Psychologie van arbeid en organisatie, 6e editie met MyLab NL toegangscode
Samenvatting Psychologie van arbeid en organisatie. Positieve reacties van klasgenoten.
ISBN/EAN 3756
Druk 5. Gemaakt voor het vak psychologie van de opleiding HRM aan Avans Hogeschool 's-Hertogenbosch. Hoofdstuk 1,2,5,6,7,8,10,11,12
Hoofdstuk 1: Arbeids- en organisatiepsychologie – een
inleiding
Leerdoelen:
1. Vijf aandachtsgebieden van theoretsche psychologie beschrijven
2. De relate tussen theoretsche psychologie en arbeidspsychologie leggen
3. Kenmerken van de volgende vijf tradites in de psychologie kort beschrijven:
Psychoanalyse
Persoonlijkheidsleer
Behaviorisme
Fenomenologie
Sociaal-cogniteve psychologie
4. Beschrijven wat elke tradite bijdraagt aan arbeidspsychologie
5. De binnen de arbeidspsychologie behandelde vraagstukken aangeven
6. De veranderingen op de werkvloer beschrijven die de arbeidspsychologie beïnvloeden
7. Weten welke drie aspecten een grote rol spelen bij management van diversiteit en uitleggen
wat dit begrip inhoudt
8. Bekend zijn met het begrip werk-thuisinterferente
1.1 Theoretische psychologie en arbeidspsychologie
- Psychologie = De wetenschap van het mentale leven; gedrag, gedachtes en emotes Miller)
Is psychologie een wetenschap? niet iedereen is het hier mee eens dat je gedrag, gedachtes en
emotes op wetenschappelijke manier moet bestuderen. Sommigen stellen dat menselijk gedrag
te gecompliceerd is en sowieso verandert als mensen geobserveerd of onderzocht worden.
Wetenschappelijke benadering wel grote invloed op psychologie-opleidingen.
- Disciplines van de theoretsche psychologie (leerdoel 1)
1. Biopsychologie
Te maken met de relate tussen lichaam en geest
Biopsychologen onderzoeken o.a. de bij bepaalde gedragingen, gedachtes en emotes
horende actviteiten in de hersenen. Ook geïnteresseerd in lichamelijke veranderingen die
zich voordoen bij bijv.) stress op werk
2. Cogniteve psychologie
Gericht op ons cogniteve functoneren, onze gedachteprocessen.
O.a. hoe goed we in bepaalde omstandigheden info onthouden
3. Ontwikkelingspsychologie
Handelt over de manieren waarop mensen in psychologisch opzicht groeien en veranderen.
Omvat zaken als hoe en wanneer kinderen bepaalde concepten beginnen te begrijpen en hoe
moedertaal leren.
4. Sociale psychologie
Stelt zich de vraag hoe onze gedragingen, gedachtes en emotes invloed uitoefenen op en
beïnvloed worden door andere mensen.
Aandachtspunten: wijze waarop groepen beslissingen nemen en mate waarin iemands
mening over bepaalde groepen mensen zijn gedrag t.o.v. die mensen bepaalt
5. Persoonlijkheidsleer
Handelt over de neiging van mensen om zich op een kenmerkende manier te gedragen.
1
, Onderzoekt hoe mensen psychologisch van elkaar verschillen en hoe je die verschillen kunt
meten. Steeds meer besef dat iemands gedrag, gedachte en emote beïnvloed worden door
situates en persoonlijkheid.
- Arbeids- en organisatepsychologie; relate tussen theoretsche psychologie en
arbeidspsychologie (leerdoel 2)
Toepassingsgericht en onderdeel van toegepaste psychologie.
Arbeidspsychologen gebruiken concepten, theorieën en methodes uit de deeldisciplines
van de theoretsche psychologie. Disciplines sluiten elkaar niet uit; vaak noodzakelijk om
mensen in hun werkomgeving vanuit verschillende perspecteven te bestuderen, om
probleem ten volle te begrijpen.
Bepaalde disciplines van de toegepaste psychologie gebruiken ideeën en info uit
theoretsche psychologie. ee levert dan directe bijdrage aan probleem uit praktjk.
Omgekeerd kunnen disciplines ideeën bijdragen aan de ontwikkeling van de theoretsche
psychologie. Ook toegepaste psychologie kan theorieën en technieken aandragen die
direct toepasbaar zijn op praktsche problemen en levensechte situates. Toegepaste
psychologen meer geïnteresseerd in oplossen van praktsche vraagstukken dan
theoretsche psychologen diverse onderdelen van de toegepaste psychologie kunnen
achterblijven bij ontwikkelingen in de theoretsche psychologie. Maar het kan ook
gebeuren dat theoretsch ingestelde psychologen onvoldoende rekening houden met de
toegepaste psychologie of de problematek uit praktjk. De ontwikkeling van de
psychologie als onderzoeksterrein met praktsch nut is ook afankelijk van de in info
stromen.
Alle vijf disciplines van de theoretsche psychologie dragen ideeën en technieken
bij aan de arbeids- en organisatepsychologie
Toegepaste psychologie vooral hbo-niveau. Theoretsche psychologie WO niveau.
Arbeids- en organisatepsychologie heef als onderdeel v.d. toegepaste psychologie haar
eigen theorieën en methodieken.
Psychologie is een wetenschappelijke discipline die gekenmerkt wordt door verschillende
opvatngen over wat een mens tot een mens maakt. Deze opvatngen zijn soms met
elkaar in tegenspraak. Echter, bij het aansturen van mensen in hun werkomgeving kan
het bundelen van verschillende tradites de kennis over een probleem helpen verdiepen
en verbreden.
1.2: Vijf tradities in de psychologie (leerdoel 3+4)
1.2.1 Psychoanalyse
- = psychodynamiek
- Sigmund Freud & Jung
- Psychologisch functoneren wordt bepaald door instncteve drijfveren. Veel van die
drijfveren bevinden zich in onderbewuste.
- Nadruk op onbewuste psychologische conficten die de persoonlijke efectviteit op het werk
kunnen verminderen. Verklaring vaak in vroege kinderervaringen.
- Critci: theorieën zijn te sterk op interpretate gericht en kon niet worden bewezen
weerlegd
2
,1.2.2 Persoonlijkheidsleer
- Richt zich op het meten van iemands persoonlijkheidskenmerken. Die kenmerken zouden
over het algemeen redelijk stabiel zijn.
- Uiteindelijk is men gekomen tot vijf fundamentele dimensies die de persoonlijkheid van
iemand beschrijven, de Big Five. Meer overeenstemming over aantal dimensies dan over
inhoud. Dimensies zijn:
1. extraversie
2. neurotcisme bijv. hoeveelheid gevoelde spanning en mate van on)zekerheid)
3. altruïsme menslievendheid)
4. consciënteusheid doortastendheid en georganiseerdheid)
5. openheid voor nieuwe ervaringen.
Scores houden verband met werkprestates.
- Kenmerken deels genetsch bepaald
- Cirkelredenering.
- Veel invloed gehad op arbeids- en organisatepsychologie. Met name voor werving en
selecte.
1.2.3 Fenomenologie
- Gericht op hoe mensen de wereld om hen heen ervaren. Focus ligt op ons vermogen om
onze ervaringen te interpreteren.
- Humanisme
- In arbeids- en organisatepsychologie vind je vooral het idee terug dat iemands interpretates
van gebeurtenissen belangrijk zijn. veel vragenlijsten over ervaringen werknemers. Deze
worden gezien als benaderingen van een objecteve realiteit en niet als het product van
individuele interpretate – iets wat humanistsche concept tegenspreekt. Fenomenologie ook
bijdrage geleverd aan loopbaanontwikkeling. Veel adviseurs puten uit humanistsche ideeën
als e cliënten proberen te helpen met loopbaanbeslissingen.
- Geen dominante factor in arbeidspsychologie.
1.2.4 Behaviorisme
- Gericht op observeerbaar gedrag en de condites situates) die bepaalde gedragingen
ontlokken. Onnodig om onzichtbare concepten zoals persoonlijkheidskenmerken te
gebruiken als we datgene waarin we geïnteresseerd zijn gedrag) gewoon kunnen
observeren.
- Aanhanger: B.F. Skinner. Hij gebruikte het begrip bekrachtging om te verwijzen naar een
gunstge uitkomst van gedrag. Bestrafng vindt plaats als gedrag een ongunstge uitkomst
heef.
- Belangrijke ontwikkeling in behaviorisme is sociaal leren. Aanhanger van die theorie
benadrukken ons vermogen om te leveren van door anderen ervaren bestrafngen en
bekrachtgingen. Sociaal leren later opgenomen in sociaal- cogniteve theorie.
- In arbeids- en organisatepsychologie veel concepten uit behaviorisme gebruikt. In trainingen
kun je bijv. beloningen gebruiken voor gewenst gedrag. Sommige bedrijven werken met
mentoring, idee van mentor overnemen.
1.2.5 Sociaal-cognitieve theorie
- Gericht op hoe onze gedachteprocessen worden gebruikt om sociale interacte en andere
sociaalpsychologische fenomenen te interpreteren. Ook verondersteld dat onze
3
, gedachteprocessen een weerspiegeling zijn van de wereld om ons heen en van de formele
logica.
- Het bestaan van andere mensen beïnvloedt de aard van onze gedachteprocessen.
- Wederkerig determinisme: mens is product van omgeving maar hij kan ook omgeving
beïnvloeden
- Bij informateverwerking ligt focus op het geheugen. Ons zelfeeld fungeert in
informateverwerking als een flter. Belangrijk concept in deze context is self-efficacy /
zelfwerkzaamheid; de mate waarin iemand van mening is dat hij het in een bepaalde situate
vereiste gedrag kan vertonen. Het is een goede voorspeller van gedrag.
- Het schema is ook belangrijk. Dit is een kennisstructuur die iemand gebruikt om situates te
kunnen duiden. Scripts zijn schema’s die bepaalde opeenvolging van handelingen omvaten.
1.3 Arbeids- en organisatiepsychologie vandaag de dag
- Aandachtsgebieden van de arbeidspsycholoog;
1. Selecte en assessment van personeel; bijv. tests en gesprekken
2. Training
3. Evaluates en loopbaanontwikkeling
4. Organisategroei en -verandering
5. Interacte tussen mens en machine
6. Consultate en persoonlijke ontwikkeling
7. Ontwerp van de werkomgeving, gezondheid en veiligheid
8. Werknemersrelates en motvate
9. Strategiewijzigingen en herstructurering.
Arbeidspsychologen moeten hier bekend mee zijn maar ook beschikken over
generieke vaardigheden, zoals opzeten vragenlijsten. Ook beschikken over ervaring
vaststellen problemen, onderzoek doen etc.
Arbeidspsychologie heef te maken met alle aspecten van menselijke gedragingen,
gedachtes, gevoelens en ervaringen in context van werk
- Arbeidspsychologen kunnen docenten, onderzoekers of consulenten zijn. Veel werkzaam in
academische instellingen, waar ze alle drie functes kunnen vervullen. Vaker werkzaam bij
management- en bedrijfskundefaculteiten dan psychologiefaculteit arbeidspsychologie
met name gebruikt voor behalen managementdoelen.
- Belangrijk dat arbeidspsychologen besefen welke invloed hun technieken op organisate
hebben, dat ze kunnen omgaan met macrovraagstukken zoals organisateverandering en HR-
planning, en in staat zijn om de mogelijke fnanciële impact van hun aanbevelingen aan te
tonen. Ook moeten ze taal van bedrijfsleven spreken en met verschillende partjen kunnen
communiceren. Ook is belangrijk dat ze openstaan voor nieuwe ideeën en methodes.
- Arbeidspsychologen werkpartners van hogere management. Efectviteit en efciënte vaak
gezien als belangrijkste producten die arbeidspsycholoog moet afeveren. Takenpakket
bepaald door managementvraagstukken.
- In de psychologie probeert men verder te kijken dan op gezond verstand gebaseerde
opvatngen over gedragingen, gedachtes en emotes. Bijv. wanneer worden bijv. hoge
functe-eisen een probleem, voor wie en onder welke omstandigheden?
- Veel arbeidspsychologen werken als verlengstuk van het hogere management. ee worden als
technische deskundigen gezien, en niet als strategen. Het is belangrijk voor
arbeidspsycholoog om rekening te houden met zijn invloed op alle partjen en niet alleen met
invloed op hogere management.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukklaassen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.77. You're not tied to anything after your purchase.