Mentale staten vormen het bewustzijn.
Er zijn 3 soorten mentale staten:
1. Fenomenale ervaringen: gekenmerkt door kwalitatee gevoel en hun what-it-is-likeness: een
bepaalde manier waarop je iets ervaart. Qualia zijn de kwalitateve aspecten van eenomenale
ervaringen.
2. Cognitieve staat: bevat intentionaliteit, het gaat ergens over. Ook wel aboutness genoemd.
Gekenmerkt door een propositionele attute: de betekenis van een zin.
Veel cogniteve staten zijn mentale staten terwijl ze niet onder het bewustzijn vallen.
Echter kunnen ze dit wel worden.
3. Emotie: bevat zowel what-it-is-likeness en aboutness. Er zitten bepaalde kwalitateve
kenmerken aan, maar ze gaan ook over iets oe iemand.
Mint-boty probleem: hoe past de bewuste geest in de eysieke wereld?
H2: Can the mind euncton separately erom the brain?
Separabiliteitsthesis: de geest kan los van het eysieke lichaam eunctoneren.
René Descartes: wilde echte kennis over de wereld hebben en nam in eerste instante de methode
van scepticisme aan: hij twijeelde aan alles ook aan de zintuigen. Wie zegt dat ze ons niet constant
bedriegen? Misschien is er wel een almachtge demon die hem steeds bedriegt. Hij wist nu in ieder
geval zeker dat niets zeker is. Hoe krachtg de demon echter is, hij kan hem niet laten twijeelen aan
zijn bestaan. Twijeelen is namelijk denken, en als je denkt, besta je: cogito ergo sum. Voor Descartes
is God het meest pereecte. René zele is impereect, dus is hijzele niet, maar God de schepper van zijn
ideeën. Omdat God pereect is en niet bedriegt, bestaan de dingen die René denkt.
Substantietualisme: er bestaat een res cogitans (denkende materie) en een res extensa (eysieke
substante). Dingen bewegen doordat ze tegen elkaar botsen. Echter heef de geest volgens René
geen plek in de ruimte en zijn het twee verschillende dingen die onafankelijk van elkaar kunnen
eunctoneren.
Elisabeth: correspondeerde met Descartes en kaartte het interactieprobleem aan: hoe kunnen een
eysiek lichaam en een niet-eysieke geest met elkaar interacteren? Grote bedreiging voor het
substantedualisme. Ook wel Patrick Swayze probleem. Volgens Descartes vindt interacte plaats in
de pijnappelklier. Volgens hem kan deze klier de animal spirits beïnvloeden, waardoor het lichaam
aangestuurd wordt. Omdat de geest geen plek in de ruimte innam, was het onduidelijk hoe dit kon
gebeuren. Een geest kan niet botsen en het lichaam in beweging brengen. Descartes verklaarde het
maar zoals zwaartekracht: hierbij botst ook niks. Echter was dit een slappe verklaring, dus bleee het
een mysterie.
Occasionalisme: de enige oorzaak van gebeurtenissen in de wereld is God. Dingen zijn een
gelegenheit voor God om iets te doen. God ziet dat iemand zijn arm wil bewegen, en zorgt er
vervolgens voor dat iemands lichaam beweegt. O.a. ondersteund door Malebranche.
Parallelisme: volgens Geulincx is er een vooraf vastgelegte harmonie tussen de mentale en eysieke
wereld. Leibniz ondersteunde dit en noemde het harmonia praestabilita. Dit is te vergelijken met 2
klokken die gelijk lopen maar niks met elkaar te maken hebben oe een tong die beweegt als je praat.
, Probleem occasionalisme en parallelisme: ze verklaren het m.b.v. God. Het probleem is dus niet
opgelost, maar vervangen door een nieuw mysterie.
Parapsychologie: nemen standaard aan dat paranormale dingen bestaan.
Clairvoyance: iets over iets oe iemand te weten komen zonder gebruik te maken van de
gewone zintuigen. Aangezien ze de ineo van de geestenwereld ontvangen zou een
separabiliteitstheorie logisch zijn. Echter is helderziendheid nooit bewezen.
Electronic Voice Phenomena: stemmen van overledenen horen in witte ruis die ontstaat als
je tussen twee radiozenders in aestemt. Tegenwoordig ontstaan er ook beelden van
overledenen d.m.v. moderne media: instrumental transcommunication.
o Kan geen steun bieden voor de separabiliteitstheorie en substantedualisme.
Verbal summator: Skinner gebruikte een machine die geluiden aespeelde zoals uh en oo.
Mensen hoorde hier na een tjd woorden in.
Verbal transformations: Warren liet één woord heel vaak aespelen. Mensen hoorden hier
verschillende woorden in.
o Pareitolia: mensen denken iets waar te nemen in betekenisloze dingen.
o Theory latenness of perception: wat we waarnemen is beïnvloed door wat ons
verteld wordt wat we waar zouden moeten nemen.
Dualisme neemt de geest serieus, maar de wetenschap niet. Daarom nemen we nu aescheid van
substantedualisme.
H3: Is there only mind?
Substantiemonisme: er is maar één substante en niet twee. Hierdoor verdwijnt het
interacteprobleem.
Materialisme/fysicalisme: type monisme, alles in de wereld is gemaakt van materie, dus ook
de bewuste geest.
Itealisme/immaterialisme: type monisme, alles in de wereld is mentaal. Ondersteund door
Berkeley.
John Locke: empirisme: we kunnen alleen kennis over de wereld krijgen via sensorische waarneming.
Zonnebloemen zijn volgens hem niet geel, maar we ervaren ze als geel. Eigenschappen als kleuren
bestaan niet zonder waarnemers. Hij maakte onderscheid tussen 2 typen eigenschappen:
Primaire eigenschap: de temperatuur van water: bijv. 18 graden.
Secuntaire eigenschap: de ervaring van temperatuur van water: voelt koud oe warm aan.
Als je alle eigenschappen van iets wegdenkt om naar het onderliggende ‘ding’ te komen, blijf er niks
meer over om te zien. Locke vond echter dat er wel een substante is onder de primaire
eigenschappen. Maar hoe kon hij dit weten als empiricus als hij het niet kon zien? En, bestaan
primaire eigenschappen eigenlijk wel?
Berkeley: empiricus. Volgens hem komen ideeën vanuit sensorische waarneming en percepte. Esse
est percipi: zijn is waargenomen worden. Fysieke objecten hebben volgens hem geen primaire
eigenschappen en er bestaat geen fysieke substantie.
Dialoog tussen Hylas en Philonous: Hylas is de materie-man en Philonous de man met lieede
voor de geest. Philonous vertelt dat vorm bijvoorbeeld geen primaire, maar een secundaire
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller miloudouwes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.