Probleem 1: Nature of Nurture?
Wat is nature en wat is nurture?
Nurture
Nurture is niet wat wij onder opvoeding verstaan. Bij opvoeding gaat het om het begeleiden
van kinderen richting de volwassenheid, met als bedoeling dat zij zo goed mogelijk hun eigen
leven kunnen leiden en eigen keuzes kunnen maken. Nurture is minder op de toekomst
gericht dan opvoeding.
Nurture tegen over nature is hetzelfde als erfelijkheid tegenover omgeving/milieu.
Aangeboren tegenover aangeleerd is fout, want voor de geboorte leert het kind ook al.
Bij invloeden uit de omgeving speelt een aantal mogelijkheden een rol.
We hebben drie omgevingen
1. Culturele overdracht→ vanzelfsprekende en cultuurbepaalde dingen(eten, taal.
Sociale regels)
2. Gedeelde omgeving→ delen kinderen met anderen (school, ouders)
3. Niet-gedeelde omgeving/unieke omgeving→ de invloed die voor elk kind anders is
(ziekte moeder, vriendschap met een criminele klasgenoot, valpartij als baby)
De gedeelde omgeving is belangrijk voor gehechtheid: de invloeden binnen het gezin maken
of twee kinderen veilig of onveilig gehecht zijn.
Nature
Ruime zin: alle invloeden die tot en met de geboorte werkzaam zijn en het
ontwikkelingsverloop van het individu bepalen. Dat zijn zowel erfelijke factoren(genen,
chromosomen) als de gevolgen van verschillende invloeden tijdens de zwangerschap
(infectie, zuurstoftekort)
Engere zin: de erfelijke informatie zoals deze is vastgelegd in genen en chromosomen.
Hoe genen precies het gedrag kunnen beïnvloeden is onduidelijk. Er is in de meeste
gevallen een samenhang die indirect is.
Genotype: informatie zoals in de chromosomen (alle genen samen)
➔ Bv. Iemand zijn chromosomen bevatten de erfelijke informatie voor zwart haar
Fenotype: de uiterlijke kenmerken
➔ Bv. Iemand heeft zwart haar.
In het debat van nature tegenover nurture vinden de environmentalisten de genen
belangrijker. De ‘peers’ kregen steeds meer invloed. Vroeger dacht men dat vooral de
moeder belangrijk was.
1
,Hoe denken de wetenschappers uit vignet 1 over nature en nurture?
Judith Harris
➔ Erfelijkheid en omgeving dragen ongeveer evenveel bij aan de uiteindelijke
ontwikkeling. Bij de omgeving zijn het vooral de leeftijdgenoten, niet de ouders.
➔ The nurture assumption: de aanname dat het bij de omgevingsfactoren vooral om
invloed van de opvoeder ging was hierin weerlegd, want erfelijke kenmerken
kunnen veranderen. (bv. Schizofrenie zit in je genen, maar in de juiste omgeving
komt het alsnog niet tot uiting. Het is een psychische ziekte waarbij je hallucineert
en dingen ziet die er niet zijn of een psychose hebt.)
John Locke
➔ Nurture
➔ Ingeboren ideeën bestaan niet, alles komt uit ervaring voort. Een kind begint als
een tabula rasa, de ervaringen die hij opdoet vormen sporen in die schone lei.
(Tegenover Descartes)
➔ De opvoeding is er alleen om in de goede richting te worden gestuurd. Het gaat
niet om vorming van het karakter, maar om kennis van buitenaf.
➔ Verlichting
John B. Watson
➔ Nurture
➔ Werkt de ideeën van Locke uit
➔ Het kind leert al zijn gedrag aan, je kunt alles van een kind maken. De mens is als
een machine. Bij de vorming van het kind hebben de ouders de volledige
verantwoordelijkheid.
Jean Piaget
➔ Nature en nurture, maar meer nature, want hij is een cognitivist
➔ Kinderen doorlopen vier ontwikkelingsstadia (cognitieve ontwikkelingstheorie),
maar er is ook invloed van buitenaf. Het kind kan naar de volgende fase als hij ver
genoeg gerijpt is. Die rijping wordt beïnvloed door de activiteit van het kind en de
ervaringen die hij opdoet.
Arnold Gesell
➔ Een kind moet eerst biologisch gereed zijn voordat de socialisatie succesvol kan
zijn(readyness theory). Dat kan leiden tot extreme bezorgdheid: overfixatie.
Rousseau
➔ Nature
➔ Wat in het kind zelf zit moet je z’n gang laten gaan. Ouders mogen dit alleen
sturen.
➔ De ouders moeten de eigenheid van het kind centraal laten. Ze mogen hem wel
begeleiden, maar niet leiden. Vooral de moeder doet de opvoeding.
➔ Biologische tijdtafel, dat is een vorm van de rijpingstheorie
➔ Romantiek (gevoel belangrijk)
Descartes
➔ Nature
➔ Rijpingstheorie: geen invloed van buitenaf, want de kenmerken van het kind staan
al vast. Er zijn ingeboren ideeën, zo heeft het kind bijvoorbeeld al een
taalorgaan.
➔ Ik denk, dus ik ben
2
,Er is een tweedeling te zien:
1. De biologisch primaat theorie
➢ Rijping in combinatie met aangeboren kenmerken
➢ De readyness theorie
2. De leertheorie
➢ Alles is aangeleerd
Voor de verlichting lag de focus heel erg op de nature, na de verlichting kwam de focus meer
te liggen op nurture.
Tegenover elkaar staan:
- Descartes tegenover Locke
- Rousseau tegenover Locke
Als je vroeg wordt geconfronteerd met twee talen, heb je uiteindelijk twee moedertalen
aangeleerd. Dat is zo, omdat je kinderen alles kunt aanleren.
Hersenscan→taalsysteem uitvinden
Molyneux→vierkant, driehoek herkennen door blinde mensen. Het onderzoek had geen
uitkomst.
3
, Hoe meet je de invloeden van nature en nurture?
Het nature-nurture debat heeft de gedachte opgeleverd dat de ontwikkeling een complex
product is van nature én nurture.
In welke mate genen en omgevingsfactoren een rol spelen is onbekend. Toch is het
belangrijk op te weten.
Er zijn twee methoden om de grootte van de invloed van erfelijke factoren en
omgevingsfactoren op individuele verschillen te meten:
1. Het adoptiedesign (deviant gedrag: afwijkend gedrag)
➢ De overeenkomsten in gedrag tussen genetisch ongerelateerde personen
die in dezelfde omgeving opgroeien en genetisch gerelateerde personen
die in een verschillende omgeving opgroeien worden met elkaar
vergeleken.
➢ In het eerste geval wordt aangenomen dat overeenkomsten geheel door
omgeving komen.
➢ In het tweede geval wordt aangenomen dat overeenkomsten geheel door
genen komen.
2. Het tweelingdesign
➢ In hoeverre komen tweelingen overeen in een bepaalde eigenschap. Die
test wordt gedaan met ééneiige en twee-eiige tweelingen.
Met de resultaten kunnen genetische invloeden op gedrag worden
gescheiden van omgevingsinvloeden.
➢ Zijn de één- en twee-eiige tweelingen gelijk, dan had de omgeving meer
invloed
➢ Zijn de ééneiige gelijk, maar de twee-eiige verschillend, dan hadden de
genen meer invloed.
➢ Eeneiige tweelingen hebben dezelfde genen en hetzelfde gezin, dus
verschillen zijn toe te schrijven aan de omgeving. Zo weet je de mate
waarin omgeving een rol speelt
Adoptiedesign: het IQ van adoptiekinderen hangt meestal meer samen met dat van de
adoptieouders dan met het IQ van de biologische ouders.
Tweelingdesign: broodje pindakaas voorbeeld
De gedragsstudies in leiden richtten zich op de invloed van genen en omgeving op de
kwaliteit van gehechtheid. Gehechtheid is de neiging van een kind om zich te hechten aan
de opvoeder(dat is aangeboren maar er zijn geen genen voor).
➢ Veilig gehecht: steun en troost zoeken indien nodig, daarna weer spelen
➢ Onveilig gehecht: behoefte aan troost niet laten merken, of vastklampen en niet meer
willen spelen. Dit is het resultaat als ouders hun kind continu troosten. Dan krijgt het
kind persoonlijkheidsstoornissen.
➢ Gedesorganiseerd gehecht: kind weet niet wat hij moet doen bij terugkeer van de
opvoeder.
Hechting is aangeboren, de manier van hechting is aangeleerd.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmeecoppoolse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.