100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Biochemistry 8th edition

Rating
-
Sold
-
Pages
93
Uploaded on
28-01-2019
Written in
2018/2019

In deze samenvatting staan de onderstaande hoofdstukken weergeven: 11: Koolhydraten 12: Lipiden en celmembranen 13: Membraan kanalen en pompen 16: Glycolyse en gluconeogenese 17: De citroenzuurcyclus 18: Oxidatieve fosforylatie 20: De Calvin cyclus en de pentose fosfaat pathway 22: Vetzuur metabolisme Deze hoofdstukken zijn geselecteerd voor de toets die ik heb gehad.

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
H11, h12, h13, h16, h17, h18, h20, h22
Uploaded on
January 28, 2019
Number of pages
93
Written in
2018/2019
Type
Summary

Subjects

Content preview

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq
wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwe
rtyuiopasdfghjklzxcvbnmqwert
yuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyu
Biochemistry
2e leerjaar, periode 1
iopasdfghjklzxcvbnmqwertyuio
-12-2018



pasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopa
Duursma, Maarten




sdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasd
fghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfg
hjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghj
klzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl
zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx
cvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcv
bnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbn
mqwertyuiopasdfghjklzxcvbnm
qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq
wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwe
rtyuiopasdfghjklzxcvbnmrtyuio

,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 11 Koolhydraten....................................................................................................................6
Introducte..........................................................................................................................................6
11.1 Monosachariden zijn de simpelste koolhydraten.......................................................................6
11.1.1 veel voorkomende suikers bestaan in cyclische vorm.........................................................7
11.1.2 Pyranose en furanose ringscans veronderstellen verschillende conformates....................8
11.1.3 Glucose is een reducerend suiker........................................................................................8
11.1.4 Monosachariden zijn verbonden met alcoholen en aminen via glycosidebindingen...........9
11.1.5 Gefosforyleerde suikers zijn sleutel tussenproducten die worden gebruikt voor de
opwekking van energie en biosynthese..........................................................................................9
11.2 Monosachariden zijn gebonden om complex koolhydraten te vormen.....................................9
11.2.1 Sucrose, Lactose en Maltose zijn de meest voorkomende disachariden...........................10
11.2.2 Glycogen en Starch zijn voorraad vormen van glucose......................................................10
11.2.3 Cellulose, een structureel component van planten, os gemaakt van ketens van glucose. 10
11.3 Koolhydraten kunnen worden verbonden met eiwiten om glycoproteïnen te vormen..........11
11.3.1 Koolhydraten kunnen worden verbonden met eiwiten door asparagine (N-linked) of door
serine of threonine (O-linked) residuen........................................................................................12
11.3.2 Het glycoproteïne erythropoietn is een vitaal hormoon...................................................12
11.3.3 Proteoglycanen, samengesteld uit polysachariden en eiwiten, hebben belangrijke
structurele rollen..........................................................................................................................13
11.3.4 Proteoglycanen zijn belangrijke componenten voor kraakbeen........................................13
11.3.5 Bloedgroepen zijn gebaseerd op eiwit glycosylate patronen............................................14
11.4 Lectnen zijn specifeke koolhydraat-bindende eiwiten...........................................................14
11.4.1 Infuenza virus bind aan siaalzuurresiduen........................................................................14
Hoofdstuk 12 lipiden en celmembranen..............................................................................................15
Introducte........................................................................................................................................15
Gemeenschappelijke kenmerken onderbouwen de diversiteit van biologische membranen......16
12.1 Vetzuren zijn de belangrijkste bestanddelen van veten..........................................................17
12.1.1 Vetzuur namen zijn gebaseerd op hun ouderlijke koolwaterstofen.................................17
12.1.2 Vetzuren variëren in keten lengte en mate van onverzadiging..........................................17
12.2 Er zijn 3 gemeenschappelijke typen van membraan veten......................................................18
12.2.2 Membraan veten kunnen koolhydraten bevaten............................................................20
12.2.3 Cholesterol is een vet op basis van een steroïde nucleus..................................................21
12.2.4 Archaeële membranen zijn gebouwd uit esterveten met vertakte ketens.......................21


1

, 12.2.5 Een membraan vet is een amfpathisch molecuul dat een hydrofele en een hydrofobe
helf bevat....................................................................................................................................22
12.3 Fosfolipiden en glycolipiden vormen gemakkelijk bi-moleculaire sheets in waterige media....22
12.3.1 Lipide blaasjes worden gevormd door fosfolipiden...........................................................23
12.3.2 Lipide bilayers zijn zeer ondoordringbaar voor ionen en de meeste polaire moleculen....23
12.4 Eiwiten voeren de meeste membraan processen uit..............................................................24
12.4.1 Eiwiten geassocieerd met de lipide bilayer in een verscheidenheid van manieren..........24
12.4.2 Eiwiten hebben interactes met membranen op verschillende manieren........................25
12.4.3 transmembrane helixen kunnen accuraat worden voorspeld aan de hand van de
aminozuur sequente....................................................................................................................27
12.5 Veten en vele membraan eiwiten difuseren snel in de plane van het membraan................28
12.5.1 Het vloeistof model laat zijdelingse beweging toe maar geen rotate door het membraan
......................................................................................................................................................29
12.5.2 Membraan vloeibaarheid is gecontroleerd door vetzuur composite en cholesterol
inhoud..........................................................................................................................................29
12.5.3 Vet vloten zijn sterk dynamische complexen gevormd tussen cholesterol en specifeke
veten...........................................................................................................................................30
12.5.4 Alle biologische membranen zijn asymmetrisch................................................................31
12.6 Eukaryotsche cellen bevaten compartmenten gebonden door interne membranen............31
Hoofdstuk 13 Membraan kanalen en pompen.....................................................................................33
Introducte........................................................................................................................................33
De expressie van transporters defnieert grotendeels de metabolische actviteiten van een
gegeven celtype............................................................................................................................33
13.1 De transport van moleculen door een membraan kan actef of passief zijn.............................34
13.1.1 Veel moleculen hebben eiwit transporters nodig om het membraan te passeren............34
13.2 Twee families van membraan eiwiten gebruiken ATP hydrolyse om ionen en moleculen door
het membraan te pompen...............................................................................................................34
13.2.1 P-type ATPase koppelt fosforylering en conformateve veranderingen aan pomp
calciumionen over membranen....................................................................................................35
13.2.2 Digitalis remt specifek de Na+ -K+ pomp door zijn defosforylate te blokkeren.................37
13.2.3 P-type ATPase zijn evolutonair geconserveerd en spelen een wijde breedte aan rollen. .37
13.2.4 Multdrug resistente benadrukt een familie van membraanpompen met ATP-bindende
cassete-domeinen.......................................................................................................................38
13.3 Lactose permease is een archetype van secundaire transporteurs die één
concentrategradiënt gebruiken om de vorming van een andere te bewerkstelligen......................40
13.4 Specifeke kanalen kunnen snel ionen over membranen transporteren..................................41


2

, 13.4.1 Actepotentes worden gemedieerd door transiënte veranderingen in Na + en K+
permeabiliteit...............................................................................................................................41
13.4.2 De structuur van een potassium ionkanaal is een archetype voor vele ionkanaal
structuren.....................................................................................................................................43
13.4.3 De structuur van het potassium ion onthuld de basis van ion specifteit..........................43
13.4.4 De structuur van het potassium ionkanaal legt zijn snelle tempo van transport uit..........45
13.4.5 Verstoring van ionkanalen door mutates of chemicaliën kan mogelijk levensbedreigend
zijn................................................................................................................................................46
13.5 Gap junctons (spleet overgangen) maken het mogelijk dat ionen en kleine moleculen
stromen tussen communicerende cellen..........................................................................................46
13.6 Specifeke kanalen verhogen de doorlaatbaarheid van sommige membranen naar water......47
Hoofdstuk 16 Glycolyse en gluconeogenese........................................................................................48
Introducte........................................................................................................................................48
Glucose is gegenereerd van dieet-koolhydraten..........................................................................48
Glucose is een belangrijke brandstof voor de meeste organismes...............................................48
16.1 Glycolyse is een energie-conversie pathway in vele organismen.............................................49
16.1.1 Hexokinase houdt glucose vast in de cel en begint met glycolyse.....................................50
16.1.2 Fructose 1,6- bifosfaat is gegenereerd van glucose 6-fosfaat............................................51
16.1.3 Het 6-carbon suiker is gesplitst in twee 3-carbon fragmenten..........................................51
16.1.4 Mechanisme: Triose fosfaat isomerase herstelt een driedelig koolstofragment..............52
16.1.5 De oxidate van een aldehyde aan een zuur drijf de vorming van een verbinding met
hoog fosforyl-overdrachtspotenteel aan.....................................................................................53
16.1.6 Mechanisme: fosforylate is gekoppeld aan de oxidate van glyceraldehyde 3-fosfaat door
een thioester tussenproduct........................................................................................................54
16.1.7 ATP is gevormd door fosforyl overdracht van 1,3-bifosfoglcyerate...................................55
16.1.8. Extra ATP wordt gegenereerd met de vorming van pyruvaat...........................................55
16.1.9. NAD+ is geregenereerd van het metabolisme van pyruvaat.............................................56
16.1.10 Fermentates leveren bruikbare energie in de afwezigheid van zuurstof........................57
16.1.11 De binding site voor NAD+ is soortgelijk in vele dehydrogenase.....................................57
16.1.12 Fructose is geconverteerd in glycolytsche tussenproducten door fructokinase.............57
16.1.13 Galactose is geconverteerd in glucose-6-fosfaat.............................................................58
16.2 De glycolytsche route wordt strak gecontroleerd....................................................................58
16.2.1 Glycolyse in spiercellen is gereguleerd om aan de behoefe aan ATP te voldoen.............59
16.2.2 The regulate van glycolyse in de lever illustreert de biochemische veelzijdigheid van de
lever..............................................................................................................................................60
16.3 Glucose kan worden gesynthetseerd uit niet-koolhydraat voorouders...................................62

3
$6.64
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
maartenduursma

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
maartenduursma Hogeschool Van Hall Larenstein
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
5
Member since
6 year
Number of followers
4
Documents
2
Last sold
1 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions