Paragraaf 1 Pezen
Door training kunnen de spieren meer kracht zetten en krijgen ij een groter uithoudingsvermogen.
Een pees is een stevige band van bindweefsel die een spier aan een bot verbindt. Pezen brengen
de kracht van de spieren geleidelijk over op de botten. Als een spier direct aan bond zou zitten,
zou de spier scheuren. Door een pees op te rekken, sla je er energie in op. Die kan vrijkomen bij
een (snelle) beweging. Een blade werkt als een springveer, net als de achillespees. Er wordt
energie in opgeslagen.
In pezen bevinden zich gespecialiseerde bindweefselcellen die vooral collageen maken en
afgeven. Vele colageenmoleculen vormen samen een collageenfibiril omgeven door bindweefsel.
De fibrillen vormen weer collageenvezelfs in dicht opeengepakte, parallel lopende bundels.
Een pees bevat veel tussencelstof. Dat zijn de producten die de bindweefselcellen afgeven,
waardoor een samenhangend geheel ontstaat. Bij volgroeide pezen is er zoveel collageen dat de
cellen ver van elkaar verwijderd zijn. Via dunnen uitlopers houden zijn contact met elkaar. De
celmembranen in de uitlopers van twee cellen vormen op sommige plaatsen eiwitkanalen met
kleine openingen: gap junctions. Hierdoor kunnen ionen diffunderen. Ook kunnen groeifactoren
van de ene cel aan receptoren van andere cellen hechten en, bijvoorbeeld via een secundaire
boodschapper, informatie doorgeven.
Pezen genezen langzaam, doordat ze slecht doorbloed zijn. Alleen bindweefselvliezen rond de
bundels collageenvezels bevatten enkele bloedvaten. Bij een blessure komen eerst granulocyten
in actie. Deze witte bloedcellen eten bacteriën die zijn binnengedrongen. Door middel van
cytokinen activeren granulocyten ook de rest van het lichaam. De bindweefselcellen producten
voor de cytokinen het enzym collagenase dat beschadigd collageen afbreekt. Ook macrofagen
gaan nu opruimen. Onder invloed van groeiffacoten ontstaan om de wond nieuwe bloedvaten,
waardoor er meer brand- en bouwstoffen komen. Zij maken collageen. Daarna volgt een periode
waarin de collageenmoleculen dwarsverbinding maken en in het verlengde van de trekrichting
komen te liggen. Voorzichtig en regelmatig belasten van pezen werkt stimuleren op de
rangschikking van de collageenvezels in de trekrichting. Het trekken aan pezen bij massage
stimuleert dus herstel.
Paragraaf 2 Spieren
Skeletspieren zijn spieren die met pezen verbonden zijn aan botten. Spier - spierbundel omgeven
door bindweefsel waarin de bloedvaten liggen - spiervezel - myofibril. Door de geordende
rangschikking van de actine- en myosinefilamenten in een myofibril ontstaat een patroon van
lichte banden (I-banden) en donkere (A-banden): skeletspieren hebben dwarsgestreept
spierweefsel. In het midden van elke I-band bevindt zich een membraan, de Z-lijn, waaraan de
actiefilamenten gehecht zijn. Het gedeelte tussen twee Z-lijnen heet een sarcomeer.
De overdracht van impulsen van motorische neuronen op spiervezels gebeurt via een
neuromusculaire synaps (motorisch eindplaatje). Doordat de axonen zich over een spier vertakken
reageren meerdere spiervezels tegelijk op impulsen. Een groep spiervezels die op de impulsen
van één axon reageert, is een motorische eenheid. Doordat de myosinefilamenten aan de
actiefilamenten trekken, bewegen de Z-lijnen naar elkaar oe en neemt de lengte van de
sarcomeren af. Sarcomeren kunnen alleen uitgerekt worden door het samentrekken van de
antagonist van die spier.
1. Door een impuls van een motorische zenuw komen er Ca2+ vrij in een spiervezel. Ca2+
verandert de vorm van de tropomyosinefilamenten waardoor de myosinekop aan het actie
bindt.
2. Aan de myiosine zit ADP. Op het moment dat de ADP de myosine verlaat, veert de myosine
van de actieve stand terug naar de niet-actieve stand en trekt aan het actinefilament.
3. Waarbij de myosinekop een nieuw ATP-molecuul bindt, laat het daarbij het actine los.
4. Mysoine splitst ATP en door die energie buigt de myosinekop in de actieve stand.
Myosine is het motoreiwit. Skeletspieren bevatten twee typen spiervezels, snelle en langzame.
Afrikanen hebben bijvoorbeeld veel snelle spiervezels. Zij hebben myosine-moleculen die snel
ATP splitsen. Langzame spiervezels zijn beter bestand tegen de afvalstoffen die ontstaan en
daarom houden zij het langer vol. Langzame spiervezels kun je door krachttraining niet omzetten
in snelle spiervezels. Doo krachttraining kun je wel het spiervolume van de snelle spiervezels
vergroten. Dit gebeurt door de aanmaak van actie en myopsinefilamenten. Door duurtraining
neemt de doorbloeding toe.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller GNKsamenvatting. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.