Samenvatting Arbeidsrecht
Marion Treep
13e druk
2018/2019
Human Resource Management
Leerjaar 1
Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5 (geheel het boek)
1. INLEIDING RECHT
1.1 Rechtsgebieden en rechtsbronnen
Recht= wat toegestaan is en wat je toekomt
Wetgeving= de door de overheid vastgestelde en vervolgens in wetgeving vastgelegde
geschreven rechtsregels.
Er is een constante wisselwerking tussen recht en samenleving. Verschuiving van normen
en waarden moet op den duur leiden tot aanpassing van het recht. De wet dient burgers
privacy te garanderen door de snelle ontwikkeling van de informatietechnologie.
staatsrecht
staatsrecht
bestuurs-
bestuurs- of
of
publiekrecht
publiekrecht administratief
administratief
recht
recht
Publiekrecht
De rechtsregels die verhoudingen betrefen tussen overheidsorganen onderling of die
regels bevatten ten aanzien van de overheid in haar gezag kwaliteit als overheid ten
opzichte van de burgers.
Tot het publiekrecht behoort:
Staatsrecht – de Grondwet met de grondrechten, het kiesrecht, verhouding
regering/parlement
Bestuursrecht- of administratief recht– het geheel van rechtsregels die de
bestuurlijke bedrijvigheid beheersen van overheidsorganen die tot de uitvoerende
macht behoren.
Strafrecht – het geheel van geboden en verboden waarop bij niet-naleving
sancties zijn gesteld
Privaatrecht
De rechtsregels die het doel hebben om de verhouding tussen burgers onderling te
regelen. Gaat voornamelijk om regels die de rechtsrelaties tussen burgers onderling.
Tot het privaatrecht behoort:
, Handelsrecht – bevat regels over verzekeringen en wissel- en chequerecht.
Burgerlijkrecht – onderverdeeld in het personeel- en familierecht en het
vermogensrecht. Het personen- en familierecht bevat regels omtrent ouderlijk
gezag, voogdij, huwelijk en echtscheiding. Het vermogensrecht alles wat met geld
waardeerbaar: vermogen van een mensen. Zoals het erfrecht, goederenrecht en
het verbintenissenrecht.
*Het arbeidsovereenkomstenrecht valt onder het privaatrecht, het verbintenissenrecht.
1.1.2. Dwingend en aanvullend recht
Soorten wetsartikelen:
Dwingend recht – regels van het publiekrecht, mag niet van worden afgeweken.
Driekwart dwingend recht – afwijking van de wettelijke regeling is alleen
toegestaan bij cao (mogelijk om andere regelingen af te spreken). Gaan vaak ten
nadele van de rechtspositie van de werknemer.
Vijf achtste dwingend recht – hier kan mee worden afgeweken van de wet bij
cao of, als die er niet is of daartoe ruimte laat, d.m.v. een (schriftelijke)
overeenkomst met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging). Komt
voor in WAZO (Wet Arbeid en Zorg) en de wet voor feeibel werken.
Semi-dwingend recht – partijen horen zich in principe aan de wet te houden, het
is soms toegestaan om ervan af te wijken, als het schriftelijk gebeurt.
*Uit de wettekst valt af te lezen dat een wetsartikel dwingend, driekwart dwingend,
semidwingend van aard is.
*Als er niet eepliciet wordt aangegeven dat er van een wetsartikel mag worden
afgeweken, dan is een afwijkende afspraak toegestaan. (Aanvullend recht)
1.1.3. Rechtsbronnen
Belangrijkste vindplaatsen van ons recht: rechtsbronnen:
De wet
Jurisprudentie
Verdragen
De wet
Wet= als het wetsvoorschrift is gemaakt door de regering, samen met de 1e en 2e
Kamer.
Formele wetten= zijn te herkennen doordat er altijd het woord ‘wet’ bijv:
(Arbeidstijdenwet, Werkloosheidwet...)
Wet in materiële zin= zijn rechtsvoorschriften met een algemene strekking.
Raamwet= vrij ‘lege’ wet, de uitvoeringsvoorschriften worden in een later stadium
gemaakt.
AMvB= algemene maatregelen van bestuur
AMvB, ministeriële verordening en provinciale/gemeentelijke vorderingen zijn wettelijke
regelingen die van algemene aard zijn en vallen onder her begrip ‘wetgeving in
matteriele zin’ maar het zijn wetten in formele zin.
Circulaires= richtlijnen (overheidsorganen nemen toevlucht)
Pseudowetgeving= behoren formeel niet tot het recht.
Wetten en wettelijke regelingen gebundeld:
Burgerlijk Wetboek (BW): personen- en familierecht, rechtspersonenrecht,
verbintenissenrecht…
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (RV): formeel privaatrecht, procesrecht
Wetboek van Koophandel (WvK) : regels over onder andere wissel- en chequerecht
Wetboek van Strafrecht (Sr): misdrijven, overtredingen + verbonden strafen
Wetboek van Strafvordering (Sv): formeel strafrecht, procesrecht
, Jurisprudentie
De rechter moet onafhankelijk zijn bij het maken van een oplossing. De rechtsregels zijn
meestal algemeen gesteld, moet geïnterpreteerd worden naar een concreet geval.
*De Hoge Raad is ons hoogste rechtscollege. Zijn kunnen uitspraken van lagere rechters
vernietigen.
*Wetgeving moet continu aangepast worden aan veranderende maatschappelijke
opvattingen.
Verdragen
Verdrag van Rome 1950= bekendst.
Zelfwerkend= dergelijk verdrag of verordening.
*Afdwingen van grondrechten en sociale is een moeilijke zaak.
*Een verdrag staat hoger in rangorde dan onze nationale wetgeving.
1.2 Organisatie van de rechtsspraak
De grondwet maakt onderscheid in de volgende met geschillenbeslechting belaste
instanties:
De ‘gewone’ rechterlijke macht
De administratieve rechter (bestuursrechtspraak)
De ‘gewone’ rechterlijke macht
Net als de civiele rechtspraak (burgerlijke rechtspraak) vormt de strafrechtspraak een
onderdeel van de ‘gewone’ rechterlijke macht. De handhaving van een groot deel van het
arbeidsrecht is namelijk in handen van de burgerlijke rechter.
De organisatie van de rechterlijke macht ziet er als volgt uit:
Hoge Raad (1)
Gerechtshoven (4)
Rechtbanken (11)
De rechtbank
De hoofdregel van absolute competentie is dat de rechtbanken in eerste aanleg
kennisnemen van alle burgerlijke zaken. De sector Kanton van de rechtbank behandelt
onder andere:
Alle persoonlijke vorderingen tot een bedrag van €25000,-
Alle zaken betrefende een huur-, huurkoop- of consumentenovereenkomst,
ongeacht de hoogte van het bedrag.
Alle vorderingen uit arbeidsovereenkomst en cao, ongeacht de hoogte van het
bedrag.
- De sector Civiel van de rechtbank behandelt andere civiele zaken boven een
bedrag van €25.000, personen- familierecht, handelszaken…
EKantonrechter
Mogelijk om kantonrechterprocedure online in te voeren – snelle procedure waarbij
alles digitaal wordt ingediend.
Verplichte procesvertegenwoordiging is niet aan de orde.
Uitspraak binnen 8 weken na indiening verzoekschrift.
Geschillen tot €25.000 huurkwesties en arbeidsrechtelijk confict.
Beide partijen eens over oplossing digitaal.
Het gerechtshof
Bijna uitsluitend appelrechter, oordeelt in hoger beroep over vonnissen die in
eerste aanleg voor de rechtbank zijn geweest (art. 60 wet RO)
Het Gerechtshof Amsterdams heeft een Ondernemingskamer die kennisneemt van
een aantal conficten binnen het ondernemingsrecht (art. 66 Wet RO)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marleenlaarsma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.62. You're not tied to anything after your purchase.