100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Havo 5 - Aardrijkskunde H1 Wereld - Globalisering $3.23   Add to cart

Summary

Samenvatting Havo 5 - Aardrijkskunde H1 Wereld - Globalisering

1 review
 149 views  3 purchases
  • Course
  • Level
  • Book

Uitgebreide samenvatting van H1 en 4 van het eindexamenjaar Havo aardrijkskunde. De samenvattingen zijn gebaseerd op de lesstof uit het boek: buiteNLand van Noordhoff Uitgevers. § 1 t/m 10 van hoofdstuk 1. § 1 t/m 3 van hoofdstuk 4 (herhaling wereld).

Preview 3 out of 13  pages

  • No
  • H1 en h4
  • January 28, 2019
  • 13
  • 2018/2019
  • Summary
  • Secondary school
  • 5

1  review

review-writer-avatar

By: geavandenberg • 1 year ago

avatar-seller
Aardrijkskunde Samenvatting
Hoofdstuk 1. Wereld globalisering
1.1 Globalisering: one world?

Globalisering / mondialisering: Verwevenheid tussen gebieden en samenlevingen op aarde.

Waarom heeft globalisering met aardrijkskunde te maken?
Omdat het proces invloed heeft op de inrichting en de functie van gebieden.

VB: Shanghai (havenstad), tot 1980 sterk gericht op China. Nu  een metropool met een westerse
uitstaling (inrichting) en een belangrijk knooppunt (functie) in de internationale economie.

Globalisering speelt op een aantal terreinen  zie aantekeningen.

Globalisering wordt mogelijk gemaakt door de transport- en informatietechnologie.
Transporttechnologie  Alle technologie die nodig is om het vervoer van grondstoffen, goederen en
mensen mogelijk te maken.

Informatie- of communicatietechnologie  De technologie om de uitwisseling van informatie
mogelijk te maken.

Deze technologieën zijn op beide terreinen de afgelopen 25 jaar in een stroomversnelling geraakt.
Voor industriële revoluties (zie bron 6)

Sinds 1980 zijn drie ontwikkelingen van belang:
1. Reis- en vervoerstijden zijn spectaculair gedaald, alles verloopt sneller.
2. Transport en communicatie zijn goedkoper geworden.
3. De infrastructuur rond transport en dataverkeer is enorm verbeterd.
(wegen, havens, vliegvelden en telecommunicatie)

Verbetering van infrastructuur heeft de neiging om zich te concentreren in de best ontwikkelde
regio’s.  Tijd-ruimte compressie is in het ene gebied veel sneller dan in het andere gebied.
Communicatie tussen Nairobi en London stukken sneller dan tussen Nairobi en Keniaanse platteland.

Tijd-ruimtecompressie= Proces waarbij de relatieve afstand tussen plaatsen door de moderne
transport- en informatietechnologie daalt.

Globalisering  1. Ontdekkingsreizen (16e eeuw). 2. Kolonisatie. 3. Na 1990 snel en op grote schaal.

Belangrijke motor achter dit proces: Multinationale onderneming (mno of multinational)  Vormen
een soort mondiaal netwerk door hun vestigingen over de hele aardbol.  mogelijk door
verbetering van de transport- en communicatietechnologie.  gevolg: relatieve afstand tussen
gebieden neemt af.

Tijd en ruimte wordt als het ware in elkaar gedrukt. – tijd-ruimtecompressie.
 Global village

,1.2 Economische globalisering: oorzaken

Vrijemarkteconomie: Het leidende economische systeem.
Ontstaan na het instorten van het communisme in de voormalige Sovjet-Unie (1991) en het toetreden
van China tot de WTO. (Wereldhandelsorganisatie)

Liberalisering van de wereldhandel is daardoor enorm toegenomen  Gevolg:
 De productie en uitwisseling van goederen en diensten krijt een internationaler karakter.
 Gebieden raken economisch steeds hechter verbonden. (gunstige ligging = belangrijke
voorwaarde)

Gevolgen van deze economische globalisering na 1990:
- Sterke stijging van buitenlandse investeringen.
- Groei van het internationale transport- en communicatieverkeer.
- Snelle toename van de wereldhandel.

Gevolgen vanaf 2012:
- Groei daalt door afkoeling van de economieën in de BRICS-landen:
Vooral door China (De tweede economie ter wereld)
* BRICS-landen: Afkorting voor landen die na 2000 een snelle economische ontwikkelen
doormaken. Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika.

Mno’s Zitten we nog op de goede locatie met ons bedrijf?  laten zich leiden door zaken als de
arbeidsmarkt (loon- en kennisniveau), bereikbaarheid, belastingvoordelen en politieke stabiliteit van
een land.

Gevolgen van een bedrijf dat besluit te verplaatsen: Directe (bedrijf zelf) en indirecte banen (bv.
Toeleveringsbedrijven) verdwijnen.

“Think global, act local” pakt niet voor iedereen goed uit.

Grenzen vervagen  Onder invloed van de WTO wordt de vrijhandel gestimuleerd. Wordt het eerst
gevormd tussen de NAFTA (Canada, VS en Mexico en de EU.
Landen schrappen allerlei handelsbeperkingen zoals:
- Tariefmuren: Hoge importtarieven om de eigen productie te beschermen.
- Importquota: Er is een beperkte hoeveelheid bij de invoer van een product.

Voordelen vrijhandel:
De wereldhandel en de uitwisseling van goederen wordt sterk bevorderd.

Nadelen vrijhandel:
Buitenlandse concurrentie  Landen treffen in tijden van economische crisis protectionistische
maatregelen.
Bv. Tegen Chinese import + banen die zijn kwijtgeraakt door vertrek van bedrijven naar
lagelonenlanden.

Vroeger – Een product werd helemaal in één bedrijf of binnen een regio gemaakt.

Tegenwoordig – Steeds minder gekoppeld aan een nationale thuisbasis. 
Mno’s kiezen voor de diverse onderdelen van hun onderneming locaties in de wereld uit waar zij de
meeste winst kunnen behalen.

, Arbeidsintensieve delen van het productieproces naar lagelonenlanden.
Gevolg  De productieketen van goederen – de route die een product aflegt van grondstof tot
consument – wordt steeds meer opgedeeld en verspreid over tal van gebieden.
Gevolg  Een groot deel van de wereldhandel vindt plaats tussen de verschillende onderdelen van de
eigen multinational.
 Daardoor zijn de handel en het vervoer veel sneller gegroeid dan de productie.

 Mno’s gaan ook ‘internationaal’ om nieuwe afzetmarkten te veroveren.


1.3 Economische globalisering: gevolgen

Internationale goederen- en kapitaalstromen  verlopen vooral tussen 3 ecnomische kerngebieden:
1. Noord-Amerika
2. De EU  Vormen samen de triade die de wereldeconomie beheersen.
3. Japan
 hun mondiaal netwerk wordt bedreigd door landen in de semiperiferie (bv landen in Azië).
(Wereldwijde, langdurige en georganiseerde contacten tussen mensen en bedrijven.)

 Global shift : De verschuiving op aarde van het economisch kerngebied.

Dit gebied schuift langzaam op van de Noord-Atlantische naar de Pacifische zone.
 In de westerse landen verdwijnen naast onderdelen van de maakindustrie ook ‘witteboordenbanen’
(bv. Administratiekantoren, callcenters, laboratoria) naar goedkopere, vooral Aziatische landen.

De ruimtelijke gevolgen van globalisering
Geografische gevolgen van deze snelle globalisering:
 Na 1980  Er ontstaat een nieuwe internationale arbeidsverdeling.  Verplaatsing van
een deel van de maakindustrie vanuit het centrum naar de semiperiferie en de periferie. 
gevolg: miljoenen mensen in die landen zijn niet langer straat arm.

 Mno’s veroveren regionale en nationale markten in de (semi)periferie.
Bedrijven zetten een keten van winkels op + hele productieafdelingen.

 Locatie van bedrijven wordt steeds sneller aangepast aan de gewijzigde regionale of
lokale situatie.
 naar gebieden die het goedkoopst zijn.

 Na 2015  sommige fabrieken keren terug naar de westerse landen  fabrikanten die
hun goederen snel op de markt willen brengen (mode).
- Terugkeer valt vaak samen met robotisering van de productie (alsnog weinig terugkerende
banen).
 Mno’s beperken zich tot de kernactiviteiten in hun bedrijf (core business).
Alle activiteiten eromheen worden afgestoten en zo nodig ingehuurd.

 Globalisering is tot in de uithoeken van de wereld merkbaar.

 Economische globalisering leidt vaak tot grotere sociale en regionale ongelijkheid.
- Rijke landen: Vooral lagere inkomensgroepen voelen zich slachtoffer van de globalisering:
Banen verdwijnen door robotisering, uitschuiving en concurrentie uit lagelonenlanden.
- + concurrentie met immigranten op gebied van banen, goedkope woningen en uitkeringen.
 Hun ontevredenheid blijkt uit verkiezingen & referenda.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller september. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67163 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$3.23  3x  sold
  • (1)
  Add to cart