Psychologie
Blok 2 Semester 1
Jaar 1 2018/2019
Social Work
Psychologie, een inleiding
Philip G. Zimbardo
Robert L. Johnson
Vivian McCann
Begrippen
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 8.1
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 13; 13.2.2 & 13.2.3
,Hoofdstuk 1 Geest gedrag en psychologische wetenschap
Begrip Betekenis
Psychologie Psychologie = Wetenschap van gedrag en mentale processen.
Experimenteel psycholoog Psycholoog die onderzoek doet naar elementaire psychologische
processen – in tegenstelling tot een toegepaste psycholoog.
Docent psychologie Psycholoog met als primaire taak het geven van onderwijs op
bijvoorbeeld een hbo- of bacheloropleiding of aan een universiteit.
Toegepast psycholoog Psycholoog die de door experimenteel psychologen vergaarde kennis
gebruikt om problemen van mensen op te lossen.
Psychiatrie Een medisch specialisme dat zich richt op de diagnose en behandeling
van mentale stoornissen.
Pseudopsychologie Niet-onderbouwde psychologische aannamen die als wetenschappelijke
waarheden worden gepresenteerd.
Vaardigheden voor kritsche Dit boek legt de nadruk op 6 kritsche denkvaardigheden gebaseerd op
denken de volgende vragen: Wat is de bron? Is de bewering redelijk of extreem?
Wat is het bewijsmateriaal? Kan de conclusie zijn beïnvloed door bias?
Worden veelvoorkomende denkfouten vermeden? Zijn voor het
oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig?
Anekdotsch bewijsmateriaal Getuigenissen die de ervaringen van iemand of enkele personen
schetsen, maar ten onrechte voor wetenschappelijk bewijs worden
aangezien.
Bias Een vooroordeel, vervorming of vertekening van een situate, meestal op
basis van persoonlijke ervaringen en waarden.
Emotonele bias De neiging om oordelen te vellen gebaseerd op attudes en gevoelens,
in plaats van op een ratonele analyse van het bewijsmateriaal.
Confirmaton bias De neiging om informate die niet bij je opvatngen aansluit te negeren
(bevestgingsbias)i of te bekritseren en om in plaats daarvan informate te zoeken waar je
het wel mee eens bent.
Biologische perspectee Het psychologische perspectef dat de oorzaken van gedrag zoekt in het
functoneren van de genen, de hersenen en het zenuwstelsel en
hormoonstelsel.
Neurowetenschap Het vakgebied dat zich richt op begrip van hoe de hersenen gedachten,
gevoelens, moteven, bewustzijn, herinneringen en andere mentale
processen te creëren.
Evolutonaire psychologie Een relatef nieuw specialisme in de psychologie dat gedrag en mentale
processen beschouwt op basis van hun genetsche aanpassingen aan
overleving en voortplantng.
Introspecte Beschrijving van je eigen innerlijke, bewuste ervaringen.
Structuralisme Historische stroming binnen de psychologie die de basisstructuren van
de geest en de gedachten tracht te ontrafelen. Structuralisten zochten
de ‘elementen’ van de bewuste ervaring.
Functonalisme Historische stroming binnen de psychologie die meende dat psychische
processen het beste begrepen kunnen worden in het licht van hun
adapteve nut en functe.
Cognitee perspectee Een van de belangrijkste psychologische perspecteven, waarbij de
nadruk ligt op mentale processen, zoals leren, geheugen, percepte en
denken als vormen van informateverwerking.
Behaviorisme Een historische school die ernaar streefde om van de psychologie een
objecteve wetenschap te maken die zich alleen op gedrag richte en
niet op mentale processen)
, Behavioristsch perspectee Een psychologische invalshoek die de bron van onze handelingen zoekt
in stmuli vanuit de omgeving, in plaats van innerlijke mentale processen.
Psychodynamische Een benadering die de nadruk legt op het begrijpen van het menselijk
psychologie functoneren in termen van onbewuste behoefen, verlangens,
herinneringen en conficten.
Psychoanalyse Een benadering van de psychologie die is gebaseerd op de
veronderstellingen van Freud, die de nadruk legt op onbewuste
processen. De term verwijst zowel naar Freuds psychoanalystsche
theorie als naar zijn psychoanalystsche behandelmethode
Perspecteven vanuit de Een aantal psychologische perspecteven die draaien om een globaal
gehele persoon (‘whole inzicht in de persoonlijkheid, waaronder de psychodynamische
person’)i psychologie, humanistsche psychologie en psychologie van
karaktertrekken en temperament.
Humanistsche psychologie Een klinische benadering die de nadruk legt op de mogelijkheden, groei,
potente en vrije wil van de mens.
Psychologie van Een psychologisch perspectef dat gedrag en persoonlijkheid ziet als de
karaktertrekken en producten van fundamentele psychologische kenmerken.
temperament
Ontwikkelingsperspectee Een van de 6 belangrijke perspecteven van de psychologie, dat zich
onderscheidt door de nadruk op erfelijkheid en omgeving, en op
voorspelbare veranderingen die zich voordoen tjdens de levensloop.
Socioculturele perspectee Een van de 6 belangrijke perspecteven van de psychologie, dat de
nadruk legt op het belang van sociale interacte, sociaal leren en een
cultureel perspectef.
Cultuur Een complexe mix van taal, opvatngen, gewoonten, waarden en
tradites die wordt ontwikkeld door een groep mensen en die wordt
gedeeld met anderen in dezelfde omgeving.
Crosscultureel psycholoog Een psycholoog die werkt in dit specialisme is geïnteresseerd in de
manieren waarop psychologische processen verschillen tussen mensen
van verschillende culturen.
Holisme Visie die de totaliteit altjd belangrijker vindt dan de som der delen.
Wetenschappelijke methode Een uit de vier stappen bestaande proceduren voor empirisch onderzoek
van een hypothese, waarbij de omstandigheden zo zijn gekozen dat
vooroordelen en subjecteve oordelen worden uitgesloten.
Empirisch onderzoek Onderzoeksbenadering waarbij gegevens worden verzameld door
middel van objecteve informate uit de eerste hand, gebaseerd op
sensorische ervaring en observate.
Theorie Toetsbare verklaring voor een aantal feiten of observates.
Hypothese Voorspelling van de uitkomst van een wetenschappelijk onderzoek; een
bewering over de relate tussen variabelen in een onderzoek.
Variabele In deze context: element dat van invloed is op hetgeen onderzocht
wordt zoals geformuleerd in de onderzoeksvragen of hypothese)
Operatonele definite Objecteve beschrijving van een concept dat bij een wetenschappelijk
onderzoek hoort. Operatonele defnites kunnen concepten die worden
bestudeerd herformuleren in gedragsmatge termen angst kan
bijvoorbeeld operatoneel worden gedefnieerd als ‘zich van een
stmulus af bewegen’) Operatonele defnites zijn ook exacte
omschrijvingen van de manier waarop een experiment moet worden
uitgevoerd en waarop belangrijke variabelen moeten worden gemeten
aantrekkingskracht kan bijvoorbeeld worden gemeten door de
hoeveelheid tjd die iemand naar een ander kijkt)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NLH99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.