HC 1 - Introducte & Staten
Understanding Interests, Interactons & Insttutons - World Politcs, 2010.
Waarom komen staten soms in confict en waarom leiden deze conficten soms tot oorlogen? Waarom werken
staten soms samen en waarom mislukt samenwerking?
- Interest zijn de fundamentele bouwstenen van politekk Verklaringen van internatonale politeke
events begint bij het specifceren van relevante actoren en hun interessesk
- Samenwerking is een type van interacte tussen twee of meer actoren die samenwerken om een
bepaalde (beoogde) uitkomst te bereikenk Succesvolle samenwerking hangt af van het aantal actoren
dat daarbij betrokken is, het aantal interactes tussen die actoren en de nauwkeurigheid van de
informate die zij delenk
- Onderhandelen is een type van interacte waarbij de verdeling van een vaste waarde is betrokken: als
een actor meer krijgt, dan krijgt de andere actor automatsch minderk Bij de onderhandeling is de
uitkomst afankelijk van wat er gebeurt in de situate waarin niet tot een overeenkomst wordt
gekomenk Actoren ontlenen macht aan hun vermogen om de gevolgen van geen enkele overeenkomst
minder aantrekkelijk te maken voor de andere partjk
- Insttutes zijn sets van regelsk Actoren voldoen aan insttutes omdat zij samenwerking faciliteren en
de lasten verlagen om gezamenlijk een beslissing te nemen in waardevolle doelenk
- Insttutes beïnvloeden beleidsuitkomstenk Regels zeggen wat actoren wel en niet kunnen doen en
daarmee worden uitkomsten waarschijnlijker of minder waarschijnlijkk
Interests: Wat willen actoren van politeek
Belangen (interests) zijn wat actoren willen bereiken door middel van politeke actek Belangen zijn de
voorkeuren van actoren over de mogelijke uitkomsten die zouden kunnen voortvloeien uit hun politeke
keuzesk Interesses bepalen hoe actoren de wenselijkheid van verschillende uitkomsten rangschikken, van
meest naar minst gewenstk
Bij het identfceren van de belangen van een actor, puten analisten soms uit eerdere theorieën over
menselijke aard of gedrag en soms steunen ze op de uitspraken of actes van de actoren zelf; en op andere
momenten nemen ze simpelweg aan dat acteurs een bijzonder belang hebbenk Er zijn drie categorieën:
1k Macht of veiligheid: alle politeke actoren worden geacht een mate van persoonlijke of collecteve
veiligheid te eisen als een vereiste voor alle andere doelen of, in het extreme geval, om kracht te
verlangen en het vermogen om anderen te domineren, hetzij als onderdeel van de menselijke natuur
of als essenteel overleven in een competteve internatonale omgevingk
2k Economisch of materieel welzijn: van politeke actoren wordt verwacht dat zij een hogere
levensstandaard of levenskwaliteit wensen, grotendeels gedefnieerd in termen van meer inkomen,
meer verbruikbare goederen en diensten of meer vrije tjdk
3k Ideologische doelen: politeke actoren kunnen ook morele, religieuze of andere ideologische doelen
nastreven (zoals democrate, menselijke gelijkheid en waardigheid, een bepaalde god)k In deze
categorie spelen ideeën vaak een sleutelrol bij het vormen van welke acteurs wen of geloven dat ze
goed en wenselijk zijnk
Actoren en belangen
Er zijn verschillende typen actoren in internatonale relatesk Individuen zijn altjd de ulteme politeke actoren,
omdat zij niet in nog kleinere groepen verdeeld kunnen wordenk Maar individuen kunnen wel in een grotere
categorie gegroepeerd worden, als zij dezelfde belangen delenk
Een staat is een centrale autoriteit die de mogelijkheid heef om weten, regels en beslissingen te maken en af
te dwingen binnen haar eigen territoriumk Het concept van soevereiniteit is een belangrijk deel in de defnite
van een staatk Soevereiniteit verwijst naar de verwachtng dat staten legale en politeke heerschappij hebben
binnen de grenzenk Om te zeggen dat staten soeverein zijn, betekent dit dat zij de controle hebben over hun
eigen beleid en politeke processenk
,Wetenschappers nemen soms aan dat staten gemotveerd worden door een belang als bescherming en machtk
Deze doelen zijn natonale (interne) belangen: belangen die aan de staat zelf toebehorenk Als alternatef
fungeert het concept staten-als-actoren als een geschikt steno voor groepen natonale leiders die handelen in
naam van hun landk Dit gebruik weerspiegelt het feit dat veel actes in de internatonale politek worden
gevoerd door individuen die de staat vertegenwoordigen, zoals politeke leiders, diplomatenk
Er is echter geen permanente set van actoren in internatonale relatesk et als het concept van belangen is een
actor een analytsch concept dat wordt opgelegd door verklaringen van observatoren om te kunnen begrijpen
waarom bepaalde dingen op een bepaalde manier gebeurenk
Actor Algemene belangen Voorbeelden
Staat Bescherming, macht, rijkdom, ideologie USA, Canada, China, Zwitserland
Politci Herkiezingen, ideologie, beleidsdoelen President van USA, Prime-minister
GB
Firma’s, bedrijven Rijkdom, winst Sony
Bureaucrateen Winstmaximalisate, invloed, atonal Security Councal, Ministry
beleidsvoorkeuren of Foreign Afairs
Internatonale Vanuit de staat weerspiegelen zij de belangen U , IMF, Internatonal Postal Union
organisates van de staat volgens hun stemmachtk Als
organisates worden zij verwacht gelijkt te zijn
aan domestc bureaucrateën
NGO’s ormateve, ideologische of beleidsdoelen; Rode Kruis, Amnesty Internatonal,
mensenrechten, het milieu, religie Greenpeace
Interactes: waarom ean een actor niet altij eriigen wat hii wilk
Actoren maken keuzes om hun belangen te kunnen behartgenk och hangen politeke uitkomsten niet alleen af
van de keuze van een actor, maar juist van de keuzes van alle (andere) actorenk Interactes verwijzen naar de
manier waarop keuzes van twee of meer actoren gecombineerd worden om politeke uitkomsten te
producerenk Wanneer uitkomsten het product zijn van een interacte, dan moeten actoren antciperen op de
keuzes die andere actoren makenk Dit wordt ook wel strategische interacte genoemdk
Er worden twee aannames gedaan in het bestuderen van interactesk en eerste nemen we aan dat actoren
doelgericht zijn en dat zij handelen met de intente om een gewenst resultaat te producerenk en tweede
namen we aan dat actoren een strategie ontwikkelen om gewenste uitkomsten te creëren op basis van wat zij
als belang zien en op basis van de handelingen van anderenk
Formuleren van een strategie als beste antwoord is geen garante dat de actor altjd de beste uitkomst
produceertk Soms zorgen gemaakte keuzes van andere actoren ervoor dat er een ongewenste uitkomst is, een
die nog slechter is dan de ‘status quo’k Een strategie is dus een plan om een zo goed mogelijk resultaat te
genereren vanuit de verwachte belangen en handelingen van anderenk Dit wordt ook wel ‘game theory’
genoemdk
Cooperaton anj bargaining (samenwereing en onjerhanjeling)
Interactes kunnen verscheidene vormen aannemen, maar kunnen hoofdzakelijk verdeeld worden in twee
brede categorieën: samenwerking en onderhandelingk
Samenwerking ontstaan wanneer twee of meer actoren beleid aannemen waardoor ten minste een actor beter
af is dan zonder het beleid aan te nemenk Samenwerking is gedefnieerd van de perspecteven van twee of
meer actoren die op elkaar inwerkenk Zelfs als hun samenwerking een van deze actoren beter af maakt, kan het
andere partjen alsnog schadenk
erwijl samenwerkingsinteracte wederzijdse winst inhoudt, wordt onderhandelen beschreven als een
interacte waarbij actoren moeten kiezen tussen uitkomsten dat de een bevoordeelt ten nadele van de anderk
De meeste interactes in internatonale relates combineren de elementen van samenwerking en
onderhandelingk Samenwerking en onderhandeling kunnen dan ook slagen of falen door verschillende
redenenk
,Wanneer eunnen actoren samenwereenk
Er zijn twee soorten samenwerkingen: coordinaton en collaboratonk Coördinate ontstaan wanneer actoren
enkel hun handelingen moeten coördineren met elkaark Als hun handelingen eenmaal zijn gecoördineerd, dan
is er geen mogelijk voordeel van ‘defectng’ (vbk beslissen aan welke kant van de weg we rijdenk Als iedereen
aan de rechterkant rijdt, ga jij niet als enige aan de linkerkant rijden, omdat dit gevaarlijk isk Je doet het omdat
iedereen het doet)k
Samenwerkingsinteracte waarbij actoren een unilaterale prikkel hebben om voor ‘defect’ te kiezen zijn
problemen van collaboraton: ook wel het Prisoner’s Dilemma genoemdk
Een specifek type van collaboraton problemen ontstaan in het verstrekken van publieke goederen (zoals
natonale defensie, schone lucht, water)k Publieke goederen worden gedefnieerd door twee vereisten: 1) als
het goed verstrekt is aan een iemand, dan kunnen anderen dit goed nog steeds nutgen en 2) als iemand een
goed gebruikt of ervan profteert, dan vermindert dit niet het aantal stuks dat beschikbaar is voor anderenk
Publieke goederen zijn dus het tegenovergestelde van private goederen, welke enkel door een iemand gebruikt
en geconsumeerd kunnen wordenk
Publieke goederen worden dan ook altjd verstrekt door de overheid, om freeridergedrag te voorkomenk
Overheden kunnen immers belastng hefen aan de burger, zodat burgers gebruik mogen maken van de
goederenk In dit geval is freeriding niet meer zo aantrekkelijk, omdat je gestraf kan worden/boetes kan krijgen
als je geen belastng betaaltk
Er zijn verschillende factoren die samenwerking faciliteren:
- Aantal actoren: het is makkelijker om met een klein aantal actoren samen te werken en elkaars gedrag
te monitoren dan met een groot aantal actorenk
- Herhaling, link en strategieën van wederzijdse strafen: samenwerking ontstaat eerder als actoren de
mogelijkheden hebben om gedurende een langere periode en over verschillende issues samen te
werkenk Door langer samen te werken zal de neiging om te freeriden of ‘defect’ afnemenk
- Informate: de beschikbaarheid van informate beïnvloedt de waarschijnlijkheid van samenwerkingk Als
actoren een gebrek hebben aan informate over de handelingen die een andere partj neemt, dan zal
de samenwerking falen door onzekerheid en misvatngenk
Wie wint en wie verliest onjerhanjelenk
erwijl samenwerking de mogelijkheid biedt om actoren gezamenlijk beter af te maken, creëert onderhandelen
winnaars en verliezers: de winst van elke actor komt ten koste van een anderk In onderhandelen betekent
macht de mogelijkheid van actor A om actor B iets te laten doen wat B anders niet zou hebben gedaank Hoe
meer macht een actor heef, hoe meer het kan verachten van andere actoren in de uiteindelijke uitkomsten
van de onderhandelingenk
De uitkomst die ontstaat als geen onderhandeling is bereikt, wordt reversion outcome genoemdk De actor die
meer tevreden is met de reversion outcome, heef vaak minder de neiging om concessies te maken om een
succesvolle onderhandeling te bereikenk Daartegenover is de actor die het minst tevreden is met de reversion
outcome, wanhopig om een overeenkomst te bereiken en is dus bereid meer op te oferen om dit te kunnen
bereikenk Doordat onderhandelingsuitkomsten afangen van hoe elke actor de reversion outcome beschouwt,
wordt macht ontleent aan de mogelijkheid om de reversion outcome beter te maken voor zichzelf en slechter
voor de anderk Actoren hebben drie basis manieren om macht uit te oefenen:
1k Dwang (coercion) de bedreiging (threat) of oplegging van kosten aan anderen om zo de best
mogelijke uitkomst te krijgenk
2k Outside optons actoren kunnen ook een betere deal krijgen als ze aantrekkelijke alternateven
bieden, of alternateven om een betere onderhandeling te krijgen dan de status quo met een bepaalde
partnerk
3k Agendasetng actoren kunnen invloed krijgen in onderhandelingen door agendasetng machtk Dit
houdt handelingen in die meer prioriteit bieden aan of tjdens de onderhandeling waardoor de
reversion outcome gunstger wordt voor een partjk
Ondanks dat onderhandelingen winnaars en verliezers creëert, kunnen onderhandelingen worden gemaakt
zolang alle partjen meer krijgen dan zij verwachten van de reversion outcomek
, The Origins, Development, and Possible Decline of the Modern State - Spruyt, H., 2002.
Spruyt geef aandacht aan twee dingen: de capaciteit van moderne staten om in te grijpen in hun
samenlevingen, en het principe van internatonale soevereiniteit gebaseerd op de erkenning van binnenlandse
soevereiniteit en de juridische gelijkwaardigheid van statenk
Verklaringen voor het ontstaan van de staat kunnen worden onderverdeeld in drie categorieën:
1k Geleerden die de nadruk leggen op veranderingen in de militaire omgeving (macro-level);
2k Economische perspecteven die de nadruk leggen op de groei van handel en producte (macro-level);
3k Insttutonele perspectef met de nadruk op bepaalde eigenschappen van territoriale soevereiniteit
(micro- level), met aandacht voor individuele keuzesk
Premojern States
Het vermogen om te besturen correspondeerde met de mogelijkheid om administrate bij te houden, bevelen
te geven, grote troepenmachten te organiseren en om wetelijke autoriteit uit te oefenenk Daarnaast werd
personalistsche heerschappij vervangen door formele autoriteitk Heersers kregen de mogelijkheid om
individuen die geen bloedverwanten waren te bevelenk Verder ontstonden de meeste vroegere staten omtrent
een vorm van koningschap en de relate tussen de koning en zijn bedienersk De uitoefening van autoriteit
vloeiden voort vanuit loyaliteit aan de koning als persoon, in plaats van aan het koningschap als publieke
functek Er waren meerdere autoritaire structuren die naast elkaar bestondenk Europese heersers claimden
bijvoorbeeld het recht om geestelijken te benoemen, terwijl het pausdom de autoriteit claimde om belastngen
te hefen, legers op te richten en seculaire heersen af te zetenk Overigens hadden vroege staten weinig invloed
op hun samenlevingenk Hun mogelijkheid om belastngen te hefen, troepen op te richten en een natonale
identteit te smeden was beperktk
The Transiton to Mojern Statehooj
Belastngen, administrate en het daaropvolgende toezicht op de samenleving verbeterde de mogelijkheid van
staten om in te grijpen in alle aspecten van het sociale levenk Informele gebruiken en tradites werden
vervangen door homogeen bestuur en geformaliseerde wetelijke regelsk Verbeteringen van militaire
technologieën, productetechnieken en transportate stelden de staten in staat om hun heerschappij te
consoliderenk
erritoriale staten werden natestatenk ate refereert aan een groep individuen die zichzelf beschouwen als
een coherente politeke entteitk Staatontwikkeling (de poging om de capaciteit om te heersen te vergroten) en
nate ontwikkeling (de poging om een gedeelde politeke identteit te ontwikkelen) gingen hand in handk
De verklaring van Augsburger (1555), die religieuze claims afakende door territoriale grenzen, en in het
bijzonder de Vrede van Westphalia (1648), hebben geleid tot de principes van soevereine, territoriale
heerschappijenk Het ontstaan van territoriale soevereiniteit, met de scheiding van rechtsgebieden in territoriale
units – dat is beschreven als het Wetphalian systeem – creëert anarchiek
Gemeenschappelijk erkende grenzen beperkten de uitbreiding van politeke autoriteitk Heersers hebben geen
wetelijke claims van ulteme autoriteit buiten hun grenzenk Daarentegen is de autoriteit binnen hun grenzen
absoluutk Alleen als leiders vrijwillig voorrechten mkbktk tot hun staten weggeven, dan mag een andere staat
autoriteit claimen over deze statenk Dit is het soevereiniteitsprincipe en werd de hoeksteen van internatonale
weten, waarbij de juridische autonomie en de middelen waarmee maatschappelijke belangen kunnen worden
nagestreefd op het internatonale niveau werden gereguleerdk
War as the Catalyst for State Formaton
Een verklaring voor het ontstaan van moderne staten legt de nadruk op de efecten van oorlog op de capaciteit
van de staatk De veranderingen in oorlogvoeringen als mechanisme achter het ontstaat van moderne staten
heef betrekking op macro spanningenk Micro-level analyseert hoe de militaire context nieuwe mogelijkheden
schept voor individuen om bestaande politeke organisates te hervormenk De mogelijkheid van heersers om
ondergeschikten een betere bescherming te bieden prefereerde centrale heerschappij boven feodale
heerschappijk De versterking van de centrale autoriteit tkokvk decentrale heerschappij bevordert de capaciteit
van de staat om externe oorlog te voerenk Internatonale conficten werden dan teruggekoppeld aan de eisen
van heersers aan de samenlevingk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eurstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.95. You're not tied to anything after your purchase.