Communication Technology and its Impacts 2019-20 complete notes
All for this textbook (3)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Communicatie- en Informatiewetenschappen
Nieuwe Media en Communicatie
All documents for this subject (42)
2
reviews
By: britthoogeveen • 1 year ago
Translated by Google
not complete
By: kamila-tillo • 4 year ago
Seller
Follow
brittvandermatten
Reviews received
Content preview
H1 nieuwe vormen van persoonlijke
connectie
Nieuwe media, nieuwe grenzen
Media bieden ons “volume control” om onze sociale omgeving en ontmoetngen te reguleren. We
creëren nieuwe mogelijkheden om te converseren. We kunnen conversates uit te weg gaan door te
telefoneren, we kunnen ook expres niet opnemen (die irritante energiemaatschappijen hebben het
genoegen je voicemail in te spreken) of iets doorsturen of op de luidspreker zeten. We kunnen
kijken wie wanneer online was, maar dat gaat ten koste van de autonomie. We ziten vast aan
“perpetual contact” (permanent contact), omdat er van ons verwacht wordt dat we binnen een
bepaalde tjd reageren.
Zeven key concepts
Communicatevormen verschillen van elkaar in interactiiteit (niet in medium, want een medium kan
verschillende soorten interacte bieden, zoals dat je op een telefoon foto’s kunt maken, bellen,
stalken, etc.) Er zijn 7 concepten om media te onderscheiden:
1. Er zijn verschillende soorten interactiiteit:
- Social interactiitty de mogelijkheid van een medium om sociaal te interacteren met mensen
- Technical interactiitty de mogelijkheid van een medium om de mens een machine te laten
manipuleren door middel van het interface van de machine.
- Textual interactiitty de createve en interpretateve interacte tussen gebruikers (lezers,
luisteraars, kijkers) en teksten
Door interactviteit kunnen we nieuwe mensen ontmoeten en contact houden met mensen die niet
meer in de buurt zijn.
2. Temporal structure van een medium. Hoe lang het duurt om een berichtje te verzenden en te
ontvangen.
- Stnchroony face-to-facecommunicate, telefoontjes, etc. waarbij je dus meteen antwoord krijgt.
- Astnchrone communicatey e-mail, voicemail etc. waarbij er dus tjd tussen de communicate zit.
Bij vertraging is een medium opeens niet zo synchroon meer en bij Twiter kan het bijvoorbeeld
allebei. Synchroon (beetje moeilijk om te vergaderen met 100 mensjes) is meestal gereserveerd voor
een kleine groep, asynchroon niet per se. Bij asynchroon kun je ook f over je antwoord nadenken.
3. Social cues: De verbale en non-verbale kenmerken van een bericht die extra informate
geven. Bij digitale media heb je minder social cues dan bij face-to-facecommunicate, je kunt
bijv. geen lichaamstaal lezen of toonhoogte horen. Online kun je dus veel makkelijker
manipuleren (catishen).
4. Storage: het opgeslagen zijn van informate. Een gesprek is vluchtg, berichtjes niet.
5. Replicabilitt: berichtjes en opnames zijn reproduceerbaar.
6. Reachy hoeveel mensen een medium kan aanspreken, wat haar bereik is. Bij face-to-face is
dat beperkt tot hoeveel mensen er in de kamer passen.
7. Mobilitty communicate kan plaatsvinden ongeacht de locate. aat wel weer ten koste van
onze autonomie, want we zijn overal bereikbaar.
Het tekstuele internet
Internet was bedoeld om militaire kennis veilig te stellen, maar hobbyisten breidden het uit met
spelletjes, interacte etc. E-mail werd belangrijk. Het eerste communicategenre was “Talk”, waarbij
je teksten naar elkaar kon typen. Talk werd opgevolgd door IRC (Internet Relay Chat) en later door
, chatrooms en Instant Messaging. Op usenet-nieuwsgroepen werden discussies gevoerd en er
ontstonden role-playing games, zoals MUD1 en Sceptre of oth.
Het wereldwijde web
Digitale communicate is vanaf 1990 niet meer louter tekstueel, maar ook multmodaal. Er
ontstonden blogs, MMORP ’s (massive multplayer online role-playing games), wiki’s en sociale
netwerksites (SNS’s). Het verschuiven van het eerdere internet naar het web en de mobiele telefoon
kan gezien worden als de opkomst van ‘platorms’ en apps. De groei van het internet komt van het
verlangen van de mens naar connecte (=het maken en opslaan van connectes tussen individuen en
sites). Het is sindsdien veel commerciëler geworden.
Wie gebruiken nieuwe digitale media?
Eerst alleen de ontwikkelaars, later wetenschappers en universiteiten en nu ook studenten. De
digitale scheiding houdt de scheiding in tussen mensen die wel toegang hebben tot het internet en
mensen die dat niet hebben. Inkomen, scholing, locate en eventuele handicap zijn factoren die te
maken hebben met wel of geen toegang tot internet. Er zijn meer mannelijke internetgebruikers dan
vrouwelijke. Er is ook nog een digitale scheiding 2.0 waarin er onderscheid wordt gemaakt in je
internetskills. Vrouwen, mensen die niet geslaagd waren voor hun opleiding en mensen die thuis
geen internet gebruikten, scoren daar lager op en zijn dus minder geneigd naar sites te gaan waarop
ze hun leven kunnen verbeteren (nieuwssites, gezondheidssites, etc.)
Vragen
1. Baym specifceert zeven kernconcepten.
- Welke zijn dit?
Zie hierboven
- Wat betekenen deze concepten?
Zie hierboven
- Waarom onderscheidt Baym de concepten?
Om interactes van elkaar te onderscheiden. Binnen een medium kunnen er verschillende
interactes zijn.
2. Baym beweert dat met de opkomst van digitale media de grenzen tussen publiek en privé aan
het veranderen zijn. Wat bedoelt Baym hiermee?
Normale mensen kunnen nu ook partciperen aan de politek, want ze kunnen opeens
3. Baym bespreekt het ‘vroege’ internet.
- Hoe karakteriseert Baym het ‘vroege’ internet?
Zie kopje tekstuele internet.
- Aan welke online media vormen koppelt Baym deze?
E-mail, ‘Talk’, IRC, etc.
- De opkomst van welke nieuwe media vormen ziet Baym als essenteel in de verschuiving van het
vroege internet naar het Web en mobiele telefonie?
Multmodale media.
- Baym refereert aan het werk van José van Dijck om deze verschuiving te begrijpen. Wat bedoelt
Van Dijck met het idee dat connecte ten prooi gevallen is aan connectviteit?
H2 Nieuwe media logisch maken
Door communicate kennen mensen symbolische betekenis toe aan technologieën. De berichten die
we communiceren over technologie zijn refectie (reflecterend? Nadenkend?) en onthullen net zo
veel over de communicate als over de technologie.
Als er een nieuw medium in opkomst is, gaan mensen nadenken over de gevolgen. Er zijn 3 kaders:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittvandermatten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.