Dit is een samenvatting van het vak inleiding verbintenissenrecht. De samenvatting bestaat uit de hoofdstukken 4 tot en met paragraaf 6.3 van het boek Praktisch Verbintenissenrecht (3e druk) en aantekeningen die ik in de les heb gekregen. Met het leren van deze samenvatting heb ik een 8 behaald.
Inleiding verbintenissenrecht
Verbintenissen
Verbintenissen
Begripsbepaling
Art. 6:1 BW: verbintenissen kunnen alleen ontstaan als dat uit de wet voortvloeit (wettelijke
grondslag)
Verbintenis = een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene partij (de schuldenaar)
verplicht is om een prestatie te leveren, terwijl de andere partij (de schuldeiser) hier recht
op heeft.
Soorten prestaties:
Geven (koopovereenkomst verkoper en koper hebben een rechtsrelatie met als
prestatie iets geven (verkoper moet gekochte laptop geven)).
Doen (arbeidsovereenkomst werknemer en werkgever hebben een rechtsrelatie met
als prestatie iets doen (werkzaamheden uitvoeren)).
Dulden (=toelaten) (recht van overpad twee partijen hebben een rechtsrelatie met
als prestatie iets dulden: de eigenaar van een pad dat tussen twee huizen loopt, moet
toelaten dat zijn buurman ook over dat pad loopt).
Nalaten (concurrentiebeding werknemer en werkgever hebben een rechtsrelatie met
als prestatie iets niet-doen: werknemer moet nalaten om aan het einde van zijn
dienstverband gedurende twee jaar vergelijkbare werkzaamheden te gaan doen).
Prestatie die bestaat uit de verplichting iets te geven of te doen = betaling (gaat niet altijd
om een geldbedrag!!)
Art. 3:296 BW: de nakoming van een verbintenis is afdwingbaar bij de rechter iemand
komt de afspraak niet na: nakoming vorderen bij de rechter.
Art. 6:2 BW: de schuldeiser en schuldenaar zijn verplicht zich tegen over elkaar te gedragen
volgens de eisen van redelijkheid en billijkheid (redelijk en rechtvaardig vinden).
Naast verbintenissen die voortvloeien uit de wet: natuurlijke verbintenissen (art. 6:3 BW)
niet afdwingbaar bij de rechter. Bijv. een verjaarde rechtsvordering: de schuldeiser heeft nog
steeds recht op nakoming maar dat is een niet-afdwingbaar recht.
Ontstaan verbintenis
Een verbintenis komt voort uit verschillende bronnen:
Overeenkomst
Onrechtmatige daad
Andere bron
Verbintenis uit overeenkomst
= meerzijdige rechtshandeling, waarbij partijen jegens elkaar een verbintenis aangaan uit
een overeenkomst vloeien een of meerdere verbintenissen voort. Art. 6:213 lid 1 BW
Verbintenis uit onrechtmatige daad
Art. 6:162 BW: onrechtmatige daad = inbreuk op iemands recht, een doen of nalaten in strijd
met een wettelijke plicht of in strijd met geldende normen en waarden.
1
,Iemand ander lijdt schade door een onrechtmatige daad en er is voldaan aan wettelijke
vereisten van de onrechtmatige daad: recht op schadevergoeding.
Verbintenis die voortvloeit uit een onrechtmatige daad = verplichting om de schade die een
ander lijdt te vergoeden.
Verbintenis uit een andere bron
Kan zijn:
Zaakwaarneming (art. 6:198 BW)
Het zonder rechtsgrond (overeenkomst) behartigen van de belangen van een ander.
Bijv. iemand die schadebeperkende maatregelen neemt ingeval van een stormschade
aan de woning van zijn buurman die in het buitenland zit.
Onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW)
Iemand levert een prestatie zonder dat daarvoor een rechtsgrond bestaat.
Bijv. je maakt een bedrag over naar een verkeerd bankrekeningnummer.
Onrechtvaardige verrijking (art. 6:212 BW)
Toename van iemands vermogen, zonder dat hiervoor een rechtsgrond bestaat.
Bijv. de ontvanger van een onverschuldigde betaling.
Pluraliteit van schuldenaren en schuldeisers
Meerdere schuldenaren
= pluraliteit van schuldenaren
Art. 6:6 BW: als er meerder schuldenaren zijn die de prestatie moeten leveren, dan moeten
ze ieder een gelijk deel voor hun rekening nemen, de prestatie moet wel deelbaar zijn.
Ondeelbare prestatie: deze kan uitsluitend in 1 keer worden verricht (bijv. de verplichting om
een laptop te leveren)
Ongelijke delen: bijv. de verbintenis bestaat uit het betalen van €500 en de ene schuldenaar
moet €200 betalen en de andere schuldenaar moet €300 betalen.
Hoofdelijk verbonden = de schuldenaren zijn ieder voor de gehele prestatie aansprakelijk.
De schuldeiser kan van elke schuldenaar nakoming van de gehele prestatie vorderen (art.
6:7 lid 1 BW)
Schuldenaar hoeft niet bij iedere schuldenaar aan te kloppen: heeft een van de hoofdelijke
schuldenaren de prestatie geleverd: bevrijdende werking voor de anderen (zij hoeven de
prestatie niet meer te leveren).
Art. 6:8 jo. 6:2 BW: houden aan eisen van redelijkheid en billijkheid.
Art. 6:10 BW: bijdrageplicht = draagt een schuldenaar meer bij dan zijn eigen deel, kan hij
zich verhalen op zijn medeschuldenaren = regres. Als iemand meer bijdraagt kan hij dit
terugvorderen van de andere schuldenaren. Moet een hoofdelijke schuldenaar in
redelijkheid kosten maken in het kader van de prestatie: de andere schuldenaren zijn
medeaansprakelijk voor die kosten.
Meerdere schuldeisers
Art. 6:15 lid 1 BW: wanneer er meerdere schuldeisers zijn, dan heeft elke schuldeiser een
zelfstandig vorderingsrecht. Elke schuldeiser heeft recht op een gedeelte van de prestatie
dat even groot is als de delen van de andere schuldeisers. Moet gaan om een deelbare
prestatie.
Ondeelbare prestatie: schuldeisers hebben gezamenlijk 1 vorderingsrecht.
2
,Gemeenschap = een vermogen behoort toe aan meerdere personen. Bijv. personen die in
gemeenschap van goederen trouwen.
Art. 6:15 lid 3 BW: regelt de situatie dat een schuldenaar er niet van op de hoogte was dat
het vorderingsrecht in een gemeenschap valt. Bijv. hij kon niet weten dat er meerdere
erfgenamen waren.
Alternatieve en voorwaardelijke verbintenis
Alternatieve verbintenis
Art. 6:17 lid 1 BW: ‘een verbintenis is alternatief wanneer de schuldenaar verplicht is tot 1
van de twee of meer verschillende prestaties ter keuze van hemzelf, van de schuldeiser of
van een derde.’
Voorwaarden van art. 6:17 lid 1 BW:
1. Er is een keuze uit twee of meer prestaties.
2. De schuldenaar is verplicht tot het leveren van één van deze prestaties.
3. De schuldenaar, schuldeiser of een derde bepaalt welke situatie wordt geleverd.
Alternatieve verbintenis = keuze verbintenis
Hoofdregel: keuzerecht ligt bij schuldenaar, maar partijen kunnen hiervan afwijken door
afspraken te maken.
Keuze gemaakt welke prestatie geleverd moet worden: alternatieve verbintenis is
enkelvoudige verbintenis geworden.
Voorwaardelijke verbintenissen
Art. 6:21 BW er wordt een verbintenis aangegaan onder de voorwaarde dat een gepaalde
toekomstige onzekere gebeurtenis plaatsvindt.
Art. 6:22 BW: onderscheid tussen typen voorwaarden:
1. Opschortende voorwaarde
De verbintenis heeft werking op het moment dat de toekomstige onzekere gebeurtenis
plaatsvindt. Pas wanneer de voorwaarde is vervuld, is de verbintenis rechtens
afdwingbaar.
Bijv. de inschrijving (verbintenis) bij een hogeschool heeft pas werking op het moment
dat het mbo-diploma is behaald (toekomstige onzekerheid = het behalen van het mbo-
diploma)
2. Ontbindende voorwaarde
De verbintenis vervalt zodra de toekomstige onzekere gebeurtenis plaatsvindt. Vanaf het
moment dat de verbintenis wordt aangegaan, is deze afdwingbaar.
Bijv. de inschrijving (verbintenis) van een hogeschool vervalt op het moment dat het
mbo-diploma niet is behaald (toekomstige onzekerheid = het niet behalen van het mbo-
diploma)
3
, Aantekeningen;
Objectief recht = alle regels in de wettenbundels, gelden voor iedereen die in Nederland
woont. Hieraan knoop je een rechtsfeit.
Rechtsfeit zorgt voor het ontstaan van een rechtsgevolg.
Rechtsgevolg:
Er kan een verbintenis ontstaan
Er kan een verbintenis tenietgaan
De inhoud van een kan gewijzigd worden
Verbintenis bestaat uit het recht van de ene partij en de plicht/schuld van de andere partij.
De crediteur heeft een recht.
Het recht van de crediteur = vorderingsrecht.
Vorderingsrecht = subjectief recht = het recht van 1 persoon.
De debiteur heeft een plicht.
Overeenkomst = afspraak = momentopname.
Partij komt plicht niet na: gebruikmaken van rechtsvordering naar de rechter gaan. Na
vonnis van de rechter komt de partij de plicht nog steeds niet na: gebruik maken van
verhaalsrecht: naar de deurwaarder die zorgt ervoor dat het geld verkregen wordt.
Hiertegen kan de debiteur niets doen: uitwinbaarheid.
= civiele verbintenis.
Civiele verbintenissen:
Hoofdelijke verbintenissen
De crediteur mag zelf bepalen wie van de debiteuren hij aanspreekt voor de totale
prestatie.
Hiervan kan alleen sprake zijn bij pluraliteit van debiteuren.
Pluraliteit van crediteuren
Er zijn meerder crediteuren. Elke crediteur kan een gelijk deel van de debiteur eisen.
Alternatieve verbintenis
Je hebt een keuzemogelijkheid. Kan van de schuldenaar, schuldeiser of een derde.
Verbintenis met een tijdsbepaling
Een toekomstige zekere gebeurtenis.
Voorwaardelijke verbintenis
Hierin zit een voorwaarde.
- Opschortend
De voorwaarde is een toekomstige onzekere gebeurtenis. De verbintenis ontstaat pas
als de voorwaarde wordt voldaan.
- Ontbindend
De verbintenis vervalt zodra de toekomstige onzekere gebeurtenis plaatsvindt.
Pluraliteit van debiteuren: de crediteur kan van elke debiteur een gelijk deel eisen.
Natuurlijke verbintenis = hiermee kan je niet naar de rechter de rechtsvordering
ontbreekt. Als iemand vrijwillig voldoet aan een natuurlijke verbintenis is het geen
onverschuldigde betaling.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimholterman09. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.85. You're not tied to anything after your purchase.