Farmacologie: deel 2
Transmissie in het perifeer en autonoom zenuwstelsel
Perifeer zenuwstelsel:
- Afferent (sensorische prikkels doorzenden naar CZS)
- Efferent
o Autonoom ZS
▪ Parasympatisch ZS
• Preganglionaire vezels: cellichamen in mesencephalon, medulla
oblongata, sacrale ruggenmerg
• Postganglionaire vezels : bezenuwing van gladde spieren, hart,
exocriene klieren
• Uitsluitend PS bezenuwing: m. constrictor pupillae, m. ciliaris, gastro-
intestinale klieren, traanklieren, bronchiale gladde spieren
▪ Orthosympatisch ZS
• Preganglionaire vezels: thoracale ruggenmerg
• Postganglionaire vezels: bezenuwing van gladde spieren, hart,
exocriene klieren, bijniermerg, eilandjes van Langerhans, lever, nier,
vetweefsel, skeletspieren
• Uitsluitend OS bezenuwing: zweetklieren, pilomotorspieren, vele
bloedvaten, nier, m. dilatator pupillae, skeletspier
▪ Gemeenschappelijk (OS & PS ZS):
• Synaps van pre- en postganglionaire vezels in de autonome ganglia
• Contactgebied tss postganglionaire vezels en bezenuwde weefsel =
neuro-effectorjunctie
• Activiteit van preganglionaire neuronen van OS en PS ZS worden
door neerdalende banen vanuit hersenen geregeld
o GM’en kunnen de centrale outflow naar deel van ZS
beïnvloeden -> activiteit van OS en/of PS ZS wijzigen
▪ Enterisch ZS
• Parasympatische ganglia
• Intrinsieke neuronen in intramurale plexus vd darmwand
o Geïnnerveerd door postganglionaire vezels van OSZS
o Geïnnerveerd door preganglionaire vezels van PSZS
o Motorisch ZS
▪ α- en γ-motorneuronen (projectie van ventrale RM naar skeletspier; junctie
hiertussen = neuromusculaire junctie)
Dit onderdeel: GM’en die interageren met efferent deel vh perifere ZS
-> (on)rechtstreekse beïnvloeding met neurotransmitters van het perfieer ZS
-> Acetylcholine & noradrenaline als belangrijkste neurotransmitters (cholinerge en adrenerge
transmissie)
-> er bestaan ook niet-adrenerge en niet-cholinerge transmitters, nl dopamine, serotonine, purines,
neuropeptiden, ATP, NO
,Co-transmissie: neuronen zetten meer dan 1 NT of modulator vrij (veralgemeend fenomeen)
-> 1 bestanddeel sneller verwijderd/geÏnactiveerd of relatieve balans vd neurotransmitters varieert
Denervatiesupersensitiviteit: bij langdurige farmacologische blokkade (opheffen vd blokkade leidt tot
rebound-effecten) door: proliferatie van receptoren, verlies van mechanismen voor NT-verwijdering,
verhoogde postsynaptische gevoeligheid
Presynaptische modulatie: presynaptische receptoren (meestal G-proteïne gekoppelde receptoren)
regelen NT-vrijstelling door modulatie vd Ca-instroom in het zenuwuiteinde
1 Cholinerge transmissie
1.1 Anatomie
Ach als NT in het perifeer ZS:
- Autonoom ZS
o PSZS: ganglia en alle neuro-effectorjuncties
o OSZS: ganglia en enkele neuro-effectorjuncties
o Enterisch ZS
- Motorisch ZS
o Neuromusculaire junctie
1.2 Synthese, vrijzetting en afbraak van Ach
In cytoplasma vh zenuwuiteinde acetylatie van choline: acetylgroep van acetyl-CoA overgedragen
naar choline door choline acetyl transferase (CAT) -> opslag van Ach in secretiegranulen (actief
transport) -> bij depolarisatie exocytose vrijzetting in synaptische ruimte -> stimulatie van
postsynaptische receptoren -> cholinesterase (aanwezig op post-synaptisch membraan) hydrolyseert
Ach tot choline -> choline heropgenomen in presynaptisch zenuwuiteinde (actief transport)
1.4 Activatie van cholinerge transmissie
Wordt bereikt door
- Toediening van receptoragonisten
, - Of inhibitie van afbraak endogeen Ach door cholinesterase-inhibitoren -> ↑ Ach-concentratie
thv neuro-effectorjunctie
1.4.1 Farmacologische effecten
1.4.1.1 Farmacologische effecten gemedieerd door muscarinereceptoren
- Oog:
o Contractie m. constrictor pupillae (M3) -> miosis
o Contractie m. ciliaris (M3) -> accomodatie
- Speekselklieren : ↑ secretie (M3)
- Neusslijmvlies (nasopharynxklieren) : ↑ secretie (M3)
- Traanklieren : ↑ secretie (M3)
- Longen :
o ↑ secretie
o Bronchoconstrictie (M3)
- Hart :
o Sinusknoop : ↓ F (M2)
o Atriale spier : ↓ contractiekracht
o AV-knoop : neg dromotroop effect (M2) en evt AV-block
- Gastro-intestinaal:
o ↑ Secretie van maag (zuur: M3) en darmen (M3)
o ↑ motiliteit (M3)
o Relaxatie vd sfincters
▪ Reeds bij normale dosis kunnen krampen & diarree ontstaan
- Blaas:
o Contractie fundusspier (M3)
o Relaxatie sfincter (M3)
- Genitaal: erectie
- Bloedvaten: lichte vasodilatatie (huid & spieren) door vrijzetting van NO uit endotheelcellen
(relaxeert gladde spieren)
- Centraal zenuwstelsel: aanwezigheid van effect hangt af van doorgankelijkheid BBB voor GM
1.4.1.2 Farmacologische effecten gemedieerd door nicotinereceptoren
Ganglia vh autonoom ZS
- Wisselende para- en orthosympatische effecten
o Thv cardiovasculair stelsel overheersen meestal orthosympatische effecten
(tachycardie + vasoconstrictie met ↑ bloeddruk)
- Hogere dosering -> depolarisatieblok (blokkade vd neurotransmissie door continue
depolarisatie) -> bloeddrukval, shock, spierverlamming (incl ademhalingsspieren)
Neuromusculaire junctie
- Normale dosering: geen effect
o Verhoging vd spierkracht bij pten met myasthenia gravis
- Hogere dosering:
o Spierfasciculaties (ongecoördineerde contracties van afzonderlijke spiervezels) of
spiertrekkingen (contracties van heel de spier)
- Zeer hoge dosering:
o Depolarisatieblok met slappe spierverlamming (cholinerge crisis)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shantalverwimp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.14. You're not tied to anything after your purchase.