Lage koolhydraatiiame verhoogd metabolisme? Is duidelijk dat de mensen met minder
koolhydraatnname meer gewicht verliest Het is niet waarschijnlijk dat de discussie nu meteen over
is, maar wel sterke onderbouwing dat niet alle macronutriënten hetzelfde leveren Over tekorten is
niks duidelijk
Voor de toets General: H22,H23 en H24 en Nutriton: H7 en H8
1 Metabolisme
2 ATP en energie
3 Belangrijke co- enzymen in metabolisme
Metabolisme
= chemische reactes voor energie
- Katabool; opbouw
- Aiabool; afraak
Stap 1: vertering en hydrolyse (afraak met water) De grote koolhydraatmoleculen afreken naar
kleinere deeltjes
Stap 2: afraak naar nog kleinere deeltjes Glucose, fructose en galactose
Stap 3: hier vindt energieproducte plaats in de mitochondriën Mitochondriën gaat alles in en daar
gaat je lichaam energie uit halen
(stap 3 is voor elk macronutriënt gelijk)
Acetyl CoA: heef de mogelijkheid om het citroenzuur in te gaan Is de leverancier in de
mitochondriën
Acetyl CoA
= bestaat ui 2 C’tjes met een dubbel gebonden 0 en deze zit vast aan acetyl
- Acetyl houd CoA vast waardoor het energie kan leveren
- B-vitamines zijn belangrijk bij stofwisseling
- Acetyl CoA is als startase voor stap 3
Citroeizuurcyclus:
Als er een acetyl CoA vrij komt dan koppelt deze aan oxaalazijnzuur dit vormt dan samen
citroenzuur Citroenzuur is de start van citroenzuurcyclus
In citroenzuurcyclus komt uiteindelijk weer oxaalazijnzuur terug En oxaalazijnzuur kan opnieuw met
acetyl coA citroenzuur vormen Oxaalazijnzuur is daarom een katalysator: hij verbruikt niet maar
helpt wel de reacte ondergaan
Weetje!: koolhydraten, veten en eiwiten is er altjd acetyl CoA
,ATP
Energie in het lichaam heef in de vorm van ATP nodig
= Adenosinetrifosfaat
Belang zit in de 3 fosfaten Als er energie nodig is gaat er een fosfaatgroep af (hydrolyse) Je houdt
dan een difosfaat over, hierna kan hij nog een fosfaatgroep afsplitsen en ontstaat er een
monofosfaat Elke fosfaatgroep die van ATP- deeltje afgaat levert dat 7,3 kcal/mol
Hij kan 2 keer dus 7,3 kcal/mol leveren (difosfaat, monofosfaat)
Hoe vaak gebeurt dit op de dag? 1 tot 2 miljoen ATP-moleculen afsplitsen per seconde
Co- enzymen
= NAD+ en FAD+
Co- enzymen spelen een belangrijke rol in het produceren van energie uiteindelijk
NAD+ kan 2 H’tjes opnemen dan wordt het NADH + H+ deeltje Deze bevat energie want houdt
H’tjes vast
Deze H’tjes komen vrij en op dat moment houdt hij energie vast
DUS
Het is een hulpstofe die H’tjes kan opnemen en daarmee energie kan vasten Ergens op een moment
geef hij weer H’tjes af
NAD + H+ (hier heef hij H’tjes vast en bevat hij energie)
2 co- enzymen: NAD + H+ en FAD + H+
Hoe leveren ze nou energie
Oxidateve fosforyleriig:
1 De oxidator NAD+ ontrek 2 H’tjes aan een substraat (SH2)
2 Deze 2 elektronen worden verderop gesplitst in 2 H’tjes en 2 elektronen
3 Deze 2 elektronen worden in de keten, sprongsgewijs op een steeds sterkere oxidator
overgedragen
4 Als laatst op de sterkste oxidator en dat is zuurstof Het gevormde O2- ion koppelt met de 2
H’tjes ionen tot water
5 De elektronenoverdracht naar een steeds sterkere oxidator levert iedere keer energie op
6 Enkele keren is dat genoeg om ADP om te zeten in ATP
7 De energie die vrijkomt, maar net niet genoeg is om ADP in ATP om te zeten, komt vrij als
energie ten behoeve van de lichaamswarmte
Overspringen van elektronen levert energie!! Zijn maar bij NADH + H+ maar 3 plekke in je lichaam
waar genoeg energie vrijkomt dat er ATP kan worden gevormd (zie hoorcollege voor betere uitleg)
Uiteiidelijk:
NADH + H+ + 0,5 )2 + 3 ADP +3 Pi NAD+ + H20 en 3 ATP
FADH2 + 0,5 )2 + 2 ADP + 2 Pi FAD + H20 + 2 ATP
,Citroenzuurcyclus
Start met citroen (acetylCoA + oxaalazijnzuur) (op 2 plekken in je lichaam splitst er 2 keer CO2)
De eerste keer CO2 eraf maar gaan 2 H’tjes af er ontstaat 5 C’tjes(ipv6) en NADH + H+ daarna
nog een keer afsplitsen van CO2 maar gaan 2 H’tjes af en deze koppelen weer aan NAD+ hier
ontstaan 4C’tjes(ipv5) en NADH + H+
GTP > kan zijn fosfaatgroep afgewezen aan AP-deeltje waardoor ATP wordt GTP is zelfde als ATP
alleen is de basis anders Het kost geen energie om op te zeten in ATP
Op 4 verschilleide plekkei komei H’tjes vrij, 3 keer NADH + H+ ei 1 keer FADH2. Uiteiidelijk oitstaat
er 12 ATP vrij.
NADH+ H+(3x3=9) ei FADH2(1x2) + GTP = 12 ATP
, Hoorcollege 2 Biochemie koolhydraatmetabolisme
NAD+ noemen we ook wel een ‘waterstofdrager’ = juist
FAD ontstaat uit vitamine B3 = oijuist, FAD wordt oider aidere opgebouwd uit B2. NAD+ wordt
opgebouwd uit B3.
Alle drie de macronutriënten komen uiteindelijk terecht bij acetyl CoA = juist
De citroenzuurcyclus bestaat uit 10 stappen = 8 stappei, oijuist
De synthese va ATP in de ademhalingsketen is het resultaat van 2 processen:
1 Elektronentransportsysteem
2 Oxidateve fosforylering
Start koolhydraatmetabolisme
Het koolhydraatmetabolisme bestaat uit de volgende stappen:
1 Glycolyse: afraak vai glucose
2 Gluconeogenese; glucose opbouw
3 Glycogenese; glycogeei opbouw
4 Glycogenolyse; afraak vai glycogeei
Glycolyse: Afraak van glucose kan overal in je lichaam plaatsvinden Hersencellen kunnen
alleen branden op glucose Je lichaam is altjd ingesteld in wat voor fase ook, om je glucose
constant mogelijk te houden Andere stofen kunnen niet over plaatsvinden (in alle cellen)
Glucoieogeiese: Opbouw van glucose kan alleen in de lever Van pyruvaat naar glucose
Glycogeiese: Opbouw van glycogeen dit kan alleen in de lever en spieren
We gaan van 1 glucosedeeltje naar 2 pirivaatdeeltjes worden De 10 stappen van glucose naar
pyruvaat heet glycolyse En pyruvaat gaat door het membraam heen en in de mitochondriën wordt
het omgezet in acetyl CoA Glycolyse is dus anaeroob proces (er is geen zuurstof voor nodig)
NADH + H+ zal door het membraan heen moeten en daar zijn H’tjes inleveren aan alle citochromen in
het transportsysteem NADH + H+ zorgt niet altjd voor 3 ATP, het kost ook energie om door het
membraan heen te gaan
= in de mitochondriën levert het 3 ATP
= gebeurt het buiten de mitochondriën dan levert het maar 2 ATP, omdat het energie kost om door
het membraam heen te komen
Glycolyse
Glucose wordt opgesplitst in 2 x een C3 en dan ontstaat er voornamelijk energie
Eerste 5 stappen is energie investeren
Stap 6 tot 10 is energie krijgen
In het cytoplasma ontstaat wel een beetje energie, maar pas in de mitochondriën komt er echte
energie vrij
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noortjeslebos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.