Inleiding privaatrecht II Goederenrecht (RGBUPRV002)
All documents for this subject (71)
Seller
Follow
jrva
Reviews received
Content preview
Week 1 - Goederen en rechten op goederen
Vermogen: het geheel van op geld waardeerbare rechten en verplichtingen die iemand heeft. Zowel
actief als passief. Goederen en verbintenissen.
Beschikken (art. 3:81 BW): het recht om een ander tot eigenaar van een zaak te maken (overdragen,
art. 3:84 BW) en te bezwaren met een goedererechtelijk recht. Alleen de eigenaar mag beschikken,
tenzij de eigenaar dit beschikkingsrecht door een ander laat uitoefenen.
Goederen (art. 3:1) zijn onder te verdelen in:
- Zaken (art. 3:2 en eenheidsbeginsel: art. 5:3 jo. 3:4):
o Onroerend (art. 3:3 lid 1 en HR Portacabin);
o Roerend (art. 3:3 lid 2);
Alle roerende en sommige onroerende zaken zijn registergoederen (art. 3:10).
- Vermogensrechten (art. 3:6):
o Relatief/persoonlijk vermogensrecht: vorderingsrecht (personal right);
o Absolute vermogensrechten (property right) zijn (gesloten stelsel: art. 3:81) (zakelijk
en niet-zakelijk):
Eigendom: art. 5:1.
De volgende rechten zijn beperkte rechten op eigendom (dus ook absolute
vermogensrechten):
Vruchtgebruik: art. 3:201;
Pand en hypotheek: art. 3:227,228;
Erfdienstbaarheid: art. 5:70;
Erfpacht: art. 5:85;
Opstal: art. 5:101;
Appartementsrecht: art. 5:106.
Alle rechten in Boek 3 kunnen, afhankelijk van de situatie, zakelijke rechten zijn of slaan op een
vermogensrecht. Alle rechten uit Boek 5 zijn zakelijke rechten. Het toebehoren van zaken heet
‘eigendom’ (art. 5:1) en van vermogensrechten heet ‘toebehoren’. De bevoegdheden die bij
eigendom horen zijn:
- Gebruik (art. 5:1 lid 2);
- Opbrengst genieten (art. 5:1 Lid 3);
- Beschikken (art. 3:81).
Beperkingen van het eigendomsrecht: art. 5:1 lid 2. Ongeschreven recht houdt hier in:
- Misbruik van bevoegdheden: art. 3:13;
- Uitoefening met het enige doel om schade te veroorzaken (HR Watertoren II);
- Ongeoorloofde onevenredigheid van belangen (HR Grensoverschrijdende garage);
- Hinder (art. 5:37) mag alleen rechtmatig zijn (HR Kraaien en roeken).
Alle beperkte rechten zijn altijd absoluut.
Een zakelijk recht is een absoluut vermogensrecht dat rust op een zaak.
Overdracht geschiedt niet enkel door overeenkomst, maar ook door levering (art. 3:84, 3:98).
Gesloten stelsel van verkrijging van goederen: art. 3:80:
- Algemene titel: de verkrijger volgt een ander op in (een deel van) het vermogen. De
verkrijger gaat in de schoenen staan van de vervreemder;
, - Bijzondere titel: verwerving van een bepaald goed.
Arresten
HR Blaauboer/Berlips: de vraag is ‘…of eene verbintenis, aangegaan door den eigenaar van
een onroerend goed met betrekking tot dat goed, overgaat op hem, aan wien hij den eigendom
daarvan krachtens verkoop overdraagt, met het gevolg, dat hij, die de verbintenis heeft aangegaan,
daarvan wordt ontheven’. Op grond van art. 1376 zijn overeenkomsten alleen van kracht tussen
partijen en daarmee hun opvolgers onder algemene titel. Overgang van een verbintenis op elke
eigenaar is in strijd met het stelsel van de wet omtrent erfdienstbaarheden. De vestiging van
beperkte rechten kent een gesloten stelsel, dus een wijze van verkrijging kan niet van algemeen
bijzonder worden of vice versa.
HR Portacabin: over de vraag of een portacabin een onroerende zaak is in de zin van art. 3:3
lid 1, vestigt de HR in r.o 3.3 een aantal criteria. ‘Een gebouw kan duurzaam met de grond verenigd
zijn (…) doordat het naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven’. Hieruit
spreekt het bestemmingsvereiste: ‘dit vereiste vloeit voort uit het belang dat de zakenrechtelijke
verhoudingen voor derden kenbaar dienen te zijn’. In een ander arrest verwoordde de HR het zo:
‘Daarbij komt het mede aan op de kenbare bedoeling van belanghebbende’. De andere criteria zijn:
‘of een gebouw of een werk bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven moet (…) worden gelet op
de bedoeling van de bouwer voor zover deze naar buiten kenbaar is’; ‘de bestemming van een
gebouw of een werk om duurzaam ter plaatse te blijven [dient] naar buiten kenbaar te zijn’; ‘de
verkeersopvattingen kunnen (…) niet worden gebezigd als een zelfstandige maatstaf. (…) Zij kunnen
echter wel in aanmerking worden genomen in de gevallen dat in het kader van de beantwoording
van die vraag onzekerheid blijkt te bestaan…’.
HR Watertoren II: (art. 3:13) het eigendomsrecht geeft de eigenaar het recht van zijn
eigendom te genieten en het nut te gebruiken zolang hij enig bijzonder recht van derden daarbij niet
schaadt. Toch mag van elke handeling geëist worden ‘dat deze een genot of nut voor hem ten doel
heeft, zoodat een handeling, die dit doel niet heeft, maar uitsluitend de bedoeling heeft een ander te
benadeelen een’ misbruik van het recht is en daarmee een onrechtmatige daad.
HR Grensoverschrijdende garage: als iemand te goeder trouw een bouwwerk deels op het erf
van zijn buren heeft gebouwd, hebben de buren recht op schadevergoeding of amotie. De keuze is
echter niet altijd vrijblijvend, bijvoorbeeld wanneer de buren ‘door in plaats van genoegen te nemen
met een redelijke schadevergoeding een voordering tot amotie in te stellen’. In dat geval is er sprake
van misbruik van recht ‘indien het nadeel dat [bouwer] door de amotie zou lijden, zowel op zichzelf
beschouwd als in zijn verhouding tot het belang dat [buurvrouw] met haar vordering nastreeft, zó
groot zou zijn dat, alle verdere omstandigheden in aanmerking genomen, [bouwer] naar redelijkheid
niet tot de uitoefening van haar recht amotie te vorderen had kunnen komen’.
HR Kraaien en roeken: ‘de vraag of de hinder die iemand door de gedragingen van een ander
in het genot van de eigendom van een onroerende zaak kan ondervinden, als inbreuk op zijn
eigendomsrecht kan worden beschouwd, [hangt af] van de ernst van die hinder en de
omstandigheden waaronder deze plaatsvindt’. Als rechtvaardigingsgronden ontbreken, kan het
hindergevende gedrag onrechtmatig zijn.
Rechtsgeschiedenis
Justinianus Codificeerde het Romeinse privaatrecht in het Corpus Iuris Civilis:
- Instituten van Gaius: onderwijshandboek;
- Codex Justinianus: keizerlijke wetgeving;
- Digesten: juristenrecht/juridische adviezen;
- Novellen: nieuwe keizerlijke wetgeving.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jrva. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.78. You're not tied to anything after your purchase.