100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting vermogensrecht $3.20
Add to cart

Summary

Samenvatting vermogensrecht

 51 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting voor het vak Personen- en vermogensrecht, onderdeel vermogensrecht. Deze samenvatting is gebaseerd op het boek ''Het hedendaagse personen- en familierecht'' en is aangevuld met de stof uit de hoorcolleges en werkcolleges. Zelf heb ik voor dit vak een 9 behaald.

Preview 3 out of 18  pages

  • Yes
  • January 30, 2019
  • 18
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Vermogensrecht
HC 1 – Introductie Goederenrecht

Privaatrecht
 Personenrecht (BW 1 en 2)
 Vermogensrecht
o Goederenrecht (BW 3 + 5)
 Zaken (3:2 BW)
 Roerend
 Onroerend (3:3 BW)
 Vermogensrechten (3:6 BW)
o Verbintenissenrecht (BW 6)
 Contract
 Onrechtmatige daad
 Onverschuldigd

Vermogen: het geheel van op geld waardeerbare rechten en verplichtingen die iemand heeft.

Objectief recht  het recht
Subjectief recht  een recht

Vermogensrecht: een aan een bepaalde persoon toekomend recht dat deel uitmaakt van zijn
vermogen (denk aan eigendomsrecht of vorderingsrecht).

Vermogensrecht kan onderscheiden worden in het goederenrecht en het verbintenissenrecht
Goederenrecht: dat deel van het objectieve vermogensrecht dat betrekking heeft op de
rechtsverhouding tussen een persoon en een goed.

Het verschil tussen goederenrecht en verbintenissenrecht is dat rechten op goederen
tegenover iedereen ingeroepen kunnen worden (absoluut recht), terwijl bij
verbintenissenrecht de rechten alleen ingeroepen kunnen worden tegenover de persoon met
wie een verbintenisrechtelijke verhouding bestaat (relatief recht).
Daarnaast kent het goederenrecht een gesloten systeem, het goederenrecht erkent slechts
de in de wet geregelde absolute rechten (dwingend recht). Het verbintenissenrecht kent een
open systeem, aangezien contractsvrijheid en partijautonomie voorop staat (regelend recht).

Eigendom
Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben.
Een eigenaar heeft recht op het vrije genot van zijn eigendom en kan anderen van dat genot
buitensluiten (art. 5:1 lid 2 BW). Ook is de eigenaar gerechtigd om over de zaak te
beschikken, dit houdt in dat alleen hij een ander tot eigenaar van die zaak kan maken.

Het recht van de eigenaar kan beperkt worden door rechten van anderen. Denk aan iemand
die zijn huis voor een jaar heeft verhuurd. Doordat hij dat heeft gedaan, kan hij dus niet
eerder dan een jaar het gebruik van het huis ontzeggen. Er is dan als het ware een stukje uit
zijn eigendom gegaan.

Als een zaak uit de macht van de eigenaar raakt (bijvoorbeeld omdat deze gestolen is), volgt
het eigendomsrecht de zaak. Dit wordt ook wel ‘’droit de suite’’ of ‘’zaaksgevolg’’ genoemd.

Wat is een zaak?
‘’De voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.’’ (art. 3:2 BW)
Een zaak is onderdeel van het begrip ‘’goed’’
‘’Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten.’’ (art. 3:1 BW)

Eigenaar  heeft betrekking op zaken
Rechthebbende  andere vermogensrechten
Je kan dus alleen eigendom hebben op zaken

,Beperkte rechten
‘’Een beperkt recht is een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht, hetwelk met het
beperkte recht is bezwaard.’’ (art. 3:8 BW)

Een beperkt recht hoeft niet tevens ook een zakelijk recht te zijn. Het beperkte recht hoeft
namelijk geen zaak als object te hebben. Beperkte rechten die soms wel en soms geen
zakelijke rechten zijn, staan in boek 3. Boek 5 ziet volgens het opschrift slechts op zakelijke
rechten.

Een voorbeeld van een beperkt recht dat niet zakelijk is, is het vruchtgebruik. Art. 3:201 BW
bepaalt dat vruchtgebruik het recht geeft om goederen (dus niet persé zaken) die aan een
ander toebehoren, te gebruiken en daarvan de vruchten te genieten.
Ook bij pand en hypotheek bepaalt art. 3:228 BW dat alle goederen vatbaar zijn voor de
vestiging van een recht van pand hetzij van hypotheek.

Art. 3:248 lid 1 jo. 3:268 lid 1 BW  de pand- of hypotheekhouder heeft het recht van parate
executie. Dit houdt in dat hij niet eerst naar de rechter hoeft te gaan om tot een betaling
veroordelend vonnis te halen.
Hypotheekrecht: het recht is gevestigd op een registergoed (art. 3:10 BW)
Pandrecht: het recht is gevestigd op een ander goed

Prioriteitsbeginsel: als er meerdere beperkte rechten op hetzelfde goed zijn gevestigd, gaat
het oudere beperkte rechten voor het jongere.
LET OP! Bij vorderingsrechten geldt dit beginsel niet. Art. 3:277 BW bepaalt dat schuldeisers
onderling een gelijk recht hebben. Er is dus geen rangorde tussen de schuldeisers naar het
ogenblik van het ontstaan van hun vorderingen.

Voor beperkte rechten geldt een gesloten systeem. Dit houdt in dat alleen in de wet
gevestigde beperkte rechten mogen worden gevestigd (art. 3:81 BW)

Let op! Een auto is geen registergoed, want voor overdracht is geen inschrijving in de
openbare registers vereist.

Overdracht (art. 3:84 BW)
Een belangrijke wijze van verkrijging van een goed is overdracht. Bij overdracht gaat een
goed door een partijhandeling onder bijzondere titel over uit het vermogen van de
vervreemder in dat van de verkrijger.

Voordat naar de voorwaarden van overdracht gekeken kan worden, moet eerst worden
nagegaan of het goed overdraagbaar is. Art. 3:83 lid 1 BW bepaalt dat eigendom, beperkte
rechten en vorderingsrechten overdraagbaar zijn, tenzij de wet of de aard van het recht zich
daartegen verzet. Lid 2 bepaalt dat er voor vorderingsrechten een
onoverdraagbaarheidsbeding kan worden opgenomen, zodat deze niet overdraagbaar zijn.
LET OP! Dit geldt dus alleen voor vorderingsrechten. De overdraagbaarheid van eigendom en
beperkte rechten kan dus niet door een dergelijk beding worden uitgesloten.

Vereisten voor overdracht (art. 3:84 lid 1 BW)
1. Levering
2. Geldige titel
3. Beschikkingsbevoegdheid

Beschikkingsbevoegdheid
Beschikken is het verrichten van een gedraging met betrekking tot een goed, waardoor het
goed wordt vervreemd (overdracht) of bezwaard (met een beperkt recht). Alleen de
rechthebbende/eigenaar is beschikkingsbevoegd.

Art. 23 Fw bepaalt dat indien iemand failliet gaat, hij daardoor ook beschikkingsonbevoegd
wordt (vanaf de dag dat de faillietverklaring wordt uitgesproken). Let op! Hij blijft wel nog

, steeds handelingsbekwaam en eigenaar. Maar de curator heeft beschikking over de
goederen.

Als op een goed een beperkt recht drukt, kan de eigenaar hier nog wel over beschikken,
maar hij kan het goed slechts onder bezwaar van dat beperkte recht overdragen.

De hoofdregel is dat een niet-rechthebbende beschikkingsonbevoegd is. Het kan echter
voorkomen dat de rechthebbende door middel van een overeenkomst een niet-
rechthebbende de bevoegdheid verleent om ook rechthebbende te zijn. Ondanks het feit dat
er dan een ander bevoegd is gemaakt, blijft de rechthebbende zelf beschikkingsbevoegd
(denk aan een verkoper van de V&D die verkoopt namens de V&D, of een commissionair die
namens iemand op veilingen biedt. De commissionair is dan houder, degene aan wie de
commissionair levert is de eigenaar).

Wat is het rechtsgevolg van levering door een beschikkingsonbevoegde?
De hoofdregel is dat er geen overdracht plaatsvind (er is immers niet aan de vereisten
voldaan). Er zijn echter 2 uitzonderingen waarbij toch een overdracht tot stand kan komen
ook al degene beschikkingsonbevoegd:
 Art. 3:86 BW
‘’Ondanks onbevoegdheid van de vervreemder is een overdracht overeenkomstig
artikel 90, 91 of 93 van roerende zaken, niet-registergoed, of een recht aan toonder
of order geldig, indien de overdracht anders dan om niet geschiedt en de verkrijger
te goeder trouw is.’’
Bij art. 3:90 BW horen ook art. 3:114 of 3:115 BW. Als een goed door
bezitsoverdracht of brevi manu of longa manu wordt geleverd, kan dus een beroep
op art. 3:86 BW worden gedaan.
Te goeder trouw is geregeld in art. 3:11 BW. Het gaat erom dat je niet wist en niet
kon weten dat de vervreemder beschikkingsonbevoegd was.
Je moet ook rekening houden met de wegwijsplicht (art. 3:87 BW)
Let op: dit artikel dus alleen gebruiken als het om roerende zaken, niet-
registergoederen en rechten aan toonder of order gaat.
 Art. 3:88 BW
‘’Ondanks onbevoegdheid van de vervreemder is een overdracht van een
registergoed, van een recht op naam, of van een ander goed waarop artikel 86 niet
van toepassing is, geldig, indien de verkrijger te goeder trouw is en de onbevoegdheid
voortvloeit uit de ongeldigheid van een vroegere overdracht, die niet het gevolg was
van onbevoegdheid van de toenmalige vervreemder.’’
Met de laatste zin wordt bedoeld dat er alleen een geslaagd beroep op
derdenbescherming kan worden gedaan als er een gebrek bij de titel of levering bij
de vroegere overdracht zit. Als er dus wel sprake is van beschikkingsonbevoegdheid
bij de vroegere overdracht, dan kan dus geen beroep op derdenbescherming worden
gedaan.
 LET OP!! Deze artikelen kunnen dus alleen een gebrek bij de
beschikkingsbevoegdheid helen. Als er dus een gebrek zit bij de geldige titel of de
levering, kan dit niet geheeld worden door derdenbescherming.

Geldige titel
De titel ziet op de rechtsverhouding die de overdracht rechtvaardigt. Tussen de vervreemder
en verkrijger dient rechtsverhouding te bestaan die erop is gericht dat door levering aan de
verkrijger een overdracht tot stand komt en die dit resultaat, dus die overdracht,
rechtvaardigt (denk aan koop, verbruikleen, ruil en schenking). Let op! Een betaling van de
koopprijs is geen vereiste voor overdracht (dit zijn namelijk de levering, geldige titel en
beschikkingsbevoegdheid). Partijen kunnen wel overeenkomen dat het goed pas zal
overgaan als de verkrijger het totale geldbedrag heeft betaald.
Op het tentamen altijd dit opschrijven: er is sprake van een verplichting tot levering die
voortvloeit uit een verbintenis. Die verbintenis is in dit geval de koopovereenkomst (of een
andere soort overeenkomst).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Hannali. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48756 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.20  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added