Opdrachten werkcollege 6
Vermogensaanwasbelasting: je betaald belasting over de waardestijging van de
vermogen (dus continu ipv realisatie bij vermogenswinstbelasting)
Vermogenswinstbelasting: je betaald pas belasting als je het daadwerkelijk (met winst)
verkoopt
SHS-formule voetnoot 12 pagina 20. Eind eigenvermogen -/- begin eigen vermogen +
consumptie = inkomen
Opdracht 1
1. Nee, box 3 is gebaseerd op een fctief rendement. Dit is geen realiteit dus ook niet
naar draagkracht. Met een bepaald vermogen wordt geacht een bepaald
rendement te behalen: behaald je minder rendement dan dit %, betaal je meer
belastin dan zou moeten. Behaal je meer rendement dan dat %, betaal je te
weinig belasting.
Daarnaast daalt het efectieve tarief als je meer rendement behaalt. Dus dit is
eigenlijk een degressief tarief. Dit is tegen het draagkrachtbeginsel in, want dan
betalen rijke mensen minder belasting.
2. Met fctieve hefng worden ongelijke gevallen gelijk behandeld, dus het is in strijd
met gelijkheidsbeginsel. In box 3 betaal je tot ca. 1 ton een gelijk percentage
belasting (er wordt geacht hetzelfde rendement te behalen). Een spaarder,
huizenverhuurder en een belegger betalen tot dit punt dus evenveel belasting,
terwijl dit allemaal een heel ander rendement op kan leveren inhoudelijk.
Opdracht 2
1. Een belasting op de winst die gemaakt wordt bij de verkoop van
vermogensbestanddelen, zoals onroerend goed of efecten.
2. Het is administratief complex
Instabiliteit van de belastinggrondslag. Bij verlies op vermogen hoeft er geen
belasting betaald te worden en lijdt de belasting verlies
Bij een vermogenswinstbelasting speelt verder het probleem, het realisatie van
vermogenswinsten kan worden uitgesteld om de belasting hefng te vermijden.
Dat kan slecht zijn voor de werking van de kapitaalmarkten, maar biedt
belastingplichtige ook arbitragemogelijkheden.
Controleerbaarheid is lastig
3. Vermogensaanwasbelasting: je kijkt naar het verschil van het vermogen aan het
begin van het jaar en aan het eind van het jaar, en hierover wordt belasting
geheven (waardestijging)
4. Het administratief complex
Moeilijk controleerbaar
Men wordt belast over iets wat hij nog niet kan consumeren, er staat geen
inkomen tegenover maar een waardenstijging
Lastig te bepalen van de mutaties
Liquiditeitsproblemen (je hebt het geld niet om het te betalen, want er is een
waardestijging geen daadwerkelijke geldinkomsten)
Je weet niet zeker dat je die waardestijging gaat realiseren.
Opdracht 3
1. De objectief meetbare netto-toename van koopkracht in een periode. Dit is iedere
vermogensverandering die niet door consumptie is veroorzaakt (blz. 20)
2. Ja, waardestijging is een objectief meetbare netto-toename van koopkracht en is
niet door consumptie veroorzaakt. Hij bepleit een vermogensaanwasbelasting
Blz. 27 alinea 2
3. Een fctief percentage staat haakt op de inkomstenbelasting (als een persoonlijke
belasting) en in strijd met het draagkrachtbeginsel
Als iemand een verlies behaalt van 50% op z’n beleggingsvermogen wordt
niettemin een positief bedrag van 4% belast
Wanneer iemand een winst behaald van 50% wordt er slechts over 4% belast
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Hannali. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.