Samenvatting Empathie in actie. Met vertrouwen spreken en luisteren in sociaal werk' - Gespreksvaardigheden
26 views 0 purchase
Course
Gespreksvaardigheden
Institution
Hogeschool Gent (HoGent)
Deze samenvatting is opgemaakt van het boek (Empathie in actie. Met vertrouwen spreken en luisteren in sociaal werk' )., voor het eerste jaar in de opleiding Bachelor Sociaal werk te HoGent. Met deze samenvatting heb ik 15/20 gehaald in eerste zit.
HOOFDSTUK 1
WAT ZIJN GESPREKSVAARDIGHEDEN?
WAT IS COMMUNICATIE?
Communicatie = een middel om een boodschap over te brengen
Verbaal en non-verbaal
Zender en ontvanger belang van één – en tweezijdige communicatie
Communicatie gaat in twee richtingen
Beïnvloeding, interactie, interpretatie
Gespreksvaardigheden = kwaliteiten om een goed gesprek te
voeren:
o Openhouding, zelfvertrouwen, oogcontact, stemvolume, intonatie,
actief luisteren, positie, houding, vragenstellen, …
o ‘levelen’ = jezelf aanpassen aan jouw gesprekspartner
o Goed overleggen, op een vriendelijke manier
o Luistervaardigheden zijn vaak ook even belangrijk!
ZENDER - ONTVANGER MODEL
Ontwikkeld in 1949 door Shannon en Weaver
Probeert communicatie proces in kaart te brengen
1
,2023-2024 Samenvatting – gespreksvaardigheden
codering vertaling
van de van de
zender kanaal ontvanger effect
boodscha boodscha
p p
Ruis
CODEREN
Zender probeert bepaalde boodschap over te brengen naar ontvanger
Door communiceren doel bereikt
Zender zegt boodschap om in bepaalde symbolen (verbaal/non-verbaal)
HET KANAAL/ MEDIUM
Boodschap wordt overgebracht van zender naar ontvanger via een
kanaal
o = de manier waarop de boodschap wordt overgebracht
o Vb. via spraak, non-verbale gebaren, sms, emoji’s, een lied, gedicht …
DECODEREN
= de gecodeerde boodschap moet waargenomen, opgevangen en
geïnterpreteerd worden
2
,2023-2024 Samenvatting – gespreksvaardigheden
Interpretatie van de boodschap = ontvanger kent betekenis toe aan de
ontvangen boodschap
Het opvangen en interpreteren van de boodschap wordt beïnvloed door:
Objectiviteit of neutraliteit
Subjectiviteit
Intersubjectiviteit
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Objectiviteit/neutraliteit
Objectiviteit = zakelijkheid en feitelijkheid de ontvangen info is meetbaar
en controleerbaar
Een mens kan eigenlijk niet objectief waarnemen
De info die we ontvangen is meestal niet meetbaar of controleerbaar …
Beter om de term ‘neutraliteit’ te gebruiken
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Subjectiviteit
Subjectiviteit = op een eigen persoonlijke wijze betekenis toekennen
aan informatie
Vb. je vindt iets leuk of stom, mooi of lelijk
Waarneming kan neutraal zijn, maar de interpretatie is ALTIJD subjectief!
Waarnemingen kunnen voor iedereen hetzelfde zijn (buitenkant), maar
iedereen trekt andere conclusies (binnenkant)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Intersubjectiviteit
Intersubjectiviteit = wanneer interpretaties van mensen met elkaar
vergeleken worden
= decoderen van een boodschap met verschillende mensen en deze decodering
uitwisselen
Doel: tot een gezamenlijke mening komen (kan van belang zijn in de
hulpverlening)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Ruis
= storende factoren die optreden op het moment waarop de boodschap van de
zender naar ontvanger wordt overgebracht
Zorgt voor misverstanden in de communicatie
We gaan het gedrag van de ander beoordelen op basis van onze eigen
referentiekader
We nemen al snel aan dat we weten wat de ander bedoelt
Factoren die voor ruis kunnen zorgen bij communicatie:
1. Factoren in de situatie (context): plaats, aanwezigheid van derden,
tijdstip, …
3
,2023-2024 Samenvatting – gespreksvaardigheden
2. Factoren bij het communicatiemiddel (medium): dialect, slechte
kopie, …
3. Factoren bij jezelf: onvoldoende voorbereiding, gevoelens naar de
andere persoon toe, …
4. Factoren bij de ander: de andere is boos op jou, gevoelens van de
andere, …
KRITIEKEN OP HET MODEL
1. Éénrichtingsverkeer: in de praktijk eerder (on)bewust (non-)verbale
signalen zichtbaar als de boodschap juist is of verkeerd is ontvangen
zender kan boodschap aanpassen
2. Houdt geen rekening met context / situatie
3. Houdt geen rekening met alle non-verbale communicatie
Feedback
codering van vertaling van
kanaal/
zender de ontvanger de effect
medium
boodschap boodschap
Feedback
Ruis
DE COMMUNICATIETHEORIE VAN WATZLAWICK (AXIOMA’S)
Watzlawick bekijkt communicatie anders:
Focust op de interpretatie van taal
Hij stelt dat alle gedrag communicatie is
Hij heeft het over de “grammatica van de menselijke communicatie”
AXIOMA 1: het is onmogelijk om niet te communiceren – alle gedrag is
communicatie
Elk gedrag, verbaal of non-verbaal, is een vorm van communicatie
Ook niet-verbaal communiceren, zwijgen, iemand negeren, bepaalde kledij,
… is communicatie
Je stuurt onbewust een boodschap uit naar de andere
Binnenkant van communicatie = wat er in ons omgaat (in ons hart, ons
hoofd en onze bedoelingen) niet zichtbaar geen invloed op anderen
4
,2023-2024 Samenvatting – gespreksvaardigheden
Buitenkant van communicatie = gedrag dat wordt geuit en wordt
waargenomen door de andere via zintuigen wel zichtbaar wel invloed op
anderen
De overkant / effect van communicatie = de wijze waarop anderen dit
gedrag interpreteren, betekenis geven aan het gedrag mensen geven
betekenis aan woorden, intonaties, toon, mimiek, etc. vanuit hun eigen
referentiekader
AXIOMA 2: Als ik wat zeg, zeg ik iets over hoe ik wil dat de ander met
mij omgaat
We communiceren niet enkel over de inhoud (de boodschap), maar geven
ook een boodschap mee over onze relatie en deze speelt zich af in een
bepaalde context (plaats of tijd)
Inhoudsniveau = WAT er gezegd wordt = de buitenkant van communicatie
Betrekkingsniveau = HOE iets gezegd wordt toont hoe de ander met de
inhoud moet omgaan, hoe de boodschap opgevat moet worden :=
informatie over de binnenkant die tussen de regels wordt doorgegeven
Kan verdeeld worden in drie typen:
1. De expressieve boodschap
= iemand toont al communicerend iets over zichzelf en hoe hij
wil dat de ander hem ziet.
2. De rationele boodschap
= al communicerend toont iemand hoe hij de ander ervaart
3. De appellerende boodschap
= al communiceren toont iemand wat hij verwacht van de
ander
Contextniveau = WAAR, WANNEER en onder welke omstandigheden er
wordt gecommuniceerd
AXIOMA 3: Wat waar is voor mij, is dat nog niet voor een ander
DE waarheid en DE werkelijkheid binnen menselijke verhoudingen bestaat
niet
We nemen de wereld waar met een gekleurde bril: we hebben aannames,
veronderstellingen en oordelen op basis van wie we zijn.
We communiceren vanuit ons eigen referentiekader
Referentiekader gevormd door onze ervaringen, opvoeding …
Vb. mogelijk heb ik bepaalde opvattingen meegekregen in de opvoeding zoals
‘meisje hebben, meer dan jongens, een zorgende rol’ en veroordeel ik daarom
vrouwen die ambitieus zijn.
5
, 2023-2024 Samenvatting – gespreksvaardigheden
Iemand kan een boodschap helemaal anders opvatten dan de zender
bedoelt
Kan leiden tot misverstanden
Herkaderen en heretiketteren = belangrijk!
AXIOMA 4: Mensen beïnvloeden met woorden en vooral zonder
woorden
Wanneer we persoonlijk communiceren gebruiken we verschillende instrumenten:
Digitale taal = mensen communiceren met woorden
Analoge taal = mensen communiceren met lichaamstaal (non-verbale,
gecombineerd met onze intonatie)
Studie van 1971:
55% is visueel (lichaamstaal, houding en gebaren)
38% is vocaal (stemhoogten toon, stemvolume en intonatie)
7% is verbaal (woorden)
è Wanneer digitale en analoge taal in lijn zijn met elkaar, kan je zeggen dat
ze beide in dezelfde mate wegen op de communicatie
Vb. als ik zeg ‘ik ben niet boos’ terwijl ik stuurs kijk en die woorden kortaf
uitspreek, zul jij dat onmiddellijk oppikken en mijn woordelijke boodschap anders
gaan interpreteren
AXIOMA 5: communicatie is symmetrisch dan wel complementair
Wie is de leider en wie is de volger in de relatie?
Bij communicatie, situeren we onszelf t.o.v. de andere als gelijke, als
leidende of als volgende
De andere persoon kan dit relatievoorstel accepteren, verwerpen en
negeren
Symmetrisch interactie : de ander gaat niet mee in het relatievoorstel,
maar probeert het verloop van de relatie te bepalen
o Beiden proberen de relatie te bepalen
Vb. jij wil praten maar de andere wil niet praten beiden doen een
ander relatievoorstel
Complementair interactie : de ander gaat mee in het relatievoorstel
Vb. jij wil praten en de andere volgt
HOOFDSTUK 2
EMPATISCH LUISTEREN
BASISVAARDIGHEDEN IN GESPREKSVOERING
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femketemmerman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.24. You're not tied to anything after your purchase.