Vraag 15 – The Extended Mind…………………………..............................................................................16
NOTE: Onderwerpen die 2x erin staan worden elk op een andere manier gesteld!
1
,VRAAG 1: FUNCTIONALISME
Vraag 1.a: Leg met behulp van een voorbeeld uit wat mentaal holisme is.
[2 punten voor de uitleg]: Func,onalisten menen dat mentale toestanden causale
(func,onele) toestanden zijn tussen input, output en andere mentale toestanden. Die
mentale toestanden, hangen daarmee dus samen: ze vormen een geheel.
[3 punten voor het voorbeeld, 1 punt voor elk onderdeel]: Een voorbeeld is dat van de
analyse van de mentale toestand pijn. [1 punt] Er is input (weefselschade) en die veroorzaakt
dat je pijn ervaart. [1 punt] Die pijn veroorzaakt dan gedrag (‘au’ roepen, aandacht besteden
aan de weefselschade), en [1 punt] is ook causaal verbonden met andere mentale
toestanden, zoals het verlangen van de pijn af te komen.
Vraag 1.b: Volgens het func;onalisme is denken het manipuleren van symbolen volgens
bepaalde regels. Hoe argumenteert de filosoof John Searle tegen deze opvaCng van wat
denken is?
[2 punten Chinese room gedachte-experiment]: Searle doet een gedachte-experiment. Stel je
voor dat je geen Chinees spreekt. Je zit in een kamer met een boek met regels (geen
woordenboek; dan geen punten, omdat het dan duidelijk is dat de student de kern niet
begrepen heef). Er staan regels in hoe welk symbool je terug moet sturen als je een
papiertje met een bepaald symbool krijgt. Voor iemand die Chinees spreekt lijkt het nu net of
je een vraag beantwoord hebt, en Chinees begrijpt.
[2 punt dat dit niet tot begrip leidt]: Maar Searle zegt dat het duidelijk is dat je dat niet doet.
Het louter manipuleren van symbolen op basis van regels leidt niet tot begrip. Omdat begrip
/ betekenis / seman,ek een essen,eel onderdeel van denken is en dat niet voortkomt uit het
manipuleren van symbolen...
[1 punt voor de conclusie] ... is het idee van de func,onalisten dus onjuist: voor denken is
betekenis nodig, en die betekenis ontbreekt bij het enkel manipuleren van symbolen volgens
regels. (Dit is dus een argument tegen de Turing test.)
2
, VRAAG 2: OTHER MINDS
Vraag 2.a: Leg uit wat het klassieke ofwel het scep;sche other minds problem is. Leg in je
antwoord uit wat het scep;sche is aan de klassieke versie.
[2.5 punt voor het probleem]: “How does one determine whether something other than
oneself – an alien creature, a sophis,cated robot, a socially ac,ve computer, or even another
human – is really a thinking, feeling, conscious being; rather than, for example, an
unconscious automaton whose behavior arises from something other than genuine mental
states? How can one tell?” (Churchland, 2013, p. 111)
[2,5 punt voor het scep,sche element in de klassiek versie]: doordat je nooit met zekerheid
vast kan stellen dat andere een geest hebben, kan je de facto alleen maar concluderen dat je
zelf een geest hebt. Bij anderen neem je weliswaar gedrag waar dat bij jezelf correleert met
het hebben van bewustzijn, maar: als je maar één kant van de correla,e waar kan nemen (bij
andere wezens dan jezelf), dan ben je dus feitelijk niet gerechtvaardigd om te zeggen dat
enig wezen (anders dan jijzelf) bewust is: “[O]ne cannot be jus,fied in believing that any
creature other than oneself has mental states!” (Churchland, 2013, p. 112)
Vraag 2.b: Als we het klassiek other minds problem afwijzen, omdat het te scep;sch is,
verdwijnt daarmee dan heel het other minds problem? Illustreer je antwoord met een
voorbeeld.
[2.5 punt voor de ontkenning van het verdwijnen van het probleem]: nee, er blijf een
prak,sch other minds problem over. We gaan ervan uit dat normale mensen bewustzijn
hebben, maar is abnormale gevallen, kan de vraag heel dringend worden of een persoon
(nog) wel of geen bewustzijn heef.
[2.5 punt voor het voorbeeld]: veronderstel dat iemand een ongeluk gehad heef en
helemaal nergens meer op reageert (in een ‘coma’ ligt). Dan wordt het een heel prak,sch
probleem of deze person nog bewustzijn heef of niet, zodat die persoon of medische hulp
kan krijgen of de organen van deze persoon gedoneerd kunnen worden.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tshamanandhar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.