Samenvatting van het boek De Diagnostische Cyclus H1 t/m H10 voor het vak Methodiek van de Diagnostiek van Pedagogische Wetenschappen (Eerste semester van de pre-master). De hoofdstukindeling in de samenvatting komt overeen met de onderdelen van de diagnostische cyclus en wijkt dus af van de hoofds...
De diagnostische cyclus
Hoofdstuk 1 Diagnostiek
(Klinische psycho) Diagnostiek: informatie verzamelen over de cliënt en zijn/haar omgeving met het
oog op het ontwerpen van de meest adequate aanpak van de problemen die door de cliënt zelf of
door zijn/haar omgeving zijn gesignaleerd.
Als professioneel handelen is diagnostiek te beschrijven als een zoek- en beslissingsproces dat in
dialoog met de cliënt en zijn/haar omgeving wordt uitgevoerd.
In het verleden lag de nadruk binnen de diagnostiek op het aanbrengen van kennis en over en
vaardigheden in het afnemen van tests en op het interpreteren van testresultaten. De diagnosticus
deed in het geval van complexe beslissingen een beroep op zijn/haar intuïtie en eigen ervaring, ook
wel klinisch oordeel. Tegenwoordig wordt dit ongewapend oordeel genoemd: de diagnosticus spreekt
een oordeel uit zonder expliciet een beroep te doen op methodologische principes en systematische
procedures. Dit leidt tot tekorten en vertekeningen.
Drie ontwikkelingen in gedragsonderzoek t.b.v. verbeteren diagnostiek:
- Onderzoek naar kwaliteit van het ongewapende oordeel
- De ontwikkelingen in de besliskunde: beslissingsprocessen om op rationeel verantwoordelijke
wijze beslissingen te nemen.
- Ontwikkelen van prescriptieve (hoe moet iets worden gedaan?) kaders ten behoeve van de
professionele diagnostiek: Wat voldoet wel en niet aan een verantwoorde diagnostiek?
De diagnosticus is afhankelijk van beschikbaarheid en kwaliteit van hulpmiddelen. Deze hulpmiddelen
zijn:
- Inhoudelijke theorieën over het ontstaan en in stand blijven van problemen
- Kennis over normale en afwijkende ontwikkelingspatronen
- Instrumenten en technieken om gedragsverschijnselen in kaart te brengen
- Statistische en psychometrische technieken om gegevens te verwerken
Wetenschappelijke diagnostiek: Probleemoplossend omgaan met persoonlijkheids- en
gedragsproblemen ondersteund met wetenschappelijk-empirische kennis.
Foutenbronnen
Belang van onderzoek naar kwaliteit van en de foutenbronnen in oordelen en beslissen in
diagnostische praktijk:
- Onderzoek naar de wijze waarop mensen met kansen en waarschijnlijkheden omgaan: in het
beste geval kan de diagnosticus zijn/haar subjectieve verwachtingen beargumenteren vanuit
een noodzakelijk beperkte en incidentele steekproef uit de literatuur.
De vaststelling dat mensen bij schatten en redeneren met kansen afwijken van wat logische dan wel
statistisch voorgeschreven wordt, leidde tot onderzoek naar de oorzaken van deze afwijkingen. Dit
leidde tot het blootstellen van cognitieve vuistregels en heuristieken (zoekstrategieën die tot
oplossingen kúnnen leiden).
- Onderzoek naar vuistregels en heuristieken die mensen doorgaans geneigd zijn om te volgen.
Bijvoorbeeld beschikbaarheidsheuristiek: de neiging om de kans van het optreden van een
verschijnsel hoger in te schatten naarmate zij met minder moeite voorbeelden van het verschijnsel
voor de geest kunnen halen. Bijvoorbeeld confirmation bias: de neiging om informatie op te zoeken die
de eigen opvatting ondersteunt.
- Onderzoek naar de kwaliteit van professionele diagnostiek. Fouten en vertekeningen blijken
bij de professionele diagnosticus in elke fase van de besluitvorming voor te komen. Dit moet
diagnostici er toe zetten de kwaliteit van de eigen besluitvorming kritisch te evalueren en waar
nodig te verbeteren.
,Besliskundige ondersteuning
Er bestaan twee beslissingstheorieën:
- Descriptieve beslissingstheorie: onderzoek naar fouten en vertekeningen bij oordelen en
beslissen beschrijvend van aard. Er wordt nagegaan hoe het oordelen en beslissen feitelijk
verloopt, niet hoe het zou moeten verlopen. Deze theorie houdt zich tevens bezig met het
verklaren van het beslissingsgedrag.
- Normatieve beslissingstheorie: gaat verder dan beschrijven en verklaren en schrijft voor hoe
de beslisser formeel te werk moet gaan op basis van een aantal rationele grondregels
(axioma’s). Dit vindt plaats in de besliskunde.
Besliskunde: verzameling van modellen en procedures die aangeven hoe de beslisser in de
verschillende stappen van de beslissingsproces het best kan handelen met het oog op het te bereiken
doel. Het vermijden van fouten en vertekeningen is hierbij een onderdeel.
Het diagnostisch beslissingsproces is eveneens te analyseren als een proces waarin opties en
consequenties geformuleerd en geëvalueerd kunnen worden. De technieken en procedures uit de
besliskunde kunnen hierbij ter ondersteuning worden ingezet.
De stel- en spelregels voor onderzoek in de diagnostiek zijn vergelijkbaar met de voorschriften in de
algemene methodische beschouwingen over het inrichten van empirisch onderzoek. Deze
voorschriften garanderen niet dat het onderzoek ook feitelijk tot de oplossing van het
onderzoeksprobleem bijdraagt. Wel wordt aangenomen dat het volgen van de voorschriften de kans
op het leveren van een oplossing verhoogt.
Normatieve diagnostiek
Volgens Westmeyer houdt normatieve diagnostiek zich bezig met de activiteiten die gericht zijn op het
funderen, ontwikkelen en evalueren van regels, voorschriften en procedures voor diagnostisch
onderzoek. Richt zich op vragen als: wat is feitelijk een diagnose? Is het mogelijk en redelijk
voorschriften voor de diagnosticus te formuleren? In hoeverre kan het diagnostisch proces door deze
voorschriften gereguleerd worden?
Toch spreekt het boek van prescriptief in plaats van normatief om drie redenen:
- De term normatief heeft volgens Westmeyer een algoritmische en niet een heuristieke
betekenis.
- Normatief wordt in de besliskunde tevens gebruikt als in algoritmische zin. De algoritmische
modellen zijn daarbij ook alleen bruikbaar in goed gedefinieerde beslissingssituaties, die in de
klinische diagnostiek zelden voorkomen.
- In de besliskunde gaan stemmen op om de term prescriptief te gebruiken voor
beslissingsondersteuning in complexe, naturalistische situaties.
Prescriptieve diagnostiek
Prescriptieve diagnostiek wordt ook wel ‘leer van de diagnostiek’ genoemd. Het specifieke van
prescriptieve diagnostiek is dat de fundering van de spelregels gezocht wordt in het analyseren en
blootleggen van de grondkenmerken van het professionele diagnostisch proces. Prescriptieve studies
houden zich bezig met de vraag hoe een diagnosticus het diagnostisch proces kan vormgeven.
In Nederland heeft de empirische cyclus van De Groot de grondtoon gezet voor ontwikkelingen in de
prescriptieve diagnostiek. In de empirische cyclus staat het voortbrengen en toetsen van hypothesen
centraal. Om deze reden wordt in Nederland modellen die op de empirische cyclus zijn georiënteerd
hypothesetoetsende diagnostische modellen genoemd.
Diagnostiek is een open systeem. De in Nederland ontwikkelde diagnostische modellen geven in
algemene zin aan welke stappen in welke volgorde op welke wijze doorlopen moeten worden: een
kant- en klaar beslissingsmodel bestaat niet. Professionele diagnostiek is immers een combinatie van
methodologische kennis en het inzetten van die kennis op een specifieke cliënt.
,Van hulpvraag tot cyclus
Het diagnostische proces start nadat de cliënt zich aanmeldt met een of meerdere hulpvragen. Niet
iedere hulpvraag is een diagnostische hulpvraag. Een diagnostische hulpvraag van de cliënt wordt
gezamenlijk geherformuleerd tot een vraagstelling.
Type Type
Type
Hulp vraag (C) diagnostische vraagstelling
onderzoek (D)
hulpvraag (D) (C en D)
Prototype diagnostische hulpvraag Type vraagstelling Type onderzoek Code
Hoe moet ik verwoorden wat ik ten opzichte Verheldering Verhelderend VHD
van de cliënt ervaar?
Wat is er met de cliënt aan de hand? Onderkenning Onderkennend ODK
Waarom is dit met de cliënt aan de hand? Verklaring Verklarend VKR
Hoe kan de cliënt het best geholpen worden? Indicatie Indicerend IDC
Er kan een combinatie van hulpvragen zijn. In dit geval is er tevens een combinatie van
onderzoekstypen. Bij het samengaan van hulpvragen en daarop afgestemde typen onderzoek is de
volgorde niet willekeurig. Er is sprake van intrinsiek noodzakelijke volgorde. Dit wordt ook wel
diagnostisch scenario genoemd.
Het doel van diagnostisch onderzoek door de diagnosticus is optimaal antwoord geven op de
hulpvraag van de cliënt. Dit is echter afhankelijk van de beantwoording op een andere hulpvraag.
Onderkenning gaat bijvoorbeeld aan indicatie vooraf.
De diagnostische hulpvraag stuurt het onderzoek. Om deze reden is verhelderend onderzoek de
gepaste aanvangsstap van elk diagnostisch scenario.
Vier soorten scenario’s:
- 0-scenario: na verhelderend onderzoek geen overgang naar een volgend type onderzoek.
- 1-scenario: in dit scenario wordt één keer de overgang gemaakt van het ene type naar het
andere type onderzoek.
- 2-scenario: na verhelderend onderzoek twee overgangen. Bijvoorbeeld verheldering-
onderkenning-indicatie.
- 3-scenario: dit is het meest volledig. Dit is de geordende combinatie van de bovenstaande
tabel. Het 3-scenario stoelt op de gedachtegang dat verheldering van de klacht (hoe is het te
verwoorden?) kennis oplevert die bijdraagt tot een goede onderkenning van het probleem (wat
is er aan de hand?). Als het probleem onderkend is, kan een verklaring worden gegeven
(waarom is er een probleem?). Tot slot wordt er vanuit gegaan dat we voor een indicatie van
de interventie (hoe kan het best geholpen worden?) moeten beschikken over de antwoorden
van de voorgaande vraagstellingen.
Verband van onderzoekstypen, stappen en onderzoekscomponenten in het diagnostisch scenario.
Onderzoekstype Stap Component Code
Verhelderend 1 Klachtanalyse (KA)
Onderkennend 2 Probleemanalyse (PA)
Verklarend 3 Verklaringsanalyse (VA)
Indicerend 4 Indicatieanalyse (IA)
De term diagnose wordt in de praktijk doorgaans gebruikt in twee betekenissen:
- Als onderkenning van een stoornis (hier is sprake van ADHD)
- Als verklaring voor het probleem of de stoornis (Haar internaliserende gedragsstoornis is een
gevolg van een onveilige hechting)
, Hoofdstuk 2 De diagnostische cyclus
In de bovenstaande tabel wordt het diagnostische proces beschreven als een scenario bestaande uit
het doorlopen van een reeks van vier hoofdstappen. In de diagnostiek is zeer zelden ‘rechtlijnig’ door
de reeks doorlopen. De aard van de problematiek vergt meestal het herhaald doorlopen van het
volledige scenario is van onderdelen hieruit. Een optimaal diagnostisch beslissingsproces dwingt tot
een cyclisch verloop. Daarnaast dient in elke stap van het proces de veronderstellingen en ideeën van
de diagnosticus aan de feiten worden getoetst.
Het onderzoek start bij de aanmelding
(Anm) van de cliënt en eindigt bij het
advies (Adv). De ononderbroken pijlen
geven het grondfiguur van de
diagnostische cyclus weer. De
gestippelde lijnen de mogelijkheden die
zich om een geldige reden in de
diagnostische praktijk kunnen
voordoen. Bij het voorwaarts bewegen
of het teruggaan (herhalen van de laatst
uitgevoerde stap/terugkeren naar
eerdere) binnen de cyclus dient het
resultaat van iedere stap als
uitgangspunt voor de volgende stap.
Elke stap levert een conclusie op.
Klachtanalyse (KA)
De klachten van de cliënt vormen de ingang tot het diagnostisch proces. In de klachtenanalyse
verzamelt de diagnosticus de klachten en gaat na of de verwoording van de cliënt daadwerkelijk
overeenkomt met wat hij/zij bedoelt. Samen wordt gekeken welke diagnostische hulpvraag tegemoet
zou kunnen komen, de verhelderende diagnose. De uitkomst van de klachtanalyse is een ordening
van de klachten die de cliënt beschrijft en herkent.
Probleemanalyse (PA)
Problemen zijn situaties of gedragingen van de cliënt waarover de diagnosticus op empirisch of
theoretische gronden kan aannemen dat er sprake is van een voor de cliënt ongunstige toestand.
Ongunstig houdt in dat de psychosociale aanpassing en ontwikkeling van de cliënt verstoord zijn of
dreigen te worden. De diagnosticus legt verbanden tussen klachten en problemen, controleert de
correspondentie, groepeert en benoemt de problemen en taxeert de ernst. De uitkomst van de
probleemanalyse is een benoeming van het probleem/de problemen: de onderkennende diagnose.
Verklaringsanalyse (VA)
Verklaringen zijn empirisch getoetste uitspraken over condities die afzonderlijk of in samenhang het
probleem hebben doen ontstaan dan wel instandhouden. Verklarende uitspraken die nog niet getoetst
zijn, zijn hypothesen. De diagnosticus genereert hypothesen, leidt er empirische toetsbare
voorspellingen uit af, formuleert en toetst deze en stelt een integratief beeld op. De uitkomst van de
verklaringsanalyse is een samenhangend beeld, waarin één of meerdere condities met een bepaalde
mate van waarschijnlijkheid als verklaring voor het probleem gelden: de verklarende diagnose.
Indicatieanalyse (IA)
Indicaties zijn empirisch of theoretisch onderbouwde aanbevelingen voor één of meerdere
interventies. Interventies hebben het karakter van typen en vormen van (be)handelings- en
begeleidingsvoorstellen. De diagnosticus formuleert in overleg met de cliënt een globaal
interventiedoel, inventariseert de in aanmerking komende typen interventie, bepaalt in onderling
overleg het nut van de mogelijke alternatieven, onderzoekt of de indicatiecriteria voor de verschillende
interventies van toepassing zijn, schat de kans van slagen in van de mogelijke keuzen en formuleert
een uiteindelijke aanbeveling. De uitkomst van de indicatiefase is een lijst van indicaties in de zin van
aanbevelingen voor de mogelijke interventies: de indicerende diagnose.
Na het afronden van de indicatieanalyse wordt een nieuwe empirische cyclus doorlopen: interventie-,
behandelings- of therapiecyclus.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller schippersinge. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.79. You're not tied to anything after your purchase.