,Inhoud:
● Wat is maatschappijleer?
1. Maatschappelijke vraagstukken
2. Kennis van zaken
● Rechtsstaat:
1. Idee en oorsprong van de rechtsstaat
2. Grondwet en grondrechten
3. Legaliteitsbeginsel
4. Trias politica
5. Rechtsgebieden
6. Strafrecht: opsporing en vervolging
7. Strafrecht: berechting
8. Criminaliteitstheorieën
● Parlementaire democratie:
1. Wat is democratie?
2. Wat is politiek?
3. Politieke stromingen
4. Politieke partijen
5. Verkiezingen
6. Regering en parlement
7. Besturen in de praktijk
8. Gemeente en provincie
9. Internationale politiek
10. Denken over democratie
● Pluriforme samenleving:
1. Cultuur en identiteit
2. Culturele veranderingen
3. Nederland immigratieland
4. Culturele diversiteit
5. Vormen van samenleven
6. Sociale cohesie
7. Internationale vergelijking
8. De toekomst
● Verzorgingsstaat:
1. Wat is een verzorgingsstaat
2. Ontstaan verzorgingsstaat
3. Sociale partners
4. Verzorgingsstaat de praktijk
5. Werk in de verzorgingsstaat
6. De arbeidsmarkt
7. De verzorgingsstaat onder druk
1
,Thema 1: Wat is maatschappijleer?
1.1 Maatschappelijke vraagstukken:
Onze standpunten en ideeën worden bepaald door onze waarden.Waarden zijn
uitgangspunten of principes die mensen belangrijk vinden in hun leven en die ze
nastreven, denk aan eerlijkheid. De waarden die je belangrijk vindt, hebben te
maken met je standplaatsgebondenheid. Normen zijn gedragsregels die aangeven
hoe mensen zich moeten gedragen, uit de waarde eerlijkheid ontstaat bijvoorbeeld
de norm dat je niet steelt.
Als waarden en normen van verschillende individuen en collectieven met elkaar
botsen, kan er een maatschappelijk vraagstuk ontstaan. We spreken van een
maatschappelijk vraagstuk wanneer:
1. Grote groepen in de samenleving ondervinden de gevolgen ervan .
Maatschappelijke vraagstukken gaan over problemen op macroniveau, maar de
gevolgen zijn te merken op microniveau(individueel).
1. Tegengestelde belangen meespelen.
Voor elk vraagstuk bestaan er verschillende oplossingen die aansluiten op
verschillende belangen, het voor- of nadeel dat iemand ergens bij heeft. Die
belangen kunnen ontstaan uit verschillende sociaaleconomische posities. Je hebt
niet altijd een uitgesproken mening over iets, omdat je het van twee kanten begrijpt,
dan spreek je van een dilemma, een lastige keuze uit twee of meer alternatieven die
allemaal duidelijke na- of voordelen hebben.
1. Een gemeenschappelijke oplossing nodig is.
Het oplossen van maatschappelijke vraagstukken is in handen van politici, de
oplossing brengt vaak nieuwe wetten en regels met zich mee.
Het constant veranderen van waarden, normen en belangen noemen we de
dynamiek van de samenleving. Deze is afhankelijk van:
● De plaats
● De tijd
● De groep
2
, Bij het vaststellen van regels heb je te maken met macht, het vermogen om het
gedrag van anderen dringend te beïnvloeden. Macht dat geaccepteerd is, noemen
we ook wel het gezag. Macht van bijvoorbeeld de burgemeester noemen we
formele macht of formeel gezag. Formele macht is in de wet vastgesteld, Bij
informele macht niet. De manier waarop iemand het gedrag van iemand anders
kan beïnvloeden heeft te maken met welke machtsbronnen hij tot zijn beschikking
heeft. Zoals: geld, kennis en functie.
Er is in onze maatschappij sociale ongelijkheid daarmee bedoelen we:
● Maatschappelijke kansen
● Financiële middelen
● Politieke macht
Er kan alleen een samenleving zijn als er sociale cohesie is, daarmee wordt
bedoeld: de mate waarin mensen door onderlinge bindingen het gevoel te hebben bij
elkaar te horen. In elke samenleving is er een sterke interdependentie: mensen zijn
afhankelijk van elkaar. Sociale cohesie is daarom belangrijk om een samenleving
succesvol te laten zijn.
1.2 Kennis van zaken:
De media is de belangrijkste zender van informatie. En wij zijn de ontvanger van
informatie. Vanwege het grote belang van informatie noemen we onze samenleving
ook wel een informatiesamenleving. Je weet nooit of alles wat je ziet klopt daarom
is het goed om kritisch te kijken, dat doe je door hierop te letten:
● Wie is de zender van het bericht?
● Met welk doel wordt het bericht verzonden?
● Is de informatie actueel?
● Welke bronnen worden in het bericht gebruikt?
● Wordt de situatie van beide kanten bekeken(hoor en wederhoor)?
● Komt de informatie overeen met andere bronnen?
Objectief zijn feiten en subjectief meningen. Zenders proberen vaak zo objectief
mogelijk te zijn, ontvangers nemen die informatie subjectief waar. Je
standplaatsgebondenheid geeft je als het ware een subjectieve bril die je ontwikkelt,
dat heet je referentiekader(alles wat je aan kennis, ervaring, waarden, normen en
gewoontes bezit). En met de subjectieve bril pas je nieuwe informatie aan, aan je
referentiekader. Dat noemen we selectieve perceptie.
Om journalisten zo betrouwbaar mogelijk te houden is er persvrijheid, dat is een
onderdeel van vrijheid van meningsuiting.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rodydemeij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.99. You're not tied to anything after your purchase.