Beste,
In dit bestand vind je een samenvatting van alle hoorcolleges Psychologie van leerjaar 2 periode 4. Onverwachts een hoorcollege niet bij kunnen wonen? Altijd handig zo'n samenvatting!
Hoorcollege 1: Categoriale en dimensionele classificatie, DSM-V, ICD-10, CBCL
Normaal gedrag
Even inleiden… Is dit normaal gedrag?
Wat normaal is, is heel erg tijdgebonden.
Normaliteit
‘Normaal’ is een tijd- en plaatsgebonden begrip (Rigter, 2013)
In het bijzonder als er gekeken wordt naar de leeftijd van het kind en de cultuur
waarin het opgroeit. Wat op een bepaalde leeftijd gewoon is, wordt op een andere
leeftijd als afwijkend gezien. Cultuur speelt in de vorm van normen en waarden een
rol in het beoordelen van gedrag.
Fase-gebonden problemen
Baby/peuter:
• Verkoudheden: 16 verschillende in het eerste anderhalf jaar.
• Achtmaandenangst en eenkennigheid.
• Doorslaapstoornissen bij baby en jong kind.
• Inslaapstoornissen tussen 1 en 4 jaar.
Peuter/kleuter:
• Koppigheidsperiode rond 21/2 en 31/2 jaar.
• Stotteren tussen 3 en 4 jaar.
• Masturbatie en auto-erotisch gedrag rond 3 jaar.
• Regressie zindelijkheid bij geboorte van brusje.
Tussen 3 en 8 laar:
• Pavor nocturnus; nachtelijke paniek.
• Nachtmerries.
• Repeteervragen tussen 3 en 8 jaar.
Basisschoolperiode
Eerste helft
• Tijdens de slaap praten rond 4 – 5 jaar
• Inslaap- en doorslaapstoornissen tussen 4 en 6 jaar
, • Kinderangstangsten tussen 5 en 8 jaar
Hele periode
• Kinderziekten
• Fantasievriendjes
• Tics
Tweede helft
• Pesten
• Fantasieën over geadopteerd zijn
• Puberteit
• Stemmingswisselingen (prepuberteit)
• Gedragsproblemen.
• Slaapstoornissen (adolescentie)
Visie op ontwikkeling
Ontwikkelingsperspectief: Alles is van invloed…..
zowel in theorie als in praktijk blijkt dat het moeilijk is hier altijd voldoende rekening
mee te houden. Eenzijdige redenaties zijn verleidelijk maar vrijwel altijd onjuist en
schadelijk. Daarom dient de ontwikkeling van het individu het uitgangspunt te zijn.
Classificatie en diagnostiek
Ontwikkelingspsychopathelogie
Het heeft als doel afwijkend of ‘vreemd’ gedrag goed in kaart brengen, waarbij
stoornissen worden herkend, van elkaar worden onderscheiden en ingedeeld. Hier
kan een classificatiesysteem bij helpen.
Integraties van theorieën uit de:
• Ontwikkelingspsychologie: normale ontwikkelingsfasen en opgaven.
• Klinische psychologie: afwijkende ontwikkeling.
• Pedagogiek: opvoeding en het opvoedproces en problemen daarin.
• Biologie: aanleg, rijping, erfelijkheid, evolutieleer.
• Psychiatrie: geneeskunde.
• Sociologie: maatschappelijke normen, waarden en hypes.
Classificatie
Classificatie maakt het mogelijk om een gemeenschappelijke taal te spreken.
Gemeenschappelijke taal geeft toegang tot literatuur. Classificeren leidt ook tot
cirkelredenaties. Als het warm is eten mensen ijs Als mensen ijs eten is het warm
(cirkelredenatie). Een ander voorbeeld van cirkelredenatie: druk gedrag en moeilijk
concentreren wil zeggen dat hij ADHD heeft. Iemand heeft ADHD en daarom
vertoont hij druk gedrag en kan hij zich moeilijk concentreren (dit is niet waar!).
Classificatie is nooit een verklaring voor een gedrag. Je bent het maar je bent het
niet. Je kan het hebben maar het kan overgaan, dus het is niet ‘wie je bent’.
Je doet het op basis van bepaalde informatie die je hebt, die je kan bundelen.
Categorieën
, Kleuren bij elkaar of vormen bij elkaar.
Categoriale classificatie (DSM-V)
Dit is het uitgangspunt van de DSM-V, namelijk het bestaan van kwalitatief te
onderscheiden psychische stoornissen. Het vaststellen is echter altijd interpretatie, in
tegenstelling tot het vaststellen van lichamelijke ziekten zoals bv. Diabetes type-1.
Interpretatie is een gekleurde mening van een persoon. Geen objectieve dingen die
bepalen of je de stoornis hebt, terwijl dit in de geneeskunde wel vaak zo is.
Voorwaarden voor een psychische stoornis uit het DSM-V zijn:
1) Significant disfunctioneren van cognities, emoties of gedrag door verstoring van
het psychisch functioneren. Significant verschil is een groter verschil dat niet op basis
van toeval zou kunnen worden verwacht.
2) Is geen cultureel aanvaarde reactie; is geen cultureel afwijkend gedrag; is geen
conflict tussen persoon en maatschappij TENZIJ voortkomen uit 1). Het gedrag kan
niet worden verklaard op basis van cultuur.
De ene stoornis is kwalitatief iets anders dan ADHD of een depressie is.
Bij DSM gaat het erom of je een stoornis wel of niet hebt. Hierbij gaat het dus niet om
sterke of minder sterke mate. Je hebt het of je hebt het niet. Mensen in een categorie
stoppen. Dus dat zit je wel of niet in een categorie. Dus bijvoorbeeld bij het stellen
van stoornissen. Dan heb je wel of niet een stoornis.
Dimensies
In een categorie is niet iedereen op in te delen en in een dimensie wel. Dimensie is
een bepaalde schaal.
MM
Kleur: rood
Opvulling: chocolade
Vorm: rond
MM
Kleur: geel
Opvulling: nootjes
Vorm: ovaal
Dimensionele classificatie (CBCL)
Hier kun je wel iedereen op indelen. Dat is bijvoorbeeld je lichaamslengte,
concentratie, IQ e.d. In welke mate je het hebt. Dit kun je doen door
rapportages/tests, bijvoorbeeld de CBCL. Dit staat voor Child Behaviour Check List,
wat kinder gedrags vragenlijst inhoud. Dit wordt vooral door psychiaters gebruikt.
Dimensioneel past volgens Achenbach (1999) beter bij kinderen aangezien
1) kinderen volop in ontwikkeling zijn;
2) CBCL gaat niet uit van harde criteria (dus niet ‘wel/niet’) en
, 3) is op basis van meerdere beoordelaars (ouders / professionele
opvoeders / kind zelf). Nadeel: specifieke stoornissen worden minder goed
opgespoord.
Relatie gedrag-probleem-stoornis
Gedrag / cognities / emoties probleem (CBCL / TRF) dimensionele
classificatie stoornis (DSM / ICD) categorale classificatie.
Hoe gedragen mensen zich, hoe denken mensen en hoe uiten ze hun
emoties dan gaan we het plaatsen in een dimensie dan wordt er
mogelijk een stoornis aan gekoppeld en wordt het dus gecategoriseerd.
CBCL: Child Behaviour Check List. kinder gedrags vragenlijst.
TRF: Teachter Report Form.
ICD: International Classification of Disseases.
DSM: Diagnostic Statistical Manual.
Diagnostiek
Diagnostische vraagstellingen gaan over: Hoe is het probleem ontstaan?
wat houd het in stand? en hoe moeten we het begrijpen in de context van
het gezin en de omgeving? Een voorbeeld is een oorontsteking. De ouders
merken het niet op. Het kind slaat op het oor als het pijn doet en merkt dat
hij aandacht krijgt van zijn ouders als hij op zijn hoofd slaat. Je verwacht
vaak dat dingen overgaan. Dan is het interessant om te kijken waarom het
niet overgaat en wat te betekenis is voor het kind en het gezin.
Voorwaarde om tot goede hulpverlening te komen die toegesneden is op
het unieke kind en het gezin.
Red
Hoe komt het dat jouw opvulling chocolade is?
Wat houd jouw rode kleur in stand?
Yellow
Hoe komt het dat jouw opvulling nootjes blijft?
Sinds wanneer ben jij ovaal?
Als je bij jezelf bepaald gedrag vervelend vind: jezelf afvragen hoe het is
ontstaan en waarom je het nog steeds doet.
Verschillen in classificatie en diagnostiek
Classificatie Diagnostiek
Wat (Wat is er aan de hand?) Hoe (Hoe is dat zo gekomen?)
Algemene kennis Specifieke kennis
Beschrijvend Verklarend
Betreft groepen Betreft een individu
Gedragskenmerken Zijn meerdere niveaus van de persoon en context bij betrokken
Relatief snel te stellen Tijdrovend proces
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller M63. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.