100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Overheidsbeleid H1 t/m 9 $6.35
Add to cart

Summary

Samenvatting Overheidsbeleid H1 t/m 9

1 review
 21 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige en uitgebreide samenvatting van hoofdstuk 1 t/m 9 van het boek Overheidsbeleid van A. Hoogerwerf (9e druk). De samenvatting is gemaakt in 2018 en heeft mij erg geholpen bij het halen van het tentamen! Succes met je toets!

Last document update: 5 year ago

Preview 3 out of 30  pages

  • No
  • H1 t/m h9
  • January 29, 2019
  • January 29, 2019
  • 30
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: valerie9910 • 5 year ago

avatar-seller
Overheidsbeleid
Hoofdstuk 1: Beleid, processen en efecten
Beleid is willens en wetens handelen. Het betref de gevolgde beginselen of gedragslijn en de
gewenste richtng. Het ‘weten’ in beleid is kennis uit de maatschappelijke en bestuurlijke praktjk en
kennis uit de wetenschap.

Beleidswetenschap: wetenschap die van het beleid zelfstudie maakt. (Dit is al heel oud, bijv.
Aristoteles en Marx). Beleidswetenschap bestudeert de inhoud, processen en efecten van beleid in
hun politeke en maatschappelijke omgeving.

Vanaf de jaren zeventg komen er boeken over beleid in Nederland. Het doel was om
maatschappelijke problemen te analyseren en op te lossen met behulp van de wetenschap. Het
overheidsbeleid werd geanalyseerd en kritsch beoordeeld.

Overheidsbeleid staat in wisselwerking met het beleid van bedrijven, partculiere organisates en
individuele burgers.

De benadering is een empirisch-analytsch. Dit betekent dat het de bedoeling is een systematsch
inzicht in de werkelijkheid van het beleid te krijgen. Binnen de benadering bestaat er een
microbenadering (individuen en kleine groepen), een mesobenadering (grote groepen en
organisates) en een macrobenadering (overheidsbeleid voor de samenleving in relate tot het
politeke stelsel).

Actoren: deelnemers van het beleidsproces

Beleid: het streven naar het bereiken van bepaalde doeleinden met bepaalde middelen en bepaalde
tjdskeuzes.

- Beleid is streven (doelgericht handelen) en actviteiten (het handelen).
- Doeleinden en middelen zijn de grondstructuur van het beleid.
Finaal denken / beleidsdenken: denken in doeleinden en middelen
Doelratoneel: doelgericht, doeltrefend en doelmatg. Beleid is niet altjd doelratoneel.
- Tijdskeuzes zijn van belang, omdat de doeleinden vaak naar een bepaald tjdstp verwijst.

Beleid is niet alleen een samenstel van doeleinden, middelen en tjdkeuzen. Het is ook een antwoord
op een probleem.

Probleem: een verschil – een afstand – tussen een maatstaf, zoals een beginsel of een norm, en een
voorstelling van een bestaande of verwachte situate. (P = N – W)

Een probleem wordt een beleidsprobleem als het op de agenda van een overheid of andere
beleidsvoerders komt.

Beleidsveld: de relate tussen een beleid en het deel van de maatschappij waarop het zich richt.

Om te voorkomen dat een beleid mislukt, is het nodig aan te geven hoe de beleidsmiddelen
aangrijpen bij maatschappelijke processen die van belang zijn voor het ontstaan van het probleem en
voor het bereiken van de doeleinden.

Beleidsinstrument of -middel: alles wat een actor gebruikt of kan gebruiken om het bereiken van één
of meer doeleinden te bevorderen.

,De keuze van beleidsinstrumenten berust op veronderstellingen, bijvoorbeeld de kenmerken en
oorzaken van het probleem waarop het beleid zich richt.

Beleidstheorie uit de beleidspraktik: het geheel van veronderstellingen waarop een bepaald beleid
berust.

- Finale relates (tussen doeleinden en middelen)
- Causale relates (tussen oorzaken en gevolgen)
- Normateve relates (tussen waarden en normen)

Als de veronderstellingen waarop een beleid berust niet houdbaar zijn, is de kans groot dat het
beleid niet doeltrefend, niet doelmatg en niet aanvaardbaar is.

Proces: een ontwikkelingsgang of verloop. Een beleidsproces is het verloop van de gebeurtenissen
rond een beleid, een dynamisch verloop van handelingen, argumenten en interactes met betrekking
tot een beleid.

- Proces is dynamisch: reeks van samenhangende handelingen.
Procesbenadering: richt zich op actviteiten en gebeurtenissen
Insttutonele benadering: richt zich op formele structuren
- Proces omvat wederzijdse beïnvloeding of wisselwerking tussen factoren die tot het proces
behoren.
In een sociaal proces, zoals het beleidsproces, is er een wisselwerking tussen factoren én
actoren. (Actoren zijn bijvoorbeeld ministers, Kamerleden en ambtenaren, maar ook
politeke partjen en adviesorganen). Een beleidsproces is vrijwel altjd een mult-actor-
proces en niet een één-actor-proces)
- Proces heef een verloop
Proces is een samenhangende reeks van handelingen en gebeurtenissen tussen twee
tjdstppen.
- Proces heef een herkenbaar verloop met deelprocessen.

Deelprocessen in het beleidsproces (de werkelijkheid kan er anders uitzien):

- Agendavorming: bepalen van de agenda
- Beleidsvoorbereiding: informate verzamelen en analyseren en adviezen formuleren
- Beleidsbepaling: beslissingen nemen over de inhoud van het beleid
- Invoering en uitvoering
- Naleving en handhaving
- Beleidsevaluate: beoordelen van de inhoud, het proces en de efecten van het beleid

Ieder deelproces van het beleidsproces heef een eigen kleur door de eigen actoren. Zij kunnen het
verloop van de deelprocessen sterk beïnvloeden.

Politek systeem: het geheel van opvatngen, gedragingen en posites die tot doel hebben de inhoud,
processen en efecten van overheidsbeleid te beïnvloeden.

Politeke actoren: politek acteve personen en groeperingen, zoals ministers en Kamerleden.

De omgeving van het politeke systeem zijn de internatonale en natonale samenleving en de natuur.
Politeke invloeden, zowel natonaal als internatonaal, zijn input (of aanvoer) voor het politeke
systeem.

, - Eisen of beleidsvoorkeuren. Politeke eisen komen voort uit behoefen. Gatekeepers, zoals
media en politeke partjen, zorgen voor aanvoer.
- Aanvoer bestaat ook uit politeke steun.
Eisen + steun = aanvoer

In elk beleidsveld voltrekken zich processen, veldprocessen. Overheidsbeleid is het streven om de
veldprocessen in de gewenste richtng te sturen.

Belangrijk is de vraag wat een overheidsbeleid werkelijk in de maatschappij aanricht: doelbereiking,
doeltrefendheid of efectviteit, nevenefecten, doelmatgheid of efcicnte, relateve profjt.

Daarnaast vragen naar: conformiteit, waaronder rechtmatgheid van het beleid en legitmiteit van
het beleid.

Partculier initatef: de niet op winst gerichte privaatrechtelijke instellingen die zich richten op het
voortbrengen en verlenen van maatschappelijk gewenste diensten.

Extern (bepaalde terreinen in de maatschappij) en intern beleid (beheer of management). Primaire
processen (essentcle taken die rechtstreeks bijdragen aan de centrale doeleinden) en secundaire
processen (zorg voor de personeel, fnancicle en andere middelen die nodig zijn voor het goed
functoneren van een organisate).

Bewindvoerders: beheerders of managers die belast zijn met de zorg voor middelen van de
organisate.

Het beleid is zich in de laatste jaren steeds meer gaan richten op het interne beleid in plaats van het
externe beleid. Managers van het fnancicle beheer zijn toonaangevend.

Een evenwichtg overheidsbeleid streef ernaar maatschappelijke problemen te verminderen op een
manier die tegelijk doeltrefend, doelmatg en aanvaardbaar is.

Vier mogelijke vormen van ontwikkeling van een beleid:

- Ratonalisering: toeneming van doelgerichtheid, doeltrefendheid en doelmatgheid van het
beleid (ook wel toeneming van doelratonaliteit).
- Democratsering: toenemende mate van democrate
- Diferentate: toenemende verscheidenheid van doeleinden en middelen in het beleid en
een toenemende taakverdeling en specialisate in de beleidsorganisate
- Integrate: een toenemende afstemming en bundeling van onderdelen van het beleid en van
de organisate tot een samenhangend geheel.

De vier tendentes zijn te beschouwen als gevolgen van pogingen om de vier centrale factoren
(doelgerichtheid, informate, macht en taakverdeling) zo te verwerken dat de beleidsprocessen in
een veranderende samenleving goed verlopen. Op lange termijn kan ook gekeken worden naar
fundamentele politeke waarden als vrijheid en gelijkheid. (Voorbeeld van periode van terugval:
nazibewind)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lant1701. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.35  2x  sold
  • (1)
Add to cart
Added