100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Oefenvragen maag-, darm- en leveraandoeningen pathologie $4.82   Add to cart

Answers

Oefenvragen maag-, darm- en leveraandoeningen pathologie

2 reviews
 129 views  7 purchases
  • Course
  • Institution

Alle oefenvragen (7 hoorcolleges) ingevuld. 5 vragen niet in kunnen vullen.

Preview 4 out of 81  pages

  • January 26, 2019
  • 81
  • 2018/2019
  • Answers
  • Unknown

2  reviews

review-writer-avatar

By: yourimoss • 4 year ago

review-writer-avatar

By: btisamel1 • 3 year ago

avatar-seller
Oefenvragen pathologie MDL voeding
en diëtetiek 2018/2019
Inhoud
Hoorcollege 1.........................................................................................................................................2
Hoorcollege 2: De maag.......................................................................................................................16
Hoorcollege 3: Dunne darm..................................................................................................................31
Hoorcollege 4.......................................................................................................................................46
Hoorcollege 5: Dikke darm...................................................................................................................55
Hoorcollege 6: De lever........................................................................................................................65
Hoorcollege 7: pancreattt...................................................................................................................74

,Hoorcollege 1

1. Wat zijn de functies van het spijsverteringssyteem ?
Hoofdfuncties: het verteren en opnemen (absorberen) van het voedsel.


Mondholte en  Voedsel vermalen;
speekselklieren  Speeksel: makkelijker doorslikken;
 Voorvertering zetmeel.
Slokdarm  Verbindt mondholte en keelholte met maag;
(oesphagus)  Vervoert voedsel van mondholte naar maag.
Maag  Scheidt maagzuur (zoutzuur, HCI) uit, doodt bacteriën;
 Inactieve pepsinogeen-> door maagzuur pepsine->
eiwitvertering;
 Kneedt voedselbrij;
 Spijsverteringsenzymen goed inwerken.
Dunne darm  Scheidt samen met alvleesklier spijsverteringsenzymen uit
(voedselbrij verteerd in absorbeerbare voedingsstoffen);
 Verteerde voeding opnemen;
 Afweer tegen pathogenen;
 Hormonen en verstuurt zenuwimpulsen die spijsvertering
sturen en beïnvloeden.
Lever en galblaas  Door gal grote vetdruppels verdeeld in kleine
vetdruppeltjes.
 Lever: voedingsstoffen opnemen.
Alvleesklier  Produceert bicarbonaat die zure voedselbrij die de maag
(pancreas) verlaat en in duodenum terecht komt, neutraliseert.
Hierdoor KH vertering op gang.
Lage pH inactiveert werking amylase.
 Produceert pro-enzymen die in dunne darm worden
omgezet in actieve enzymen. Belangrijke rol in kh-, eiwit en
vetvertering.
Dikke darm (colon)  Absorptie water;
 Laatste deel ontlasting.

2. Beschrijf de absorptie van monosachariden in de darmwand.
Glucose en galactose worden middels SGLT-1 transporter vanuit het darmlumen in
de darmcel getransporteerd. Vervolgens door natriumafhankelijke actief co-transport
van darmcel in bloed getransporteerd.
Natriumafhankelijke co-transporter is een Na/K-ATpase-pomp en gebruikt ATP om
glucose en galactose in bloed te krijgen. Deel glucose ook in mond geabsorbeerd.

Fructose door GLUT-5-transporter (diffusie o.i.d. transporteiwitten) vanuit darmlumen
in darmcel getransporteerd. Middels gefaciliteerde diffusie door GLUT-2 transporter
wordt fructose vanuit de darmcel in bloed getransporteerd.



3. Hoe wordt zetmeel verteerd? Benoem alle tussenproducten en bijbehorende
enzymen en chemische structuur. Geef per tussenproduct een toepassing in
producten.

, Vertering polysachariden amylose (zetmeel) en glycogeen begint in de mond.
Speekselklieren scheiden speeksel met enzym alfa-amylase uit.
Kleine hoeveelheden glucose en maltose ontstaan.

Vertering amylose en glycogeen stopt tijdelijk in maag. Zure milieu zorgt ervoor dat
amylase inactief wordt.

Op de darmwand

 Maltase breekt maltose tot 2 moleculen: glucose+ glucose
 Sucrase breekt sucrose af: glucose+ fructose
 Lactase breekt lactose af: glucose + galactose

 Glucose wordt in de cel secundair-actief opgenomen (samen met Na+
symport)
Uit de cel verlichte diffusie (GLUT 2)
 Galactose: als glucose
 Fructose: heeft andere passieve uniporter (GLUT 5)

Galactose  melkproducten
Glucose  snoep
 fruit
Fructose  Maïs
 Fruit
 Groenten
 Honing


4. Beschrijf alle stappen van de vertering van vetten.
 Begint na uitmonding galblaas en pancreasafvoerbuis in duodenum
 Laatste deel jejenum afgelopen

 Lipase splitst aan vet-watergrans van triglyceriden de vrije vetzuren af onder
vorming diglyceriden, monoglyceriden en ten slotte glycerol.
 Vetzuren en monoglyceriden worden opgenomen door mucosa (slijmvlies)
van bovenste deel dunne darm, terwijl galzouten pas in ileum (actief)
geresorbeerd worden. Deze staan dan opnieuw ter beschikking voor
galsecretie in lever (enteropathischekringloop)
 Uit mucosacellen van de darm komen relatief goed in water oplosbare korte
en middenlange vetzuren in poortaderbloed, terwijl vetzuren met lange ketens
dn monoglyceriden in cel opnieuw tot triglyceriden opgebouwd worden (het
daardoor noodzakelijke glycerolfosfaat ontstaan uit glucose van cel)
 Triglyceriden en andere uit darm geresorbeerde lipiden (cholesterol,
fosfolipiden, e.a. ) in cel samen met lipoproteïne ingebouwd in chyloicronen0.
 Komen zijdelingse en basale celwand in lymfebaan en stellen transportvorm
vetten en lipoiden en lymfe en later in bloed voor.

 Door galzouten en fosfolipiden worden vetemulsies gevormd;

,  Door galzouten en pancreaslipase worden van de vetemulsies micellen
gevormd;
 Vrije moleculen van vetzuren en monoglyceriden kunnen worden opgenomen
door de darmwand (difussie);
 Er worden triglyceriden gevormd en deze worden door het lichaam vervoerd
door chylomicronen;
 Korte keten vetzuren gaan na de opname door de darm via de poortader naar
de lever;
 Lange keten vetzuren gaan na de opname door de darm via chylomicronen
naar de lymfe en naar het hart en de lever.

5. Beschrijf de absorptie van vetten in de darmwand.
Monoglyceriden en vrije vetzuren worden passief (middels diffusie)
geabsorbeerd. Vetten zijn zeer goed oplosbaar in het lipofiele milieu van de
membranen van de enterocyten.
Nadat de monoglyceriden en vetzuren in de enterocyten zijn geabsorbeerd worden
ze weer tot triglyceriden opgebouwd. De enterocyten geven vervolgens de nieuw
gevormde triglyceriden aan de lymfe in de vorm van chylomicronen af.
Chylomicronen worden door het golgi-apparaat van de enterocyt gemaakt.
Chylomicronen bevatten naast vet een kleine hoeveelheid cholesterol en fosfolipiden.
De fosfolipiden omringen het vet op een manier waarbij de hydrofiele kop naar buiten
wijst. De chylomicronen gaan middels de lymfe richting de borstbuis. De borstbuis
eindigt in de grote vaten van de nek.

6. Verklaar de aanwezigheid van vetten in steatorroe.
Kan op zichzelf staande klacht zijn (idopathische vetdiarree= geen aanwijsbare
oorzaak) of voorkomen bij andere aandoening.

Vetdiarree is een vettige en dunne ontlasting. Meer vetten in ontlasting dan normaal
en blijft drijven in toiletpot en/of plakken aan randen toiletpot. Stinkt meer dan
normaal en is wat licht gekleurd.
 Vertering vetten verstoord.
Voor vetvertering galvloeistof en alvleeskliersappen nodig (tekort aan-> vetvertering
verstoord). Kan het gevolg zijn van aandoening aan lever, galwegen of alvleesklier.
 Verstoorde opname vet door dunne darmwand.
Als dunne darmwand beschadigd is door darmaandoening zoals de ziekte van Crohn
of coeliakie. Verstoorde opname voedingsstoffen= malabsorptie.

 Versnelde darmpassage
Verschillende factoren van invloed van snelheid (onder invloed stress, verstoorde
darmflora of darmaandoening (bv. lactose intolerantie) kan darmpassage versnellen.
 Groot deel van dunne darm verwijderd is (vet minder goed opgenomen worden)
Wanneer slechts 50-100 cm dunne darm overblijft, kunnen klachten ontstaan doordat
voedingsstoffen minder goed worden opgenomen. Dunne darm die zoveel is ingekort
wordt een short bowel genoemd.

7. Beschrijf de vertering van eiwitten in stappen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Eclair54. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82  7x  sold
  • (2)
  Add to cart