Samenvatting Psychologie, een inleiding, 8e editie met MyLab NL toegangscode, ISBN: 9789043034593 Minor Toegepaste Psychologie
All for this textbook (1)
Written for
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening
Psychologie
All documents for this subject (4)
1
review
By: arcenio_chill • 4 year ago
Seller
Follow
Heleenva
Reviews received
Content preview
Tentamenstof Psychologie N2
Leerjaar 1
Stress: de fysieke en psychische veranderingen die optreden in reactie op de stressor.
Stressor: externe gebeurtenissen of situaties die psychologische en emotionele stress veroorzaken
noemen ze stress.
Disstress: negatieve stress met negatieve gevolgen zoals een trauma. Een belastende emotionele,
cognitieve en/of gedragsmatige reactie die veroorzaakt wordt door een externe stressor en die een
onderdeel kan zijn van stress. (emotie)
Traumatische stressor: een situatie die iemands geestelijke of lichamelijke veiligheid bedreigd en
daardoor gevoelens van angst, afschuw of hulpeloosheid oproept.
Fysieke stress: fight or flight reactie.
Moderator: factor die de invloed van de stressor beïnvloedt.
Copingstijlen UCL
Coping: manieren om stress te hanteren. Coping is de manier waarop iemand zowel gedragsmatig,
cognitief als emotioneel op aanpassing vereisende omstandigheden reageert.
1. Actief aanpakken: direct ingrijpen als er moeilijkheden zijn
2. Palliatieve reactie: proberen te ontspannen, afleiding zoeken
3. Vermijden: moeilijke situaties negeren, op zijn beloop laden
4. Sociale steun zoeken: je zorgen met iemand anders delen
5. Passief reactie patroon: je afzonderen van anderen, piekeren, somber
6. Expressie van emotie: je ergernis laten blijken
7. Geruststellende gedachten: jezelf moet inspreken (‘het wordt beter’)
Weerbaarheid: een van de effectiefste stressmoderatoren. Een oordeel over het leven dat is
gebaseerd op een kenmerkende houding tegenover stress en de beheersing daarvan. Een gezonde
manier van coping bevorderen. Dus: een houding van weerstand tegen stress, die is gebaseerd op
een gevoel van uitdaging (positief staan tegenover verandering), toewijding (doelgerichte activiteit) en
controle (het in stand houden van een interne richtlijn voor het handelen).
Attributie: de wijze waarop mensen het gedrag van zichzelf en van anderen verklaren in termen van
oorzaak en gevolg, en hoe dit van invloed is op hun motivatie.
Interne attributie: als oorzaken worden gezien als liggend bij de betrokkene. Het gedrag komt door
kenmerken van de persoon zelf.
Externe attributie: als oorzaken worden gezien als liggend buiten de betrokkene. Het gedrag komt
door factoren in de sociale/fysieke omgeving.
Fundamentele attributiefout: de neiging om bij het interpreteren van gedrag van anderen enerzijds
een overmatige nadruk te leggen op persoonlijke karaktertrekken, terwijl anderzijds de situationele
invloeden worden geminimaliseerd. Dus: algemene neiging van mensen om de invloed van een
persoon op een gebeurtenis te overschatten en die van de omstandigheden te onderschatten.
Locus of control: de manier waarop we handelen is afhankelijk van ons gevoel van persoonlijke
invloeden.
Interne locus of control: geloven dat jezelf je eigen leven bepaalt.
Externe locus of control: geloven dat je leven wordt bepaald door je omgeving, het lot, toeval of
andere mensen.
, Cognitieve dissonantie: als mensen zich vrijwillig overgeven aan gedrag dat hun ongemak oplevert
of dat anderszins botst met hun opvattingen en hun normen, ze in een bijzonder gemotiveerde
psychische toestand belanden.
Cognitieve dissonantiereductie: een toestand waarin personen tegenstrijdige cognities ervaren,
vooral als hun bewuste gedrag niet overeenkomt met hun overtuigingen. (rookvoorbeeld)
Self-servingbias: attributie waarbij men succes toeschrijft aan interne factoren en
verantwoordelijkheid voor falen afwijst.
Motivatie: alle processen die te maken hebben met de aanzet, de richting, de intensiteit en het
volhouden van lichamelijke en psychische activiteiten.
Intrinsieke motivatie: het verlangen om een activiteit uit te voeren omwille van de activiteit zelf, en
niet vanwege een externe consequentie zoals een beloning.
Extrinsieke motivatie: het verlangen om een activiteit uit te voeren omwille van een externe
consequentie zoals een beloning.
Behoeftenpiramide Maslow
Zelfontplooiing
Waardering, status en respect
Liefde en behoefte sociaal contact
Behoefte veiligheid en bescherming
Lichamelijke, biologische behoeften
Hechting: langdurige band tussen opvoeder en kind.
Hechtingsgedrag: gedrag dat een kind vertoond om de opvoeder in zijn nabijheid te krijgen en
gedrag dat opvoeders vertonen tegenover anderen en het kind.
Kenmerken van hechting volgens Bowlby:
- Kind probeert nabijheid te bewaren
- Ouder kan het kind makkelijk troosten
- Ouder is de veilige basis voor exploratie
- Scheidingsangst
5 fasen in de ontwikkeling van hechting
1. 0-5 maanden: geen verschil tussen bekende en onbekende
2. 5-7 maanden: lichte voorkeur voor hechtingsfiguur
3. 7-12 maanden: sterke voorkeur voor hechtingsfiguur
4. 1-4 jaar: scheidingsangst neemt af
5. 4-? Jaar: hechtingsgedrag neemt af
4 hechtingsstijlen
Type A: angstige vermijdende hechting: lijken onafhankelijk te zijn, reageren amper op vertrek
en terugkomst van ouder. Opvoedgedrag: afwijzend en consequent sensitief
Type B: veilig gehecht: exploratie en toenadering zoeken in balans, blij zijn bij terugkeer van
ouder. Opvoedgedrag: invoelend, consequent sensitief, betrouwbaar
Type C: angstig ambivalent gehecht: heel afhankelijk van ouder, komt niet tot exploratie.
Terugkeer ouder is blijheid, verlaten is boosheid. Opvoedgedrag: grillig, onbereikbaar,
inconsequent sensitief.
Type D: gedesoriënteerde gehechtheid: bij terugkeer ouder bevriezen, angstig reageren.
Opvoedgedrag: bizar, beangstigend.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Heleenva. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.