Binnen het internationaal recht zijn alle staten gelijk aan elkaar. De afspraken die
staten op basis van het internationaal recht met elkaar maken, worden in een
verdrag vastgesteld. Een belangrijk beginsel bij het overeenkomen van verdragen is
staatssoevereiniteit.
De overheid heeft staatssoevereiniteit. Andere staten kunnen niet bepalen hoe een
andere staat zijn regelgeving vormgeeft; deze macht ligt alleen bij de nationale
overheid.
Deze macht kan op 2 manieren worden beperkt:
• Soevereiniteit overdragen
o De staat kan beslissen om (een gedeelte) van de
beslissingsbevoegdheid over te dragen aan bv een internationale
organisatie. De staat kan dan niet meer zelf alle regels stellen, maar
accepteert dat een organisatie hoger en gezaghebbender is dan de
staat zelf. Staten doen dit over het algemeen alleen als dit in het
belang van het land dient en bijdraagt aan het welzijn van zijn
inwoners.
o Het overdragen hoeft niet permanent te zijn. Vb EU: landen hebben
mogelijkheid om hun lidmaatschap op te zeggen. De procedure staat in
art. 50 VEU. Is wel gecompliceerd; zowel de Europese Raad, de Raad
als het Europees Parlement moeten toestemming verlenen. Een
uitgetreden land kan later alsnog verzoeken lid te worden van de EU
• Soevereiniteit onvrijwillig beperken
o Gebeurt wanneer een staat wordt binnengevallen door een ander land
en dat andere land de macht overneemt. De overheersende staat
neemt vanaf dat moment alle beslissingen. Dit kan gebeuren door
militair ingrijpen van een onafhankelijke staat (zoals Rusland in
Oekraïne), maar ook door een mandaat dat de Veiligheidsraad van de
VN heeft afgegeven om een land binnen te vallen (Irak en Afghanistan)
o VN of andere internationale organisaties kunnen ook een vredesmissie
sturen naar een land om de (net verkregen) vrede te waarborgen.
Militairen bewaken dan bv belangrijke plaatsen en beschermen de
lokale bevolking tegen gewelddadige groeperingen.
Internationale organisaties spelen een belangrijke rol in het internationaal recht.
Staten kunnen een samenwerkingsverband aangaan, maar ook personen kunnen
gezamenlijk een internationale organisatie oprichten.
Er zijn 2 soorten organisaties:
1. Gouvernementele organisaties
• Is een samenwerkingsverband tussen staten (zoals de EU). De
oprichting gebeurt in een verdrag. Daarin vermelden de lidstaten de
doelstellingen en de middelen die de organisatie heeft om die
, doelstellingen te bereiken. Een internationale organisatie biedt staten
de mogelijkheid om samen te werken op een bepaald beleidsterrein.
• Supranationale organisaties:
i. Beslissingsbevoegdheid overdragen
ii. Soevereiniteit overdragen
iii. Geen veto-recht
iv. Samenwerking op basis van (gekwalificeerde) meerderheid
v. De EU is gedeeltelijk een supranationale organisatie (VWEU =
supranationaal en VEU = intergouvernementeel)
• Intergouvernementele organisaties:
i. Beslissingsbevoegdheid niet overdragen
ii. Geen soevereiniteit overdragen
iii. Veto-recht
iv. Samenwerking op basis van unanimiteit
2. Non-gouvernementele organisaties
• NGO, onafhankelijk van staten en heeft vaak een ideële doelstelling.
Hoeft niet internationaal te zijn. Bv Amnesty International, Rode Kruis
en Wereld Natuur Fonds.
• Hebben niet zelfde status als gouvernementele organisaties, maar
worden wel vaak uitgenodigd om deel te nemen aan internationale
vergaderingen. Ze hebben dan geen stemrecht, maar wel een
adviserende rol.
De EU is het resultaat van verschillende opeenvolgende internationale verdragen.
Deze verdragen regelden achtereenvolgens welke doelstellingen de EU nastreeft en
binnen welke juridische kaders dat mag gebeuren.
Als startpunt van de EU wordt vaak het Verdrag aangaande de oprichting van de
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) genoemd dat in 1952 tot
stand kwam.
EU heeft 2 verdragen:
• Het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU)
• Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)
Naast deze verdragen is het EU-Handvest een belangrijk EU-Verdrag.
In art. 3 VEU staan de doelstellingen van de EU opgesomd:
• Vrede en welzijn
o Dit d.m.v. economische integratie. Economische verwevenheid tussen
lidstaten zorgt ervoor dat eventuele conflicten tussen lidstaten eerder
op diplomatieke wijze worden opgelost.
• Het creëren van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht
o Beleid dat grensoverschrijdende criminaliteit en illegale migratie
bestrijdt. Werknemers, studenten en vakantiegangers kunnen binnen
de EU gaan en staan waar ze willen.
• Het oprichten en voltooien van de interne markt
2
, o EU maakt mogelijk dat er steeds meer gehandeld wordt tussen
bedrijven die in de lidstaten zijn gevestigd. De bedoeling is dat de
nationale markten steeds meer geïntegreerd worden tot 1
gemeenschappelijke markt, waarin alle bedrijven en personen dezelfde
kansen en mogelijkheden hebben.
• Het instellen van een Economische en Monetaire Unie (EMU)
o Monetair beleid
▪ Europese Centrale Bank (ECB) is verantwoordelijk voor
monetaire beleid. Wordt geassisteerd door nationale banken
van lidstaten. Samen vormen zij het Europees Stelsel van
Centrale Banken (ESCB). Dit beleid heeft supranationaal
karakter.
▪ Belangrijkste pijler van EMU is de gemeenschappelijke munt.
Lidstaten die euro als betaalmiddel hebben vormen gezamenlijk
de eurozone.
• Voordelen: 1. drempel om buitenlandse goederen aan te
kopen neemt kortom af. Dit verhoogt afzetmarkt van
producten, waardoor consumenten en bedrijven
profiteren van de munt. 2. Internationale transacties
kunnen makkelijker worden gedaan omdat er geen
kosten te hoeven worden gemaakt die verband houden
met omzetten van nationale valuta naar buitenlandse
valuta.
• Nadelen: 1. sommige landen willen niet toetreden tot
eurozone. Deelname aan gemeenschappelijke munt
betekent dat je voor een dergelijke beslissing afhankelijk
bent van de instemming van mede-eurolanden of ECB. 2.
Onderpresteren van een land heeft gevolgen voor andere
deelnemers. Kan effect hebben op de waarde van de
euro. Als waarde daalt, heeft dit consequenties voor de
welvaart in alle eurolanden.
▪ Voorwaarden: sommige landen mogen niet deelnemen omdat
ze niet voldoen aan bepaalde voorwaarden (bv op gebied van
prijsstabiliteit en overheidsfinanciën)
o Economisch beleid
▪ Dit beleid blijft grotendeels de verantwoordelijkheid van de
lidstaten en heeft een intergouvernementeel karakter.
▪ Europees semester: een jaarlijks cyclus waarin de lidstaten
hun nationaal economisch beleid afstemmen.
• En het beschermen van mensenrechten
o Art. 2 VEU
o Uit art. 3 lid 5 VEU blijkt dat de ambitie om fundamentele waarden te
beschermen verder reikt dan de grenzen van de Unie.
o Vanwege het belang dat wordt gehecht aan de mensenrechten wordt
de Europese Unie, naast een economisch samenwerkingsverband,
steeds vaker bestempeld als een waardengemeenschap.
EU heeft 2 instrumenten om de doelstellingen te bewerkstelligen:
• Negatieve integratie
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sel1nE. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.91. You're not tied to anything after your purchase.