Evolutieleer en biologische classificatie (1001WETEBC)
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
jeliencornelis
Reviews received
Content preview
Micro-evolutie
• Micro-evolutie= evolutionaire veranderingen die optreden op lager taxonomisch
niveau nl. bij één populatie of soort
• Voorwaarden:
o Leden van populatie moeten verschillen in fenotypische verschijning
o Fenotypen moeten verschillen in overleving en/of reproductie
• Indien verschillen in genotype → veranderingen in samenstelling van de gene-pool
• Gene-pool = verzameling van alle allelen v/d genen in een bepaalde populatie
• Adaptaties= kenmerken die geëvolueerd zijn omdat ze één of andere functie dienen
die bijdraagt tot de overleving of de reproductie
Bronnen van fenotypische variatie
Verschillen in genotype
• In de DNA-sequentie van één of meerdere loci
• Meestal door beiden gameten (eicellen en zaadcellen) doorgegeven
• Soms overerving strikt maternaal of paternaal
• Voorbeeld:
o Bij meeste dieren: maternaal
o Bij naaldbomen: paternaal
Verschillen in omgeving
• Fysiologische kenmerken & gedragingen: vaak direct beïnvloed door de omgeving
• Kan verschillende keren veranderen in leven van individu
• Bepaalde kenmerken vastgelegd gedurende bepaald levensstadium
Verschillen in genexpressie (epigenetica)
• Veroorzaakt doordat bepaalde genen stilgelegd worden of net aangezwengeld
worden
M
DNA promotor gen
• Voor gen vaak regio’s DNA die de expressie van dat gen gaan reguleren (= promotor)
• Promotoren kunnen beïnvloedt worden door omgeving
o Bv. methylgroep op promotor: wordt stilgelegd, eiwit geen productie meer
• Kan over generaties heen gaan = epigenetische veranderingen
Maternale en paternale effecten
• Niet genetische effecten, maar worden beïnvloedt door moederlijk/vaderlijk dier
• Paternale effecten zijn zeldzamer
o Wel: bij organismen waar vaders een belangrijke rol spelen
▪ Vb.1: vader draagt kindjes bij zeepaardjes
▪ Vb.2: bij sommige sprinkhanen produceren vader massieve,
nutriëntrijke spermatoforen → belangrijk aanmaak van embryo’s
Voorbeeld 1:
• hoeveelheid dooier in een ei van hagedis → bepaalt lichaamsgrootte van het juveniel
• dooiermassa = functie van de conditie van het moederdier of vaderdier
,Voorbeeld 2:
• moederleeftijdseffect bij Downsyndroom
• voorkomen trisomie stijgt van 1/2000 (20 jaar) tot 1/50 (45
jaar)
• Congenitale (aangeboren) verschillen
tussen individuen: niet noodzakelijk
genetische oorsprong
• Non-genetische maternale effecten &
omgeving kunnen ook zorgen voor
verschillen en gelijkenissen
De relatie tussen genotype en fenotype
Monogenische beïnvloeding
= variatie in fenotypisch kenmerk door slecht één of enkele genen beïnvloed (focus op één
gen)
Voorbeeld 1: kleur en textuur van Mendels erwten
Voorbeeld 2: hygiënisch gedrag van honingbijen (Rothenbuhler)
• Bijenkolonies regelmatig geplaagd door bacteriële infecties → larven gedood in hun cellen
• Bijen van het Brown-ras: reageren op het uitbreken door aangetaste cellen te openen en de
larven te verwijderen
• Soortgenoten van het Van Scoy-ras vertonen dit hygiënisch gedrag niet
• Variatie ter hoogt van twee loci:
o één dat instaat voor het openen van de cellen
o één voor het verwijderen van de larven uit de cellen
• Model toetsen: kruisen niet-sanitaire koningin & dar uit een hygiënische kolonie
o eerste generatie nakomelingen: niet-sanitaire individuen
o terugkruising met sanitaire dar: 3 typen kolonies
▪ niet-sanitaire
▪ sanitaire
▪ kolonies enkel ontkappen, maar nalieten om de larven uit de korf te
verwijderen
o Ultieme test: Rothenbuhler verwijderde zélf de kapjes van aangetaste cellen in de
kolonies niet-sanitaire bijen → werksters beginnen larven zelf te verwijderen
• OPMERKING: mutanten U en R allelen bij Van Scoy-ras onderdrukken werking van deze
genen (verhinderen van stellen van hygiënisch gedrag)
, Voorbeelden bij de mens:
• Sikkelcelanemie: bloedziekte
• Mucoviscidose: meest voorkomende monogenische bëinvloeding (taaislijmziekte)
• Thalassemia: bloedziekte (minder hemoglobine)
• Fenylketonurie:
o Fenylalanine → melanine
o Fout: teveel aan fenylalanine, te kort aan melanine
• Losse of vaste oorlel
Genotype én omgeving
• Expressie van gen vaak beïnvloed door omgevingsfactoren → individuen met zelfde
genotype verschillen in fenotype
• Reactienorm= de range van fenotypen die tot expressie kunnen komen in
verschillende omgevingen uit één genotype
Reactienorm bij fruitvliegjes
• Bar locus beïnvloedt aantal facetten in het
oog van fruitvliegjes
• Wild-type: grootste ogen + afh. van
temperatuur
• Infra-bar: kleinere ogen + grootte stijgt met
temperatuur = variatie omgevingsgebonden
• Ultra-bar: variatie is genetisch, omgeving
zelfde
Polygenische beïnvloeding
= kenmerken worden meestal bepaald door meerdere genen tegelijk, de simultane werking
van de genen variëren volgens een continuüm
Centrale limietstelling
Gauss-curve / klok-curve / normaalcurve
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jeliencornelis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.12. You're not tied to anything after your purchase.