1. Chinees Keizerrijk begin 19e eeuw ernstig verzwakt
Qing-dynastie / mantsjoe-dynastie regeerde in de 19e eeuw in China. Dynastie is een serie
heersers uit 1 familie. Chinese keizers zijn absolute vorsten en gingen uit van ‘Hemels
Mandaat’.
Het rijk was verdeeld in provincies, die in prefecturen en die weer in districten. Hierbij
stonden ambtenaren aan het hoofd. De hoogste ambtenaren werden mandarijnen genoemd.
Ook waren er mensen die de ambtenaren controleerden. Je kon ambtenaar worden door het
ambtenarexamen, zodat het rijk werd regeerd door betrouwbare mensen. Minder dan 1%
slaagde de 1e keer → Bureaucratie.
Confucianisme (Koeng Foe-tsoe/confucius):
- Aanvulling op bestaande geloof in het hemelse en aardse orde
- Het juiste persoonlijke gedrag: aard van mens was goed
- ‘Vijf Menselijke Relaties’: juiste betrekkingen tussen heersers en zijn onderdanen,
vader en zoon enzv
- Van de hoger geplaatsten werd welwillendheid en vriendelijkheid verwacht en van de
lagere toewijding en gehoorzaamheid.
- Er waren vaste omgangsvormen, als je je daaraan hield gedroeg je je op de juiste
manier
Centrale gezag van Qing Dynastie verzwakte in einde 18e eeuw. Oorzaken:
- Corruptie en ineffiecient bestuur namen toe in laatste periode van Qianlong. Heshen
was erg corrupt, hij was vertrouweling van Qianlong en kreeg steeds hogere functies.
Hij liet oa. militaire acties tegen opstandelingen langer duren.
- Dit leidde tot een politieke crisis: opstand van de Witte Lotus (1796) → bevolking
leefde in slechte omstandigheden.
- Hongersnoden: als gevolg van natuurrampen, overbevolking en uitbuiting overheid.
,2. De Eerste Opiumoorlog (1839-1842)
China beschouwde zich als het middelpunt van de wereld (Het Rijk van het Midden).
Westerse Staten en buurlanden werden als ondergeschikt beschouwd en er werd geen
contact gelegd.
Ook het christelijke Westen beschouwde zich als beter dan de rest. China kreeg te maken
met modern imperialisme, samen met economische uitbuiting en politieke overheersing.
Chinese keizers voelden niks voor het Westerse streven → de taak om de rest van
de wereld te beschaven.
Beiden wilden zich niet aanpassen aan elkaar, maar de Britten zagen een kans om met het
conflict over opium China te dwingen tot onderhandelen.
De Britten voerde opium naar China, wat voor China erg schadelijk was:
- Opium kostte zoveel Chinees zilver dat het de economie beschadigde. Het
verergerde toen er een einde werd gemaakt aan de East India Company, en
iedereen kon handelen met China.
- Sociale ontwrichting in kustgebieden van China als gevolg van opiumverslavingen.
- Chinese regering verbood de handel, maar Chinese ambtenaren bleken omkoopbaar
en de handel steeg.
Aanleiding van de Opiumoorlog: China laat opium van de Engelse vernietigen, omdat de
situatie niet verbeterde. De Britten stuurden een vloot en leger op China af hierdoor. De
Britten hadden een grote voorsprong door de Industriële Revolutie en China verloor.
De Chinese regering werd door de Britten in het Verdrag van Nanking gedwongen (1842):
- 5 havens werden opengesteld voor de Britse handel
- Het eiland Hong Kong werd afgestaan aan de Britten
- De Britse kooplieden in de havens vielen niet onder het Chinese bestuur.
- 6 miljoen dollar schadevergoeding betalen
- Het verdrag werd periodiek herzien.
, 3. Nieuwe Chinese concessies na Tweede Opiumoorlog (1856-1860)
Verdrag van Nanking was het begin van een aantal verdragen van China met
imperialistische buitenlandse mogendheden → Ongelijke verdragen. Gevolgen:
- verlies van zeggenschap over grondgebied
- verlies van inkomsten uit economische centra die voor een groot deel in handen
kwamen van buitenlandse mogendheden
Verdragen met landen zoals VS, Frankrijk, Nederland, Zweden, Denemarken.
Na conflicten → Tweede Opiumoorlog en Chinees-Japanse Oorlog, kregen ook
Japan en Rusland een deel van het keizerrijk en namen soms overheidstaken over.
Tweede Opiumoorlog (1856-1860)
China zag de verdragen als tijdelijk en toen China meer concessies moest doen
weigerde ze dat → Engeland en Frankrijk besloten een nieuwe oorlog te voeren.
China verloor weer.
Bij de vredesonderhandelingen waren ook de VS en Rusland betrokken in het Verdrag van
Tianjin (1858):
- de 4 landen mochten in Peking ambassades vestigen
- er kwamen 10 nieuwe handelshavens
- soevereiniteit binnen China (westerse landen kregen exterritoriale rechten)
- opiumhandel werd weer toegestaan
- christendom mocht overal in China worden verkondigt
- buitenlanders mochten door heel China reizen
- importheffingen werden in het voordeel van de buitenlandse mogendheden geregeld
- China moest schadevergoeding betalen aan Engeland en Frankrijk
Rusland wilde nog een aanvullend verdrag, waarin China een stuk land moest afstaan. Dit
wilde China niet dus hervatte de oorlog. China accepteerde het verdrag in 1860 alsnog, door
de vernietiging van het paleis bij Peking door Engeland en Frankrijk.
De Chinese-Japanse Oorlog (1894-1895)
China was samen met de Zelfversterkende Beweging, begonnen aan de modernisering van
hun leger. Japan deed dit ook, maar had een tekort aan grondstoffen en overbevolking.
Daarom wilde Japan Korea veroveren. Alleen werd Korea beschouwd als het land van
China, dus brak er een oorlog uit (1894). Het Japanse leger was veel sterker.
Bij de Vrede van Shimonoseki (1895) werd China gedwongen tot:
- Korea werd onafhankelijk
- afstaan van gebieden (Taiwan, Pescadores, Liaodong eiland) aan Japan
- toestemming voor Japan om fabrieken te bouwen bij elke haven
- betalen van schadevergoeding
- afstaan van grondgebied aan Rusland, Frankrijk en Duitsland
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annawijnands. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $2.70. You're not tied to anything after your purchase.