100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitwerkingen werkcollegeopdrachten Fiscale Aspecten van de Indirecte Belastingen (Master Fiscaal Recht) $11.29
Add to cart

Answers

Uitwerkingen werkcollegeopdrachten Fiscale Aspecten van de Indirecte Belastingen (Master Fiscaal Recht)

4 reviews
 2 purchases
  • Course
  • Institution

Dit bevat alle uitgebreide uitwerkingen van de werkcollegeopdrachten van het vak Formele Aspecten van de Indirecte Belastingen.

Last document update: 6 year ago

Preview 1 out of 21  pages

  • February 1, 2019
  • February 10, 2019
  • 21
  • 2018/2019
  • Answers
  • Unknown

4  reviews

review-writer-avatar

By: lmoutahhir • 4 year ago

review-writer-avatar

By: Davidvanswol • 6 year ago

review-writer-avatar

By: Yuannos21 • 6 year ago

review-writer-avatar

By: EURrechtenstudent • 6 year ago

avatar-seller
Werkcollege 1
Casus 1

Ronald van Rij is glazenwasser van beroep en woonachtig in Hengelo (Overijssel). Over het
jaar 2018 heeft hij elk kwartaal een btw-aangifte ingediend. In totaal heeft hij over het jaar 2018
voor een bedrag van € 12.000 aan btw-belaste omzet verantwoord. De inspecteur van de
Belastingdienst, kantoor Rotterdam, legt op 1 januari 2019 een naheffingsaanslag op aan de
heer Van Rij waarbij hij de btw- belaste omzet voor 2018 veronderstelt op € 50.000. Er wordt
dus 21% btw van € 38.000 (= € 7.980) btw nageheven

Vraag 1:
Op welke wettelijke basis kan de inspecteur een geschatte naheffingsaanslag opleggen?
Op grond van art. 20, lid 1, AWR mag je naheffen. Dat het een schatting mag zijn, is af te
leiden uit art. 11, lid 2, AWR. Daarin staat namelijk dat je van de aangifte mag afwijken. Hoewel
dit artikel gaat over heffing bij wege van aanslag, geldt het ook voor de aangifte OB, want de
naheffingsaanslag is een bijzondere vorm van aanslag.

Vraag 2:
Mag de inspecteur van Belastingdienst, kantoor Rotterdam, een naheffingsaanslag opleggen
aan deze in Hengelo woonachtige belastingplichtige? Betrek in uw antwoord zowel de absolute
als de relatieve competentie van deze inspecteur. Ga er daarbij vanuit dat de inspecteur
werkzaam is bij de Belastingdienst/Midden- en kleinbedrijf.
De absolute competentie betreft de vraag welke functionaris tot bepaalde handelingen
bevoegd is. De absolute competentie volgt ook uit art. 1:1, lid 1, sub a Awb, want de inspecteur
is een bestuursorgaan.
De relatieve competentie ziet op de vraag welke inspecteur in een concreet geval bevoegd
is. De bevoegdheid van de directeur, inspecteur en ontvanger is niet bepaald naar een
geografische indeling van Nederland en dus landelijk bevoegd (art. 3 lid 1 AWR). Binnen de
relatieve competentie onderscheiden we de functionele competentie en de territoriale
competentie. Bij de functionele competentie gaat het om de vraag welke inspecteur bevoegd
is, dus bijvoorbeeld de inspecteur van de eenheid Particulieren, eenheid MKB of de eenheid
Grote Ondernemingen. Bij de territoriale competentie kijk je naar de woonplaats van de
belastingplichtige. De directeuren die genoemd zijn in art. 5 Uitv. Reg. Belastingdienst zijn de
inspecteurs uit art. 2, lid 3 sub b AWR. Zij mandateren de werknemers om hun bevoegdheden
uit te voeren.
De inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Rotterdam is dus wel bevoegd, aangezien hij
landelijk bevoegd is. Ook aan de functionele competentie is voldaan, aangezien hij bij de
Belastingdienst/MKB werkt.

Vraag 3:
Wat is het gevolg als een schriftelijk mandaatbesluit dat de bevoegdheden toe zou kennen aan
de inspecteur die de naheffingsaanslag heeft opgelegd, ontbreekt?
In het arrest BNB 1999/303 is bepaald dat als er een navorderingsaanslag is opgelegd zonder
dat er een schriftelijk mandaat daarvoor was, de navorderingsaanslag niet wordt vernietigd.
De Hoge Raad gaat hierbij uit dat de belastingaanslag was vastgesteld door de landelijke
directeur aan wie de bevoegdheden die in het belastingwet aan de inspecteur zijn toegekend
rechtstreeks toekomen.

Vraag 4:
De heer Van Rij blijkt inderdaad een deel van zijn omzet niet te hebben verantwoord op zijn
btw- aangiften in 2018. Hij heeft het geld hard nodig om in het onderhoud van zijn uitgebreide
familie te voorzien. Kan een beroep op de hardheidsclausule de heer Van Rij nog baten?
De hardheidsclausule (art. 63 AWR) is dat de minister van Financiën de bevoegdheid heeft
om voor bepaalde gevallen of groepen tegemoet te komen aan onbillijkheden van

1

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller reoleo06. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

69252 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$11.29  2x  sold
  • (4)
Add to cart
Added