Voor het aannemen van (niet-directe/ derde) belanghebbendheid moet sprake zijn van een:
Persoon of andere entteit (degene)
Een belang (het besluit moet voor betrokkene verschil maken)
- Feitelijk belang: hier loopt het nooit op stuk.
OPERA-Criteria
Eigen belang: het zou hier misgaan als je zegt van ik zie dat mijn buurman hier last van gaat
krijgen, dat vind ik zielig, dus ik ga hem in beroep. Oftewel, je mag alleen voor je eigen belang
in beroep gaan. Dus: Niet voor een ander.
Objectief bepaalbaar belang: Je hebt een belang dat voor anderen te snappen is. Dus
anderen zouden dat belang moeten erkennen. Niet per se als een terecht beroep, maar wel
als een herkenbaar belang. Dus als iemand puur in zijn hoofd heef bedacht dat hij schade
kan ondervinden van een bepaald besluit (emotonele schade), dan is niet voldaan aan het
objectef bepaalbaar belang. Ofewel, als jij emotonele waarde hecht aan een bepaald
gebouw dat wordt gesloopt oid > geen belang.
Actueel belang: bijv. ik denk erover om over een jaar in deze straat te gaan wonen en de
gemeente wil daar nu bomen kappen, en jij zegt dat is niet goed voor het straatbeeld als ik
daar woon. Dan heb je geen actueel belang. Het moet gaan om nu. En niet om de toekomst.
Persoonlijk belang: het moet niet te algemeen zijn. Het moet een duidelijk, van anderen te
onderscheiden belang zijn. Het moet een toegespitst belang zijn. Je kan wel zeggen van de
mooiste straat in Den Haag daar wordt groen gekapt, en dat jij dan als Hagenees zegt van
dat tast het straatbeeld aan. Dan is dit niet persoonlijk genoeg. Alleen mensen ín die straat
zouden evt. hiertegen in beroep kunnen gaan. Anders zou elke Hagenees in beroep kunnen
gaan.
o Hulpcriteria om vast te stellen of sprake is van een persoonlijk belang.
Afstands-criterium: hoe ver zit je er vanaf? > hier altjd eerst naar kijken!
Zichtscriterium: Is het te zien/ blokkeert het je zicht?
Concurrente
Maar het heeft niet altjd met zicht te maken, je kan ook geuroverlast ervan ondervinden.
Maar stel er wordt een bepaald besluit genomen waardoor een bepaald bedrijf wordt
bevoordeeld (concurrente).
Bijv. slijterij in een supermarkt die een vergunning krijgt dat er niet altjd toezicht hoef te
zijn, dan kan een andere slijterij zeggen waar wel altjd toezicht moet zijn, van die ander heef
voordeel t.o.v. mij, als je dan gaat kijken is hier een rechtstreek belang, is de afstand wel een
belangrijk punt, maar gaat het er met name om of de bedrijven in hetzelfde marktsegment
zitten, ofewel of de bedrijven concurrenten van elkaar zijn.
Puur afstands- en zichtscriterium: stel je woont in Friesland en er worden in de weiland in de
omgeving windmolens geplaatst. Qua afstand zit je er dan misschien wel ver vanaf, maar
omdat deze windmolens dan toch nog in jouw zicht kunnen staan, kan je dan evt. toch in
beroep gaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Elinelaura94. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.