DUURST VERKOCHTE SCHILDERIJEN
➔ Op het moment dat de samenvatting gemaakt werd, dit verandert
constant.
1. Leonardo da Vinci → 450,3 miljoen dollar
2. Willem de Kooning → 300 miljoen dollar
3. Cézanne → 259 miljoen dollar
WAAR KUNST BELEVEN?
• Kunst beleven kan in een galerij of in een museum. Het verschil tussen
de twee is dat je in een galerij schilderijen kunt kopen en mee naar huis
nemen, terwijl je in een museum inkom betaald. In een museum is het
niet de bedoeling dat schilderijen verkocht worden.
• Een galerij is enorm gelijkend op een museum zodat de mensen het
gevoel krijgen dat de kunst meer waard is. Het is dus puur om de kunst
voor meer geld te kunnen
verkopen.
Voorbeeldjes:
1. Jules S. was een Belgische
schilder → hij was onbekend
maar ineens werd hij
herontdekt. Een museum in
Oostende wou een
tentoonstelling van hem
doen. → handelaren vingen
dit nieuws op en gingen de
kunstwerken opkopen, de waarde steeg doordat het in een museum
gehangen had en daardoor konden de handelaren de schilderijen
duurder doorverkopen.
2. White Cube is een keten geworden zoals Starbucks. → het romantische
idee van kunst is verdwenen. Tegenwoordig is kunst een investering
geworden.
1
, Kunst – macht – geld
KUNST + GELD = MATCH MADE IN HEAVEN
• Vroeger: De Paus heeft Michelangelo persoonlijk gevraagd of hij de
Sixtijnse kapel wou beschilderen.
• Nu: iemand koopt een Picasso → deze is al 100x doorverkocht.
De band tussen de koper en de schilder is verdwenen.
Voor 1800
Mona Lisa – Leonardo Da Vinci (1506)
• Opdrachtgever (Kerk, adel)
• Band tussen kunstenaar en koper
Na 1800 (Industriële revolutie)
Het vlot van Medusa – Theodore Gericault (1819)
• Autonome kunstenaar: beslist zelf over vorm en
inhoud
• Rijke burgerij koopt = culturele industrie
• Band tussen kunstenaar en koper vervaagt
Nu
Veilinghuis Sotheby’s
• Verkoop via veilinghuis (marktsysteem)
• Geen band meer tussen kunstenaar en
koper, tussen kunstenaar en kunstwerk.
Industriële revolutie:
- Nieuwe machten
- Kunstenaar werkt niet meer in opdracht, maar schildert nu wat die zelf
wit!
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkemeurs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.