Dit is een samenvatting die onze studiegroep gebruikt heeft voor NCOI HBO recht. Het leest echt als een samenvatting die zelf geschreven is met tentamenaanwijzingen op basis van de gevolgde colleges.
, Samenvatting Nederlands recht begrepen: HST 1 tm 18
Tentamen aanwijzingen in ROOD
• Bronnen van het recht
• Algemene Juridische Basisbegrippen
• Inrichting van het Nederlandse koninkrijk
• Processen van wet- en regelgeving
• Doorwerking van het internationale recht
• Civiel recht, bestuursrecht en strafrecht
• Trias politica: wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht
• Organisatie van de rechterlijke macht en rechtspraak
• de verschillende onderdelen van het Nederlands recht benoemen.
• de rechtsbronnen op een juiste wijze hanteren.
• de basisbegrippen van het Nederlands recht uitleggen.
• de inrichting en het bestuur van de Nederlandse staat uitleggen.
• het publiekrecht op hoofdlijnen toepassen.
• het privaatrecht op hoofdlijnen toepassen.
• de invloed van het Europees en internationaal recht op het
Nederlands rechtsstelsel beschrijven.
Na het bestuderen van de theorie en het afronden van deze les kun je:
1. de indeling van het Nederlands recht vertellen. (1)
2. de verschillende rechtsbronnen benoemen. (2)
3. de inrichting van de Nederlandse staat vertellen. (4)
4. de grondrechten benoemen. (3)
5. de opbouw van een wettenbundel doorgronden. (2)
6. de scheiding der machten met eigen woorden vertellen. (4)
7. het ontstaan en de rangorde van wetgeving beschrijven. (4)
8. de toedeling van bevoegdheden beschrijven. (3)
9. de belangrijkste begrippen uit het bestuurs(proces)recht
toepassen op een eenvoudige case. (5)
10. de inrichting van de rechterlijke organisatie beschrijven. (4)
11. de relevante bronnen hanteren. (2)
12. de indeling van het privaatrecht in eigen woorden vertellen. (1)
13. de gelaagde structuur van het privaatrecht beschrijven. (6)
14. de basisbegrippen van het verbintenissenrecht benoemen. (3)
15. de procedures van het privaatrecht beschrijven. (6)
16. de relevante bronnen hanteren. (2)
17. de basisbegrippen uit het goederenrecht beschrijven. (3)
18. verkrijging en verlies van goederen beschrijven. (6)
19. derdenbescherming uitleggen. (3)
20. de basisbegrippen uit het familie en erfrecht benoemen. (3)
21. basisbegrippen voor rechtspersonen en ondernemingsvormen
beschrijven. (3)
22. de relevante bronnen hanteren. (2)
23. de basisbegrippen uit het straf- en strafprocesrecht benoemen. (3)
24. de internationale en Europese invloed op het strafrecht benoemen. (7)
25. de relevante bronnen juist hanteren. (2)
26. de actoren in het strafproces benoemen. (3)
27. de loop van het rechtsgeding en de rechtsmiddelen beschrijven. (3)
,28. het besluitvormingsmodel met eigen woorden vertellen. (5)
29. de verschillende bronnen van het Europese en internationale
recht benoemen. (2)
30. het verschil tussen Europees en internationaal recht beschrijven. (3)
31. de gevolgen van de overdracht van soevereiniteit en de
invloed van het Europees recht beschrijven. (7)
32. de verschillende internationale en Europese organisaties met
invloed op het Nederlands recht benoemen. (7)
H1:
Recht = politieke keuzes, het recht is het geheel van overheidsregels dat de
samenleving ordent.
- Doel van het recht: het ordenen van de samenleving en het geven
van regels om conflicten op te lossen zodat orde terug kan keren.
4 Rechtsgebieden:
1. Staatsrecht grondregels voor organisatie van de staat,
overheid in rust. publiekrecht
2. Bestuursrecht ordende taak van de overheid. Het bestuursrecht
houdt zich bezig met de overheid in actie. Het geeft regels over de
bestuurstaak van de overheid. publiekrecht
3. Strafrecht typerend is dat het “verboden gedragingen” beschrijft
waarop straf staat. publiekrecht
4. Burgerlijk Recht regelt de rechtsverhoudingen tussen burgers
onderling. Personen - en familierecht, vermogensrecht, erfrecht,
rechtspersonenrecht. Het burgerlijk recht wordt ook wel civiel recht
of privaatrecht genoemd.
Het recht kan niet alleen ingedeeld worden naar rechtsgebied maar
ook naar onderwerp. Bv - jeugdrecht
-arbeidsrecht
-onderwijsrecht
Onderwerpen lopen soms dwars door elkaar heen. Bv jeugdrecht komt voor
onder familierecht en onder strafrecht.
Publiekrecht: we spreken van publiekrecht als de overheid een geheel eigen
taak of positie in een bepaald rechtsgebied heeft. De rechtsgebieden:
Staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht vallen onder publiekrecht.
Overheid is hoedster van het algemeen belang bij publiekrecht.
Publieksrecht bevat wetten.
Privaatrecht: onder het privaatrecht valt het burgerlijk recht.
Wet in formele zin: wet tot stand gekomen door de regering en staten
generaal
, Wet in materiele zin: wet die tot stand is gekomen op lager niveau,
gemeentes, burgemeester (denk aan verordening) = objectieve recht
Formeel recht: oftewel procesrecht, wordt pas van belang wanneer het
materiele recht geschonden wordt. Het formeel recht beschrijft hoe het
materieel recht gehandhaafd wordt.
Materieel recht: beschrijft de inhoud van het recht, dus de rechten en plichten
van mensen en instellingen
Nationaal recht – ieder land heeft zijn eigen rechtsregels. Deze regels gelden
alleen op het grondgebied van dat land.
Internationaal recht – Regels de rechtsrelaties tussen de verschillende
staten. Dit wordt vastgelegd in verdragen. Een verdrag dat door ons land
wordt ondertekend en is goedgekeurd door de volksvertegenwoordiging
wordt na bekendmaking in het tactatenblad verbindend.
Objectief recht – Wetten en verdragen
Subjectief recht – De rechten en bevoegdheden die mensen aan dit
objectieve recht ontlenen.
PUBLIEKRECHT H2 t/m 10
H2
4 Rechtsbronnen
1. Het internationaal verdrag
2. Wetten
3. Jurisprudentie
4. De gewoonte
Wet = overheidsregel met algemene werking.
- Wet in formele zin is een wet door stand gekomen door de regering
en Staten Generaal. Doel; schept kaders
- Wet in materiele zin is een wet tot stand gekomen op lager
niveau, bv gemeentes, burgemeester – objectieve recht. Bv
huisvestingverordening.
Jurisprudentie = verzameling van alle rechtelijke uitspraken (ARRESTEN) die
onze rechters on de loop van de jaren gedaan heeft.
De gewoonte = handje klap op de veemarkt. Gewoonte komt voor in
Staatsrecht en Burgerlijk Recht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Scriptiebibliotheek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.69. You're not tied to anything after your purchase.