Samenvatting Research Methods in Psychology – Evaluating a World of Information - Methodologie 1
28 views 3 purchases
Course
Methodologie 1
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Research Methods in Psychology
Dit is een uitgebreide samenvatting van alle literatuur dat gelezen moet worden bij het vak Methodologie 1. Het gaat hierbij om hoofdstuk 1 t/m 14 van 'Research Methods in Psychology: Evaluating a World of Information'.
Samenvatting Research Methods in Psychology – Evaluating a World of Information, ISBN: 9780393445213 Kennismaking Met Onderzoeksmethoden En Statistiek (201800022)
Lecture notes Statistical Methods Research Methods in Psychology – Evaluating a World of Information, ISBN: 9780393445213
Basis van Onderzoeksmethoden en Statistiek (BOS); Correlationeel en experimenteel onderzoek samenvatting
All for this textbook (9)
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Pedagogische Wetenschappen
Methodologie 1
All documents for this subject (23)
Seller
Follow
judith06dijkstra04
Reviews received
Content preview
Research Methods in Psychology: Evaluating a World of Information
Hoofdstuk 1:
Empirisme = conclusies baseren op systematische observaties.
Evidence-based treatments = therapie dat is gebaseerd op onderzoek.
Interrogating information = informatie opvragen (door juiste vragen te stellen en het
ondermijnen (determine) van antwoorden). In dit geval ben je dus als onderzoeks
consument kritisch naar studies.
Aanpak onderzoekers:
1. Empirisch onderzoek. (onderzoek is dan gebaseerd om sight, hearing en touch) of
instrumenten die dat kunnen meten (denk aan een thermometer, foto’s, timers er
bijvoorbeeld enquêtes).
2. Ze testen theorieën en daarna herzien ze de theorieën op basis van de
resultaten. (Dit heeft te maken met de theory-data cycle, wat zegt dat je eerst data
test en daarna de theorie verandert of update)
Theorie = reeks uitspraken die algemene principes beschrijft over hoe variabelen met elkaar
te maken hebben.
Hypothese = de uitkomst die de onderzoeker verwacht te observeren in de studie als de
theorie accuraat (precies/zorgvuldig is).
Data = set van observaties
3. Empirische aanpak voor applied en basic research:
Applied (toegepaste) research = onderzoek dat wordt gedaan met een praktisch probleem.
Basic research = doel om algemene kennis te vergroten.
,Translational research = gebruik van lessen van basic research om applicaties te
ontwikkelen en testen.
4. Wanneer er een effect is gevonden, wordt er een verder plan gemaakt om te
testen waarom, wanneer of wie? (een studie leidt tot nieuwe vragen)
5. Onderzoekers maken hun werk openbaar. (hier kan het ook worden
peer-reviewed)
6. Onderzoekers praten met de wereld (de rest van de wereld krijgt via journalism
(televisie, tijdschriften etc de wetenschappelijke bevindingen te horen → dit is vaak
makkelijker te begrijpen dan echte wetenschappelijke artikelen en beter
beschikbaar).
Gevaar van journalisten die vertellen over wetenschappelijke onderzoeken is dat ze
bijvoorbeeld overdrijven, of ze vatten het verkeerd op.
Je kunt voorkomen dat je misleid wordt door journalisten door de originele bron te zoeken of
een skeptische mindset hebben (dus kritische blik).
Eisen voor een goede theorie:
1. een theorie dat is ondersteund door een grote hoeveelheid en verscheidenheid is
een goede theorie.
2. De theorie moet falsifieerbaar zijn. Dit betekent dat als je de theorie gaat testen, de
date de theorie wel of niet kunnen ondersteunen. Er is dus de mogelijkheid om
tegenbewijs te vinden.
3. De theorieën moeten spaarzaam zijn, ook wel Parsimony genoemd. Theorieën
moeten simpel zijn. Zolang een simpele theorie de data goed voorspelt, zou het niet
nodig moeten zijn om de theorie complexer te maken
Onderzoekers zeggen nooit dat ze hun theorieën hebben bewezen → er kunnen altijd nog
tegenbewijzen kunnen worden gevonden.
Hoofdstuk 2:
Er zijn drie bewijs soorten voor waar mensen in geloven:
● Ervaring
Nadelen van ervaring als bewijslast:
- Vaak is er geen ‘comparison group’ (wanneer je conclusies trekt aan de hand van
systematisch data verzamelen, kun je wel in een ‘comparison group’ voorzien)
- Er gebeurt zoveel in het leven dat je niet kan zeggen waardoor iets is veroorzaakt. Er
zijn dus mogelijk meerdere confounds (mogelijke verklaringen voor een resultaat).
Het is bij iets baseren op ervaring moeilijk om andere variabelen te isoleren.
Gedragsmatig onderzoek is probabilistic, dus bevindingen verklaren niet altijd alle gevallen.
Conclusie van onderzoeken zijn juist bedoeld om een bepaald deel (het liefst een groot deel)
van de mogelijke gevallen te verklaren. (niet generaliseerbaar)
Wetenschappelijke conclusies zijn gebaseerd op patronen die alleen naar voren komen
wanneer onderzoekers zich richten op ‘comparison groups’ en veel mensen testen. Je eigen
ervaring is maar één punt in dat algemene patroon (je vergelijkt dus niet).
● Intuïtie
Nadelen van intuïtie als bewijslast:
- Intuïtie kan bevooroordeeld zijn.
1) Zo kun je beïnvloed worden door een goed verhaal
,2) Availability heuristic, dit betekent dat dingen die makkelijk opduiken in je hoofd, ervoor
zorgt dat we minder kritisch denken (leidt tot het overschatten van frequenties).
3) Niet nadenken over de dingen die we niet kunnen zien.
Present/present bias = ons falen om ‘comparison groups’ in overweging te nemen.
4) Er wordt gefocust op de dingen die we het leukst/best vinden. Confirmation bias is dat
we de neiging hebben om alleen maar te kijken naar de informatie die het eens is met wat
we geloven. (zo worden er bijvoorbeeld vragen gesteld die alleen maar de hypothese
kunnen bevestigen en niet die de hypothese kunnen ontkrachten)
5) Bias blind spot = geloof dat je niet in de hierboven genoemde vooroordelen trapt
eer onderzoeker laat vooroordelen achterwege door zich te richten op empirisme (dus
baseren op systematische informatie van de zintuigen) en het objectief interpreteren van de
data die je verzamelt.
● Autoriteit
Je moet altijd voorzichtig zijn met geloven wat iemand zegt, zelf als het een autoriteit is. Met
een kritische blik moet je kijken of het betrouwbaar is.
De vakken met zwarte omlijning zijn betrouwbaar
Psychologische wetenschappers publiceren hun onderzoek gewoonlijk in drie soorten
bronnen:
1) Journal articles = dit zijn wetenschappelijke artikelen, zoals:
Empirical journal articles = dit behandelt de studiemethode, de gebruikte statistische tests
en de resultaten van het onderzoek.
, Review journal articles = samenvattingen van verschillende onderzoeken die zijn gedaan
in een bepaald onderzoeksgebied. Soms wordt hier de techniek ‘meta-analyse’ gebruikt. Dit
is een systematische review waar verschillende vergelijkbare studies met elkaar worden
vergeleken. meestal samengevatte, resultaten van verschillende studies worden hier
gecombineerd tot een 'overall' resultaat.
Effect size = groepen met elkaar vergelijken.
2) Chapter in edited books → Een bewerkt boek is een verzameling hoofdstukken
over een gemeenschappelijk onderwerp; elk hoofdstuk is geschreven door een
andere bijdrager.
Hoofdstukken worden niet zo streng door vakgenoten beoordeeld als empirische
tijdschriftartikelen of recensie artikelen (peer-review). Echter, de redacteur van het boek is
voorzichtig om alleen experts uit te nodigen.
3) Full length books, dus een heel wetenschappelijk boek
Wetenschappelijke artikelen hebben een standaard opbouw (APA regels):
- Abstract
- Introduction
- Method
- Results
- Discussion
- References
Het is belangrijk om wetenschappelijke artikelen te lezen met een doel. Je moet gericht
zoeken naar dingen en snel door de tekst gaan.
Hoofdstuk 3:
Variabelen kunnen gemeten worden of gemanipuleerd.
Variabelen = iets dat varieert, dus het moet in ieder geval twee levels of waardes hebben.
Denk aan geslacht: man en vrouw.
Constant = iets dat mogelijk kan variëren maar heeft maar 1 level in de betreffende studie.
(Denk aan ‘15% van de Amerikanen rookt’ in dit geval is roken de variabelen en Amerikanen
de constant. Het zou kunnen variëren maar in dit geval heeft het maar 1 level).
Gemeten variabelen = een variabele wiens levels zijn geobserveerd en vastgelegd.
Gemanipuleerde variabele = een variabele die de onderzoeker controle op uitoefent.
Sommige variabelen kunnen niet gemanipuleerd worden. Redenen hiervoor zijn:
➢ onethisch om te manipuleren
➢ Ze kunnen alleen maar gemeten worden (denk aan leeftijd)
Sommige variabelen kunnen zowel worden gemanipuleerd dan gemeten, afhankelijk van
de doelen van een studie.
Conceptuele variabele = abstract en algemeen, zoals schoolprestatie, discriminatie,
groepsdruk en agressie. (soms wordt dit ook wel construct genoemd)
Conceptuele definitie = wat je in een woordenboek qua betekenis vindt.
operationele definitie (ook wel operationele variabele) = hoe ga je het onderzoeken
Operationaliseren betekent dat je een concept omzet in een gemeten of
gemanipuleerde variabele.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller judith06dijkstra04. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.20. You're not tied to anything after your purchase.