat is de pre-operationele fase van Piaget?
8. Wat is de fase van de concrete bewerkingen van Piaget?
9. Wat is de fase van de formele bewerkingen van Piaget?
10. Wat zijn de fasen van Kohlberg qua morele ontwikkeling?
11. Wat betekent sekse?
12. Wat is het ‘zelf’ volgens Mead?
13. Hoe kan het zelf zich ontwikkelen?
14. Wat is het ‘gespiegelde zelf’ volgens Mead?
15. Wat zijn ‘significante anderen’ volgens Mead?
16. Wat is de ‘gegeneraliseerde ander’ volgens Mead?
17. Wat is het verschil tussen ‘ik’ en ‘mij’ volgens Mead?
18. Wat zijn genderrollen?
19. Waar begint het socialisatieproces?
20. Waar krijgen kinderen vaak voor het eerst te maken met bureaucratie?
21. Wat is een peergroup?
22. Wat is een anticiperende socialisatie?
23. Wat is massamedia?
24. Waarvan is de emotionele en sociale turbulentie binnen de adolescentie gevolg?
25. In welke fase brengen we de meeste dingen tot stand?
, 26. Wat is de definitie van ouderdom?
27. Wat is een cohort?
28. Wat betekent totale institutie?
29. Wat is resocialisatie/heropvoeding?
30. Uit welke delen bestaat de resocialisatie?
Hoofdstuk 4:
1. Wat is sociale interactie?
2. Wat is een sociale structuur?
3. Wat zijn de bouwstenen van een sociale structuur, wat betekent dit?
4. Wat is een statusset?
5. Wat is een toegeschreven status?
6. Wat is een verworven status?
7. Wat is een masterstatus?
8. Wat is een rol?
9. Wat is een rolset?
10. Wat is een rolconflict?
11. Wat is een rolspanning?
12. Wat is de sociale constructie van de werkelijkheid?
13. Wat zegt de stelling van Thomas/Thomas-theorema?
14. Wat is etnomethodologie?
15. Wat is de dramaturgische analyse?
16. Wat is de zelfpresentatie binnen de dramaturgische analyse?
Hoofdstuk 5:
1. Wat zijn sociale groepen?
2. Wat is een primaire groep?
3. Wat is een secundaire groep?
4. Wat zijn de vormen van leiderschap?
5. Wat zijn de 3 leiderschapsstijlen?
6. Wat betekent groepsconformiteit?
7. Wat is een ingroep?
8. Wat is een outgroep?
9. Wat betekent dyade?
10. Wat betekent triade?
11. Wat is een netwerk?
12. Wat zijn formele organisaties?
13. Wat betekent traditie?
14. Wat is rationaliteit?
15. Wat is een bureaucratie?
16. Wat zijn de kenmerken van een bureaucratie?
17. Wat zijn omgevingsfactoren?
18. Wat is het bureaucratisch ritualisme?
19. Wat is bureaucratische inertie?
20. Wat is een oligarchie?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marieke-deleeuw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.90. You're not tied to anything after your purchase.