Summary
Samenvatting Ondernemingsrecht
- Course
- Institution
- Book
Samenvatting van het boek: de kern van het ondernemingsrecht.
[Show more]
Connected book
Book Title:
Author(s):
- Edition:
- ISBN:
- Edition:
3 reviews
By: liesje2201 • 4 year ago
By: michellebos0 • 4 year ago
By: Midori • 5 year ago
Seller
Follow
Elinelaura94
Reviews received
Content preview
OndernemingsrechtJurisprudentie
Leereenheid 1: Ondernemingsvormen
HR 29 mei 2015, NJ 2015/380 (Lunchroom De Kateruug
HR 3 februari 1984, NJ 1984/386 (Damen Gehog
Leereenheid 2: Oprichtng
HR 8 juli 1992, NJ 1993/116 (Food Processinu/Clara Candyg
HR 11 april 1997, NJ 1997/583 (Hemmeng
HR 28 januari 2011, NJ 2011/167 (Staalbankiers/Elko Manauementg
Hof Arnhem 14 april 2009, ECLI:NL:GHARN:2009:BJ2178 (The Lord’s Choirg
HR 2 september 2011, NJ 2012/75 (Dierenartsmaatschappijg
Leereenheid 3: Vermogensstructuur
HR 8 november 1991, NJ 1992/174 (Nimox/Van den End q.q.g
HR 15 maart 2013, NJ 2013/290 (Rohamg
Leereenheid 4: Aandeelhouderschap en lidmaatschap
HR 16 januari 2004, NJ 2004/184 (Gouliog
HR 15 maart 2013, NJ 2013/290 (Rohamg
HR 13 maart 2015, NJ 2015/241 (Carlandeg
Leereenheid 5: De organisate
HR 21 januari 1955, NJ 1959/43 (Forum-Bankg
HR 13 juli 2007, JOR 2007/178 (ABN AMRO-beschikkinug
HR 9 juli 2010, NJ 2010/544 (ASMIg
HR 18 april 2003, NJ 2003/286 (RNAg
HR 14 december 2007, NJ 2008/105 (DSMg
HR 12 juli 2013, NJ 2013/461 (VEB/KLMg
Leereenheid 6: Vertegenwoordiging
HR 6 april 1979, NJ 1980/34 (Kleuterschool Babbelg
HR 9 juli 1990, NJ 1991/51 (Sluisg
HR 17 december 1982, NJ 1983/480 (Bibolinig
HR 29 november 2002, NJ 2003/455 (Beruhuizer Papierfabriekg
HR 14 oktober 2011, NJ 2012/110 (M.E. Beheerg
Leereenheid 7: Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid
HR 6 oktober 1989, NJ 1990/286 (Beklamelg
HR 10 januari 1997, NJ 1997/360 (Staleman/Van de Veng
HR 9 juli 2010, NJ 2010/544 (ASMIg
HR 10 januari 1990, NJ 1990/466 (Ouemg
HR 29 november 2002, NJ 2003/455 (Beruhuizer Papierfabriekg
HR 8 april 2005, NJ 2006/443 (Laurus-beschikkinug
HR 2 december 1994, NJ 1995/288 (Poot/ABPg
HR 8 juni 2001, NJ 2001/454 (Panmog
HR 5 september 2014, NJ 2015/21 (Tulip Airg
HR 8 december 2006, NJ 2006/659 (Ontvanuer/Roelofseng
HR 23 november 2012, NJ 2013/302 (Spaanse Villag
HR 17 februari 2017, RI 2017/51 (Kampschöer/Le Roux Fruit Exportersg
1
,Leereenheid 8: Herstructurering
HR 31 december 1993, NJ 1994/436 (Vereniude Bootliedeng
Leereenheid 9: Concernrecht
HR 21 januari 1955, NJ 1959/43 (Forum-Bankg
HR 13 juli 2007, JOR 2007/178 (ABN AMRO-beschikkinug
HR 9 juli 2010, NJ 2010/544 (ASMIg
Hof Amsterdam (Onderneminuskamerg 13 maart 2003, NJ 2003/248, ECLI:NL:GHAMS:2003:AF5761
(Corusg
Leerdoelen:
Na bestuderinu van deze cursus:
kunt u de verschillende Nederlandse onderneminusvormen en hun onderlinue verschillen
beschrijven.
kunt u aanueven hoe die onderneminusvormen tot standkomen en kunnen evolueren.
kunt u de interne oruanisatie van de verschillende onderneminusvormen omschrijven,
alsmede hoe zij naar buiten toe optreden.
kunt u de beurippen 'verantwoordelijkheid' en 'aansprakelijkheid' binnen het
onderneminusrecht duiden.
kunt onderneminusrechtelijke casus oplossen.
2
,Leereenheid 1 – Ondernemingsvormen
Hoofdstuk 1 Ondernemingsvormen
Onderneminusrecht > bestrijkt de rechtsvormen met behulp waarvan onderneminuen uedreven
worden.
De rechtsvorm is een hulpmiddel om een onderneminu in rechte te kunnen laten functionerenn de
onderneminu en haar functioneren zijn het doel. De rechtsvormen van het onderneminusrecht zijn
dus in de eerste plaats facilitair > de juridische onderneminusvormen onderuaan een sterke invloed
van wat het uoed functioneren van een onderneminu bijv. op het uebied van efciency vereist.
Het onderneminusrecht reuelt 3 onderwerpen:
1. Hoe steekt de interne structuur van een onderneminu in elkaar, ofewel de juridische
organisatie i inrichtng ervan. Onderneminusrecht is dus oruanisatierechtn
2. Wie mouen en kunnen voor de onderneminu transacties afsluiten (vrauen van
virtiginwoor iging)
3. Hoe zijn de verantwoordelijkheid en aansprakilijkhii voor de uanu van zaken in de
onderneminu uituewerkt?
Onderneminuen > uericht op winst, het behalen van economisch voordeel.
Als onderneminusvorm komen vooral rechtsvormen in aanmerkinu die toelaten winst uit te keren
aan deuenen die in de onderneminu participeren.
De wetuever en rechters in het onderneminusrecht dienen telkens weer een delicaat evenwicht
tussen vrijheid van de ondernemer en reuulerinu van zijn activiteiten, tussen facilitiit in hit
waarborgin van bipaal i bilangin tot stand te brenuen.
Verschillende onderneminusvormen:
Naamloze vennootschap (nvg
Besloten vennootschap (bvg
De coöperatie
De maatschap
De vennootschap onder frma (vofg
Commanditaire vennootschap (cvg
En dan zijn er ook nou:
De stichtinu
De vereniuinu
Weten en rechtsfuuren die van belanu zijn:
Handelsreuisterwet 2007
De Wet op de onderneminusraden
Richtspirsoon: overkoepelt vrijwel het uehele onderneminusrecht
1. Besloten vennootschap (bv)
Een veel in NL uebruikte onderneminusvorm is de bislotin vinnootschap.
Art. 2:175 BW ueef een omschrijvinu van de bv. Kenmerkend voor een bv is o.a. dat deze een in een
of meer overdraaubare aandelen verdeeld kapitaal heef. Men kan slechts in een bv participeren via
een aandeel in haar kapitaal. Om deze reden wordt de bv uerekend tot de zouenaamde
kapitaalassociatiss ook wil kapitaalvinnootschappin. Er dient bij oprichtinu in ieder ueval één
aandeel te worden uitueueven. Het nominale bedrau van de aandelen en het daarop te storten
bedrau kan laau zijn , bijv. 1 euro. Als er meer van één aandeel wordt uitueueven, mouen de aandelen
in handen zijn van één aandeelhouder.
3
,De iinpirsoons-bv is in het Nederlandse recht een leuaal verschijnsel.
Het aandeel kan een aantal belanurijke functies vervullen:
1. Aandelen zijn voor de bv een middel om virmogin aan ti trikkin > de aandeelhouder
brenut vermouen in de bv in. Hij verkrijut als teuenprestatie van de bv een of meer aandelen.
Dit houdt in dat de aandeelhouder vermouen aan de bv ter beschikkinu moet stellen, in
beuinsel ter uroote van het nominale bedrau waarvoor hij aandelen neemt. In de statutin
van een bv staat steeds vermeld hoe hoou dit nominali bi rag voor een bepaalde soort
aandelen is.
2. Aan het aandeel is dooruaans stemrecht in de aandeelhoudersveruaderinu verbonden, art.
2:228 BW. Met het aandeel kan zeuuenschap in de bv worden uitueoefend. Het aandeel
heef dan dus een zigginschapsfuncti. In beuinsel levert ieder aandeel één stem op. Voor
het aantal stemminu in de aandeelhoudersveruaderinu is dus in beuinsel de omvanu het aan
aandelenbezit doorslauuevend. De bv heef een plutocratisch karakter. Hoe meer aandelen
iemand houdt, hoe machtiuer hij is in de aandeelhoudersveruaderinu en daarmee in de
vennootschap. Dit kan echter in de statuten van de bv anders worden uereueld, art. 2:228 li
4 BW.
3. Het aandeel vervult vaak een winstvir ilingsfunctis in beuinsel heef ieder aandeel recht op
een uedeelte van de winst, art. 2:126 BW. De door de bv behaalde winst wordt over de
aandelen verdeeld. De winstuitkerinu op een aandeel wordt ook wel dividend uenoemd.
4. Voor een aan iilhou ir vervult het aandeel nou een functie > het is voor hem een
vermouensobject, omdat het voor overdracht vatbaar is. Aandelen zijn immers in beuinsel
verhandelbaar. Een aandeel kan ook verpand worden, art. 2:198 BW en er kan door een
onbetaalde schuldeiser van de aandeelhouder beslau op worden ueleud, art. 474c – 474i Rv.
De bv is bislotin. Dit houdt in dat de door haar uitueueven aandelen op naam staan en overdracht
ervan in beuinsel niet vrijelijk kan plaatsvinden. Een aandeelhouder in een bv die zijn aandelen wil
overdrauen dient in beuinsel zijn over te drauen aandelen aan de medeaandeelhouders aan te
bieden, art. 2:195 li 1 BW. De statuten mouen de aandelenoverdracht vrijmaken, in de wet zijn
hiervoor voorschrifen te vinden, art. 2:195 BW. Dit type voorschrifen wordt blokkiringsrigilingin
uenoemd. Zij hebben tot uevolu dat aandelen in een bv niet zonder meer vrij verhandelbaar zijn.
NB: overdracht van aandelen in een bv kan slechts bij notariëli akti plaatsvinden.
Alle houders van aandelen in een bv dienen te worden opuenomen in een reuister dat het bestuur
van de bv moet bijhouden, art. 2:194 BW.
De bv is in NL de meest populaire rechtsvorm > aandeelhouders (en bestuurdersg zijn in beuinsel niet
aansprakelijk voor hetueen in naam van de bv is verricht.
Voluens de wet: een aandeelhouder is niet persoonlijk aansprakelijk voor hetueen in naam van de
vennootschap wordt verricht en is niet uehouden boven het bedrau dat op zijn aandelen behoort te
worden uestort in de verliezen van de vennootschap bij te drauen, art. 2:175 BW. Er is dus een
uunstiu aansprakelijkheidsreuime.
De bv wordt uereueerd door haar statuten. Dit zijn door de oprichters/aandeelhouders van de bv zelf
opuestelde reuels voor haar oruanisatie. Het zijn haar eiuen interne reuels van specifeke aard. Bij de
oprichtinu voor de eerste keer dienen statuten (minimaal inhoudende de naam, de zetel en het doel
van de vennootschap, art. 2:177 BW en het aantal en het bedrau van de aandelen) te worden
vastuesteld, art. 2:177 BW. Zij liuuen op het kantoor van het handelsreuister ter inzaue, art. 2:180 li
1 BWe de inrichtinu van een bv is dus openbaar.
Een bv maakt ook uebruik van uevolmachtiuden. Op de relatie tussen de bv en de uevolmachtiude is
art. 3:60 BW i.v. van toepassinu. Daarnaast kan een bv ook een O.D. pleuen, art. 6:162 BW.
4
,2. Naamloze vennootschap
Het aantal naamlozi vinnootschappin in NL is beperkt, onueveer 4000.
De rechtsvorm nv is vooral ueschikt voor urote onderneminuen. Dit hanut samen met de
omstandiuheid dat urote onderneminuen voor het aantrekken van vermouen vaak van de diensten
van de efectenbeurs Euronext Amsterdam uebruik maken. Via Euronext Amsterdam kan een nv
aandelen doen verhandelen. Dit is alleen mouelijk als de desbetrefende nv een beursnoterinu heef.
Het minimaal kapitaal van een nv bedraaut 45.000 euro, art. 2:67 li 2 BW. Dit maakt de nv vorm
voor kleinere onderneminuen minder aantrekkelijk dan bijv. de bv.
Een nv kent een in aandelen verdeeld maatschappelijk kapitaal, art. 2:64 BW.
NB: voor de bv is het maatschappelijk kapitaal facultatief.
De nv is, net als een bv, een kapitaalassociati. Het aandeel vervult bij een nv dezelfde functies als bij
een bv, art. 2:80 BW (aantrikkin virmogin)e art. 2:105 BW (winstvir iling) in art. 2:118 BW
(stimricht).
Bij een nv hoeven aandelen niet op naam te luiden. Een nv mau ook aandelen aan toonder uitueven
die door hun aard vrij overdraaubaar zijn. De namen van houders van toonderaandelen worden niet
in een aandeelhoudersreuister opuenomen > kan situatie bestaan dat nv niet weet wie
aandeelhouders zijn. Vandaar naamlozi vinnootschap.
Als een nv wél aandelen op naam uitueef, art. 2:82 BW, moet het bestuur een reuister bijhouden
met de namen van aandeelhouders op naam, art. 2:85 BW.
3. De maatschap en de vennootschap onder frma
De maatschap is een obliuatoire, wederkeriue overeenkomst tot saminwirking van 2 of meer
personen. Het sluiten van een maatschapsovereenkomst is in beuinsel vormvrij. De maatschap is
uericht op het door middel van samenwerkinu behalen van virmoginsrichtilijk voor iil dat aan de
vennoten ten uoede komt. De maatschap heef dus, net zoals de nv en de bv, een
winstvir ilings oil. Bij een maatschap wil men samenwerken voor gimiinschappilijki rikining tot
een uemeenschappelijk doel. Deze samenwerkinu zal onder meer inhouden dat de opbrenusten die
met de uezamenlijke in het kader van de maatschap verrichte activiteit worden behaald, vervoluens
een in de maatschapsovereenkomst opuenomen verdeelsleutel over de vennoten worden verdeeld.
Ieder van de vennoten is uehouden om iets in ti bringins iin waar i aan i maatschap tir
bischikking ti stillin.
Samenvatend: een maatschap strekt tot een actieve samenwerkinu van de maten (vennoten of
compaunonsg die erop uericht is d.m.v. hun inbrenu voor uemeenschappelijke rekeninu voordeel te
behalen dat aan hen alleen ten uoede komt. (zii art. 7A:1655 – 1688 BW)
Als een maatschap onder uemeenschappelijke naam (frmanaam, als een eenheidg een onderneminu
of een bedrijf uitoefent, uelden ook art. 16 – 34 .. De maatschap wordt dan een vinnootschap
on ir frma ginoim (vof).
De vof kent hoofdelijke verbondenheid van de vennoten voor verbintenissen van de vof, art. 18 .e
terwijl voor de uewone maatschap ueldt: de maten zijn voor uelijke delen aansprakelijk voor de
verbintenissen van de maatschap, art. 7A:1680 BW.
Het saminwirkingsviriisti in de maatschap en de vof > de vennoten dienen op voet van uelijkheid
samen te werken. Zo mau een vennoot niet in een positie van onderueschiktheid verkeren t.o.v. een
andere vennoot, want dat zou veeleer op het bestaan van een arbeidsovk wijzen. Tevens zal
samenwerkinu dikwijls overleu impliceren over de wijze waarop de uezamenlijke activiteit wordt
beoefend.
5
,De verplichtinuen uit een vennootschapsovereenkomst lopen niet over en weer, maar evenwijdiu,
parallel. Omdat bij een maatschap of een vof de vennoten dooruaans op lanue termijn moeten
samenwerken, is de persoon van de vennoot voor de andere vennoot van uroot belanu. Men zeut
wel dat een maatschap of vof intuitu pirsonai (hooustpersoonlijkg wordt aanueuaan. Een
vennootschapsovk sluit men niet met een willekeuriu iemand af. > daarom ook wel
pirsoninassociatis of pirsoninvinnootschappin ginoim .
De persoon van de vennoot is in beuinsel zowel voor het ontstaan van de personenvennootschap als
voor het voortbestaan ervan van beslissend belanu.
Over de nv en bv wordt uesproken als een rechtspersoon met een in (voor de bv: een of meerg
aandelen verdeeld kapitaal. Via het aandeel staan de aandeelhouders in een relatie tot de nv of de
bv. Aandeelhouders van een nv of bv hoeven niet samen te werken op dezelfde intensieve wijze als
bij een personenvennootschap. De nv en bv zijn in de eerste plaats intuitu picuniai (omwille van het
ueldg aanueuaan. Soms sluiten de aandeelhouders een samenwerkinusovk (aandeelhoudersovkg die
onder andere verplicht tot het vaststellen van een uezamenlijk beleid op het uebied van de
fnancierinu van de bv en in verband daarmee op het uebied van investerinuen. Bij zo’n bv zijn de
aandeelhouders nauw betrokken > ook wel joint vinturi uenoemd. De interne verhoudinuen tussen
de aandeelhouders in zo’n bv kan uaan lijken op die tussen vennoten van een
personenvennootschap. (voorbeeld: 2 autofabrikanten die samenwerken om uezamenlijk een
nieuwe type motor te ontwikkelen voor door hen te produceren auto’sg.
NB: aan het Nederlandse recht liut i vrijhii van kiuzi van richtsvorm ten urondslau.
Maatschappen kunnen worden uebruikt voor de uezamenlijke uitoefeninu van het beroep van bijv.
advocaat of chiruru. Zij oefenen hun beroep voor uemeenschappelijke rekeninu uit. Zij verrekenen
onderlinu winsten en verliezen. De inbrenu bestaat in zo’n ueval vooral uit het ter beschikkinu stellen
van arbeidskracht en is niet beperkt tot ueld of uoederen.
Voor bedrijviuheid, zoals looduieters- of schildersbedrijven, is de vof een wel uebruikte rechtsvorm.
De beroeps- of bedrijfsuitoefeninu in het kader van een maatschap kan stl plaatsvinden > stlli
maatschap: naar buiten toe blijkt dooruaans niets van een uezamenlijke beroeps- of
bedrijfsuitoefeninu. Dit komt bijv. voor in de aurarische sector.
Een uezamenlijke uitoefeninu van een beroep, zoals advocaat of chiruru, kan ook op een voor derden
wel duidelijk kenbare wijze naar buiten, onder een uemeenschappelijke, als zodaniu uevoerde naam,
worden uitueoefend > opinbari maatschap.
Voor het onderscheid tussen beroepsuitoefeninu en bedrijfsuitoefeninu zijn de verkeersopvatnuen
van belanu:
Biroipsuitoifining wijst voluens deze opvatnuen op pirsoonlijki iinstvirrichtng. Bij
beroepsuitoefeninu staan de persoonlijke kwaliteiten van de dienstverlener voorop. Een
beroepsbeoefenaar wordt ueacht het welzijn van zijn cliënt te behartiuen (bijv. door een advocaat,
medicus etcg. De diensten die zij verrichten, veronderstellen een zekere mate van vertrouwelijkheid
tussen cliënt en dienstverlener. Voor de beroepsbeoefenaar ueldt ook het biroipsgihiim.
Dit alles is in mindere mate het ueval bij dienstverleninu in het kader van bedrijven. De bakker, slauer
etc. oefenen een bedrijf uit. Bedrijfsbeoefenaren uinuen in de reuel vaker transacties aan met derden
van beroepsbeoefenaren.
Beroepsbeoefenaars maken bij het uitoefenen van hun beroep steeds meer uebruik van de bv-vorm.
Vrijwel alle urotere Nederlandse advocatenkantoren zijn zelfs in een nv onderuebracht. Hierdoor is
het onderscheid tussen beroep en bedrijf aan het vervauen. Men zou kunnen zeuuen dat
beroepsuitoefeninu steeds meer bedrijfsmatiu plaatsvindt.
6
,De vennootschap is een ovk > art. Boik 6 BW ovir virbintinissin ook van toepassinu + bipalingin
uit boik 3 BW (ovk = miirzij igi rh).
De verschillen tussen maatschap en de vof komen tot uitinu op 2 punten:
Bij de vof ontleent iedere vennoot aan de wet, art. 17 li 1 .e verteuenwoordiuinus-
bevoeudheid. Ieder van de vennoten is in beuinsel bevoeud namins i vof te handelen. In de
vennootschapsovk kunnen echter beperkinuen staan.
Bij een maatschap mau een vennoot in beuinsel slechts namens de andere vennoten
optreden, indien deze hem daartoe een volmacht hebben ueueven, art. 7A:1679 BW.
De reden voor dit verschil is dat de wetuever de maatschap als een meer intern uerichte
samenwerkinusvorm beschouwt die minder uericht is op het afsluiten van profjtelijke
transacties met derden, Daarom zou er bij de maatschap minder behoefe zijn aan een
verteuenwoordiuinusbevoeudheid van rechtsweue. Bij een maatschap sluit, ieder van de
vennoten in de reuel op eiuen naam transacties af, maar hiervan worden wel de
economische uevoluen (baten en kosteng bij de maatschap in rekeninu uebracht, art.
7A:1676 on ir 1 in 3 BW.
De vof is in de uedachte van de wetuever extern, als zodaniu naar buiten tredend uericht >
behoefe aan een naar buiten optredende verteuenwoordiuer.
Voor schulden van de vof zijn alle vennoten hoofdelijk verbonden, art. 18 .. Voor een
maatschap ueldt dat de vennoten in beuinsel slechts voor uelijke delen verbonden zijn voor
vennootschapsschulden, art. 7A:1679 jo. 1680 BW.
Op de maatschap en de vof is de Wet op de onderneminusraden en de Handelsreuisterwet 2007 van
toepassinu.
4. Verschillen tussen nv/bv enerzijds en de maatschap en de vof anderzijds
Bij een nv en een bv zijn de aandeelhouders in beuinsel niet aansprakelijk voor hetueen in
naam van de nv of bv is verricht, art. 2:64 BW jo. 2:175 BW. Voor vennoten van een
maatschap en een vof uelden strenuere aansprakelijkheidsreuels.
De nv en bv moeten een jaarrekeninu opmaken, vaststellen en openbaar maken, zie art.
2:394 li 1 BW. De jaarrekeninu bevat een overzicht van het vermouen en het resultaat van
de nv of de bv. Deze verplichtinu ueldt niet voor de maatschap en de vof.
Een aandeelhouder kan de kapitaalvennootschap niet opzeuuen: een vennoot van een
personenvennootschap heef wel een mouelijkheid de vennootschap te verlaten.
De wetuever schrijf voor dat een nv en een bv steeds 2 oruanen dienen te hebben, de
aan iilhou irsvirga iring en het bistuur met andere bevoeudheden. Bij een maatschap en
een vof uaat de wetuever ervan uit dat de vennoten ook besturen. Hier ueldt dus niet het
uituanuspunt van een uali organisatistructuur.
5. Tussenvormen: commanditaire vennootschap en coöperate
Het Nederlandse recht kent een aantal tussenvormen: i comman itairi vinnootschap (cv) in i
coöpirati.
De cv is een samenwerkinusovereenkomst tussen een of meer giwoni vinnotin (dat wil zeuuen
hoofdelijk aansprakelijke vennoteng en een of meer comman itairi vinnotin.
Een commanditaire vennoot is tot niet meer uehouden dan het bedrau van zijn inbrenu, art. 20 li 3
.. De cv kent een combinatie van hoofdelijke, strenue aansprakelijkheid voor de uewone vennoot of
vennoten en beperkte, meer soepele aansprakelijkheid voor de commanditaire vennoot of vennoten.
Een commanditaire vennoot is overiuens ook partij in de cv, hij heef als zodaniu recht op een deel
van de winst van de cv.
7
,Toepasselijke wetsbepalinuen naar buiten tredende cv: art. 19e 20 in 21 . (witboik van
koophan il).
Een naar buiten tredende cv, cv’s die zich als zodaniu aan de buitenwereld presenteren, is als uevolu
hiervan ook steeds een vof.
Art. 20 li 2 .: een commanditaire vennoot mau ueen bestuurs- of beheershandelinuen verrichten.
Deze dienen door de uewone vennoten verricht te worden. Wel mouen zij zich bemoeien met het
intern uitstippelen van het beleid van de cv.
Arrest dat art. 21 . aanvult: HR 29 mei 2015, NJ 2015/380: de aansprakelijkheid van de
commanditaire vennoot wordt verlicht, als deze in een onevenrediue verhoudinu staat tot de
aard en de ernst van de overtredinu van het beheersverbod.
In het handelsreuister worden het bedrau van de commanditaire inbrenu en het aantal
commanditaire vennoten opuenomen, de namen van de com. vennoten hoeven niet bekend te
worden uemaakt.
Lunchroom i katirug: De zaak draaide om twee ouders die als commanditaire vennoten betrokken
waren bij de exploitatie van een lunchroom van hun zoon (de beherend vennootg. De ouders hebben,
in hun hoedaniuheid van commanditaire vennoot, tweemaal een overeenkomst medeondertekend:
een huurovereenkomst en een huurbeëindiuinusovereenkomst. Op eniu moment wordt de
lunchroom verkocht. Daarbij wordt onder meer afuesproken dat de CV zal zoruen voor afrekeninu
van reeds opuebouwde veruoedinuen aan personeelsleden. De koper van de lunchroom heef
vervoluens enkele veruoedinuen aan een werknemer betaald die vóór de overdracht bij de CV
werkzaam was, en heef de commanditaire vennoten aanuesproken tot betalinu van het daarmee
uemoeide bedrau. De koper stelde zich op het standpunt dat de commanditaire vennoten hoofdelijk
aansprakelijk zijn, omdat zij het beheersverbod zouden hebben overtreden door de hiervoor
bedoelde overeenkomsten met de verhuurder te ondertekenen. De commanditaire vennoten
ontkenden niet dat zij hadden ondertekend, maar stelden dat voor de verhuurder duidelijk was dat
zij ueen beherend vennoten waren.
De Houe Raad wijst er allereerst op dat de bedoelinu van de sanctie op overtredinu van het
beheersverbod is om 'te voorkomen dat commanditaire vennoten die op een van de in art. 20 .
vermelde manieren onduidelijkheid laten ontstaan over hun rechtspositie in de vennootschap, zich
kunnen ontrekken aan de aansprakelijkheid die' voor de beherende vennoten ueldt. Voluens de
Houe Raad is de sanctie van aansprakelijkheid voor alle schulden van de vennootschap uitsluitend
uerechtvaardiud indien en voor zover die sanctie in overeenstemminu is met de bedoelinu van het
verbod. Als de commanditaire vennoot omstandiuheden aanvoert die maken dat de sanctie niet
uerechtvaardiud is, moet de sanctie worden beperkt of achterweue blijven.
In deze zaak wist de verhuurder dat de vader en moeder commanditaire vennoten waren en ueen
beherend vennoten. Bovendien is maar de vraau of de vader en moeder een verwijt trof toen zij de
huurovereenkomst en de beëindiuinusovereenkomst mee tekenden. Om die reden vernietiut de
Houe Raad het arrest van het uerechtshof. Ondanks de (sterkeg nuancerinu die de Houe Raad heef
aanuebracht in de aansprakelijkheid bij overtredinu van het beheersverbod, blijf het voor
commanditaire vennoten toch oppassen wanneer zij in het kader van de CV handelen.
De coöperate
De coöpirati is ook een rechtsvorm dit tussen de maatschap en de vof en de nv en de bv zit. De
coöperatie is opuezet als vereniuinu. Het wordt echter wél als rechtsvorm beschouwd.
NB: een vereniuinu mau uéén winst aan haar leden uitkeren, art. 2:26 li 3 BW. De coöperatie mau dit
wel, art. 2:53a BW. Een coöperatie dient zich ten doel te stellen te voorzien in bepaald stofelijke
behoefen van haar leden.
8
,De statuten van een coöperatie mouen bepalen dat overeenkomsten als die welke zij met haar leden
sluit, ook met anderen mouen worden aanueuaan, art. 2:53 li 3 BW.
Art. 2:53 li 4 BW bepaalt echter uitdrukkelijk dat de overeenkomsten met de leden niet van
onderueschikte betekenis mouen zijn.
Het aansprakelijkheidsreuime van de coöperatie is mild. Art. 2:55 BW bepaalt dat de leden van de
coöperatie in ueval van ontbindinu aansprakelijk zijn teuenover de coöperatie voor haar tekort, maar
deze aansprakelijkheid kan in de statuten ueheel of uedeeltelijk worden weuueschreven, art. 2:56 li
1 BW.
6. Combinatevormen: concern
Soms worden verschillende rechtsvormen gicombiniir om één onderneminu te drijven:
Moi irmaatschappij/moi irvinnootschap: nv houdt de meerderheid van de aandelen in
een aantal bv’s. De bv’s worden dan dochtermaatschappijen of dochtervennootschappen
uenoemd, art. 2:24a BW > gihiil van izi richtsvorm is iin concirn of groipe art. 2:24b
BW. Het concern of uroep vormt één onderneminu.
Bv’s of nv’s participeren als aansprakelijke vennoten in een maatschap of vof >
pirsoninvinnootschap mit bv’s. Aandeelhouders en bestuurders van deze bv’s-Vennoten
zijn niet aansprakelijk voor de verbintenissen die op de bv’s rusten.
7. Rechtspersoon
Rechtspersoon zijn o.a. de bv, de nv en de coöperatie, art. 2:3 BW. Pirsoonvinnootschappin zijn
uéén rechtspersonen, maar bijzondere typen van overeenkomsten.
Rechtspersoonlijkheid > rechtspersoon is zelf drauer van rechten en plichten. Een rechtspersoon is
rechtssubject en kan ook vermouensrechtelijke handelinuen verrichten.
De leden/aandeelhouders hebben niet de rechten die de rechtspersoon toebehoren en drauen in
beuinsel niet de plichten die op de rechtspersoon rusten. Men zeut om die reden wel dat een
rechtspersoon een zelfstandiu drauer van rechten en plichten is en voor het recht als zelfstandiue
eenheid ueldt. Het vermouen van een rechtspersoon is zijn eiuen vermouen.
Bij de personenvennootschappen zijn de vennoten uezamenlijk de drauers van rechten en plichten
die verband houden met de maatschap of de vof. Hier komt vaak ‘mede-eiuendom’ of ‘uemeenschap’
van de vennoten voor > vinnootschappilijki gimiinschap.
8. Eenmanszaak
Een natuurlijk persoon kan een onderneminu drijven, zonder dat hij uebruik maakt vaneen van de
onderneminusvormen. Hij drijf dan zijn eiuen onderneminu en is aansprakelijk voor de schulden die
namens of door hem zijn aanueuaan. Er is in dat ueval ueen onderscheid tussen privéschulden en
zakelijke schulden > iinmanszaak (of han ilszaak). Deze dient in het handelsreuister te worden
inueschreven, art. 5 on ir b Hrgw 2007.
NB: een eenmanszaak kan in zijn ueheel worden verkocht, zij kan voorwerp van een koopovk zijn,
maar zij kan niet als één ueheel worden ueleverd, omdat het ueen uoed is in de zin van art. 3:1 BW.
9. Vereniging en stchtng
De vereniuinu en stichtinu zijn minder ueschikt als onderneminusvorm, omdat ze ueen
winstuitkerinuen mouen doen aan de leden respectievelijk aan hun oprichters en personen die van
hun oruanen deel uitmaken, art. 2:26 li 3 BW jo. 2:285 li 3 BW.
9
, Voor een stichtinu ueldt echter nou: deze mau slechts uitkerinuen doen aan an irin dan haar
oprichters en deuenen die deel uitmaken van haar oruanen, voor zover deze uitkerinuen een i iëli
strekkinu hebben.
Maar een onderneminu kan wel in een vereniuinu of stichtinu worden onderuebracht. De
opbrenusten die m.b.v. een onderneminu worden behaald, dienen in zo’n ueval te worden
aanuewend t.b.v. het in de statuten omschreven doel dat de vereniuinu of stichtinu nastreef.
De stichtinu is een rechtsvorm die voor uiteenlopende maatschappelijke activiteiten wordt inuezet.
Voordeel is dat een stichtinu ueen leden en dus ook ueen ledenveruaderinu kent. Voor de stichtinu
ueldt een ledenverbod, art. 2:285 li 1 BW. De vereniuinu daarenteuen kent een ledenveruaderinu.
10. Handelsregister
Het handelsreuister is een soort buruerlijke stand voor onderneminuen en rechtspersonen.
Geuevens over on irnimingin dienen in het handelsreuister te worden opuenomen.
Art. 2 Hrgb 2008 > defnitie van onderneminu: ‘van iin on irniming is spraki in iin iin vol oin i
zilfstan ig optri in i organisatorischi iinhii van één of miir pirsonin bistaat waarin oor
vol oin i inbring van arbii of mi iline t.b.v. ir in iinstin of goi irin wor in gilivir of
wirkin tot stan wor in gibracht mit hit oogmirk aarmii matiriiil voor iil ti hibbin’.
Het moet dus uaan om een bedrijf waarmee winst wordt beooud. Deze defnitie is uebaseerd op
rechtspraak: Coöpirativi latixploitativiriniging ‘Mariahoivi’ en Hirschmann.
Tot voor kort hoefden deuenen die in de vorm van een maatschap of een eenmanszaak een beroep
uitoefenden zich niet in te schrijven in het handelsreuister. Echter, in de zaak NCB werd vanuit een
stichtinu het beroep van accountant en belastinuadviseur uitueoefend. De desbetrefende stichtinu
na, op commerciële wijze deel aan het economisch verkeer. De door de stichtinu aanuevoerde ideële
motieven waren te vaau om haar te doen onderscheiden van zuiver commercieel uerichte bedrijven
die op hetzelfde terrein werkzaam waren. Het aldus, op commerciële wijze, uitueoefende beroep
moest wel in het handelsreuister worden inueschreven.
De HR heef in een aantal arrest de systematiek van art. 25 Hrgw 2007 verduidelijkt. Zo kwam in
Damin/Giho de vraau aan de orde of iemand zich (achterafg mau beroepen op een feit dat in het
handelsreuister is inueschreven, ook al had hij op het moment van het verrichten van een transactie
het handelsreuister niet ueraadpleeud. Meer specifek: B.V. Geho had ene urote partij ulaswerk
meeueueven aan twee lieden die dit kwamen ophalen namens café ’t Brouwertje. Gehos sprak
Damen aan tot betalinu van het ulaswerk. Damen stond in het handelsreuister namelijk inueschreven
als eiuenaar van het café (duidt op eenmanszaakg. Damen bleek het café al eniue tijd daarvoor te
hebben verkocht. Hij was verueten zich uit te schrijven uit het handelsreuister. Damen stelde dat hij
niets aan Geho was verschuldiud. Geho had het handelsreuister immers pas achteraf ueraadpleeud
en was de transactie dus niet aanueuaan op basis van een onjuiste veronderstellinu die aan de
foutieve inschrijvinu was toe te schrijven. De HR overwoou dat het belanu van het handelsverkeer
ertoe noopte dat de inschrijvinusplichtiuen (hier: Dameng aan derden (hier: Gehog de onjuistheid of
onvollediuheid van de inschrijvinu niet kunnen teuenwerpen – dus de inueschreven ueuevens zich
teuen zich moeten laten uelden – onueacht of die derden in vertrouwen op die inschrijvinu hebben
uehandeld dan wel eerst later het handelsreuister hebben ueraadpleeud. De HR vond het
onevenrediu belemmerend als iedereen op voorhand het handelsreuister zou moeten inzien alleen
om een evt. beroep op onjuiste inschrijvinuen veiliu te stellen. Ook zou het bewijs van de raadpleuinu
van het handelsreuister moeilijkheden op kunnen leveren. Uit deze uitspraak vloeit ook voort dat een
derde iemand die voor de onderneminu als verteuenwoordiuer optreedt voor bevoeud mau houden
als zijn bevoeudheid uit het handelsreuister blijkt, ook al is hij in werkelijkheid niet bevoeud en heef
de derde het handelsreuister niet ueraadpleeud.
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Elinelaura94. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
56326 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now