Bestuursrecht = recht tussen overheid en burger
Staatrecht = organisatie tussen de overheden
AWB = algemene wet bestuursrecht
Parlement = eerste en tweede kamer = staten generaal
Regering = koning + ministers
Formeel recht = regels, hoe het allemaal geregeld is.
Materieel recht = rechten en plichten van burgers.
(materieel strafrecht = wat je wel en niet mag doen)
Wetten in formele zin: - zegt iets over de wijze waarop deze tot stand is gekomen.
- Samenwerking tussen regering en parlement.
Wetten in materiele zin: - zegt iets over de inhoud van de wet.
- Wet bevat rechten en/of plichten burgers.
- Heeft altijd een algemene toepassing, dus is voor iedereen geldig.
Materieel recht: regels waar burgers zich elke dag aan moeten houden.
Formeel recht: het recht om een regel te kunnen handhaven
Navigator.nl
overheid.nl
wetten.nl
Bestuursrecht = publiekrecht, want overheid.
WEEK C2
Civiel recht = privaat recht = burgerlijk recht terug te vinden in het burgerlijk wetboek
Rechtsfeiten
Blote rechtsfeiten: geboren worden, 18 worden, overlijden.
Menselijk handelen: Onbewust is feitelijk. Bewust is juridische gevolgen.
, Feitelijke handelingen: onrechtmatige daad, onbewust. Onbedoeld ontstaan van rechten en
plichten. Je handeling in niet gericht op de schade. Je gaat niet auto rijden met de bedoeling om
iemand aan te rijden. Onbewust, per ongeluk. Schadevergoeding.
Rechtmatige daad: eigen ding per ongeluk kapot.
Onrechtmatige daad: 5 voorwaarden: onrechtmatigheid, causaal verband, schade, toerekenbaar,
relativiteitsvereiste.
Rechtshandeling: de bedoeling om rechten en plichten te scheppen. De handeling is wel gericht op
juridische gevolgen.
Eenzijdig: wanneer je het alleen kan doen, erkenning van een kind.
Meerzijdig: overeenkomst. Koopovereenkomst, huurovereenkomst, arbeidsovereenkomst.
onroerend goed = gebouwen en woningen
roerend goed = tastbaar
WEEK C3
Legaliteitsbeginsel is ter bescherming van de burgers.
Legaliteitsbeginsel (3 elementen):
1. Voorafgaand: verdachte alleen worden gestraft voor gedrag dat al strafbaar was op moment van
daad.
2. Geen gewoonte.
3. Analogie: rechter rekt wettelijke regeling zo op dat ook niet wettelijke gedrag eronder valt. En
rechter mag wel wettekst zeer ruim interpreteren (voorbeeld van de coins).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FG9. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.