100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting hoofdstukken inleiding staats- en bestuursrecht $13.94   Add to cart

Summary

Samenvatting hoofdstukken inleiding staats- en bestuursrecht

2 reviews
 103 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting bevat alle relevante hoofdstukken voor het vak inleiding staats- en bestuursrecht.

Preview 4 out of 172  pages

  • February 4, 2019
  • 172
  • 2016/2017
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: MPD • 5 year ago

review-writer-avatar

By: yannicabezemer • 5 year ago

avatar-seller
SAMENVATTING
HOOFDSTUKKEN INLEIDING
STAATS- EN BESTUURSRECHT
Maastricht University




Lisa
[E-mailadres]

,Staatsrecht
Hoofdstuk II Staat: object en subject, verschijningsvormen en belangrijkste
kenmerken
4b. Staatsrecht
Het staatsrecht bestaat veelal uit geschreven regels, er kan echter ook sprake zijn van ongeschreven
regels/ gewoonte. Staten kennen in hun staatsrecht ongeschreven staatsrechtelijke regels,
conventes en staatkundige praktjk. Die hebben met elkaar gemeen dat zij ongeschreven,
ongecodifceerd zijn. Van een staatsrechtelijke regel is sprake als een gewoonte of praktjk ook als
rechtens juist en geboden wordt beschouwd door de actoren en algemeen wordt erkend als
essentile staatsrechtelijke regel, en niet als een meer veranderlijke praktjk.

Voor Nederland is zo’n regel de vertrouwensregel. Deze regel komt er op neer dat een regering/
minister het vertrouwen van de Staten-Generaal dient te hebben, dat wil zeggen dat er sprake is van
vertrouwen zolang het tegendeel niet is gebleken. Helder is dat in het geval expliciet het vertrouwen
door een parlementaire meerderheid wordt opgezegd (een mote van wantrouwen) de
bewindspersoon ontslag dient in te dienen. Ongeregeld is echter in welke omstandigheden het
parlement vertrouwen mag/moet opzeggen. Dit bepaalt de meerderheid. Ook lopen de opvatngen
uiteen of dit ook geldt ten aanzien van de Eerste Kamer. Ongeregeld is ook of een bewindspersoon
eerst verantwoording dient af te leggen alvorens ontslag in te dienen. (1) Een bewindspersoon acht
zich verantwoordelijk voor een specifeke situate en dient meteen ontslag in, zonder eerst in het
parlement verantwoording af te leggen. (2) Of een bewindspersoon acht zich verantwoordelijk en
komt er tjdens een Kamerdebat achter dat er geen vertrouwensbasis meer is voor samenwerking.
De vertrouwensregel heef zich geleidelijk aan ontwikkeld. Deze regel is in zijn basis een regel van
ongeschreven staatsrecht en een essentile scharnier in ons parlementaire stelsel. De
vertrouwensregel is echter niet in rechte afdwingbaar maar blijf een regel. Het is in elk geval
ongeschreven gewoonterecht die bewust bij de meest recente grote grondwetsherziening van 1983
ongecodifceerd is gebleven maar wel geacht wordt deel uit te maken van het grondwetelijke bestel.

Een tweede ongeschreven staatrechtelijke regel is dat de Tweede Kamer niet twee keer na elkaar
wordt ontbonden over dezelfde kweste en dat dientengevolge na de eerste ontbinding de
meerderheidswil doorslaggevend is. Deze regel heef aan actualiteit verloren doordat kabineten de
gewoonte hebben ter gelegenheid van een ontbinding van de Tweede Kamer ontslag aan te bieden
opdat na de verkiezingen een nieuwe formate kan volgen. Lastger ligt het met de praktjk dat na de
val van een kabinet geen nieuwe coalite wordt gevormd, zonder dat eerst verkiezingen zijn
gehouden. Deze praktjk nuanceert de grondwetelijke regel (art. 52 lid 1 Grondwet) dat de
zitngsduur van de Tweede Kamer vier jaar is.

Praktjken die worden gevolgdj (1) De regeling van een kabinetsformate. Deze was in belangrijke
mate ongeschreven en volgde een praktjk van informateurs en formateur en zeggenschap voor het
staatshoofd. Sinds 2012 is via een artkel in het RvO II die zeggenschap verschoven naar de Tweede
Kamer. Niet omdat die verschuiving volgde uit de rechtsovertuiging dat zulks moest, maar omdat de
meerderheid van het parlement het ene gebruik deed vervangen door een ander. (2) Een
staatkundige praktjk is verder dat partjen elkaars motes ondersteunen teneinde mogelijk te maken
dat ook kleine fractes motes kunnen indienenj een praktjk maar geen rechtsplicht. (3) Een ander
gebruik is dat na de verkiezingen de grootste fracte het voortouw gegund wordt bij de formate. Dat
wordt mogelijk zelfs als goed gebruik gezien, maar is geen ongeschreven regel van staatsrecht,

,omdat de actoren die praktjk niet als rechtsplicht beschouwen noch als fundamentele regel van
staatsrecht.
Hoofdstuk III Rechtsstaat
9. De wetgever
De wetgevende macht stelt conform de trias politca de voor een ieder geldende regels. De
Nederlandse wetgever bestaat uit de Regering en de Staten-Generaal (art. 81 GW). De wetgever
bestaat dus uit de volksvertegenwoordiging in samenwerking met de uitvoerende macht. Zij worden
ook wel de ‘formele wetgever’ genoemd en de weten die zij vaststellen zijn formele weten.
Wanneer de grondwet het woord ‘wet’ gebruikt wordt gedoeld op deze formele weten. Deze weten
zijn ook onaantastbaar voor toetsing door de rechter aan de Grondwet. Zie hierbij het
toetsingsverbod van art. 120 Grondwet.




Ook wordt er gesproken over materiele weten. Dat is het geval als er sprake is van een algemeen
verbindend voorschrif. Algemeen verbindende voorschrifen (weten in materiele zin) kunnen
worden gemaakt door bevoegde wetgevers. Hierbij kan worden gedacht aanj de regering (amvb’s),


In sommige gevallen stelt de Grondwet zelfs dat een materie bij wet dient te worden geregeld. In
dergelijke gevallen is het de wetgever NIET toegestaan om door middel van delegate het stellen
van nadere regels aan een andere wetgever (in materiele zin) over te dragen.

In die gevallen dat de Grondwet schrijf dat iets ‘bij of krachtens wet’ kan worden geregeld, of dat
de wet ‘regels kan stellen’ (dan wel de grondwet een vorm van het werkwoord regelen hanteert)
is daarmee beoogd aan te geven dat delegate is toegestaan.
ministers (ministeriele regelingen), provinciale staten (provinciale verordeningen), gemeenteraden
(gemeenteverordeningen) en anderen. Conform het staatsrechtelijke legaliteitsbeginsel is het
belangrijk dat deze wetgevers in materiele zin expliciet de bevoegdheid geatribueerd of gedelegeerd
hebben gekregen om algemeen verbindende voorschrifen vast te stellen. De formele wetgever
brengt veelal materiele wetgeving tot stand maar in de grondwet is ook formele wetgeving
opgenomen zoals de benoeming van een regent in art. 37 lid 2. De grondwet bepaalt ten aanzien van
een aantal onderwerpen dat zij door de formele wetgever moeten worden geregeld.

Vaak gaat het maken van wetgeving ook om aanpassing aan en implementate van internatonaal
recht en uiteraard het Europese recht, en tal van andere grote en kleinere wetgevingsprojecten. De
wet is een instrument om gewenst beleid mogelijk te maken, van een juridische grondslag te
voorzien en te kunnen implementeren. De omvang van de wetgeving, complexiteit, noodzaak om
criteria, eisen en normen te kunnen veranderen maken dat de formele wetgever op veel gebieden er
niet toe kan komen alles uitputend zelf te regelen. De nadere uitwerking van regelgeving wordt dan
vaak via delegate en eventueel subdelegate opgedragen aan lagere wetgevers. Door middel van
deze techniek kunnen allerlei nadere regels, van minder fundamenteel belang, op een eenvoudigere
wijze tot stand gebracht. Om de wetgeving zoveel mogelijk coherent, consistent en een geheel te

, laten zijn beschikken vele ministeries over gespecialiseerde afdelingen wetgeving; tevens zijn
algemene beginselen en aanwijzingen voor de wetgeving ontwikkeld die als richtsnoer en leidraad
functoneren.

EU-wetgeving bestaat er in verschillende soorten (art. 288 VWEU)j verordeningen (regulatons),
richtlijnen (directves) en besluiten. Verordeningen hebben een algemene strekking (wetgeving in
materiele zin) en zijn verbindend in al hun onderdelen voor en binnen de lidstatenj zij zijn
rechtstreeks toepasselijk. Een richtlijn is eveneens verbindend voor de lidstaten en schrijf een
lidstaat voor met welk doel men de natonale wetgeving moet aanpassen.
In verordeningen kunnen uitvoerende bevoegdheden worden toegekend aan bijvoorbeeld de
Commissie (art. 291 lid 2 VWEU, waar staat aangegeven dat uitvoeringsbevoegdheden ook in
specifeke gevallen aan de Raad kunnen worden toegekend) of de agentschappen. Nadere
wetgevende bevoegdheden als bedoeld in art. 288 VWEU kunnen niet worden overgedragen. Dat wil
zeggen de in art. 289 VWEU genoemde wetgevingsprocedures zijn niet van toepassing op
gedelegeerde wetgeving. Indien aan de Commissie de bevoegdheid wordt toegekend tot het stellen
van nadere regels, dan heten die ‘formeel’ niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking (art.
290 lid 1 VWEU). Deze bevoegdheid mag slechts worden overgedragen ter aanvulling of wijziging van
wetgeving, en zij mogen niet essentile onderdelen betrefen. Bij die delegate moeten wel de
doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de bevoegdheidsdelegate worden
afgebakend. Ingevolge art. 291 lid 1 VWEU dienen de lidstaten Unie wetgeving uit te voeren en
daartoe de noodzakelijke maatregelen van intern recht te nemen.

10. De uitvoerende macht
In de Nederlandse grondwet komt de uitvoerende macht twee keer naar vorenj in hoofdstuk 2j ‘De
regering’ en hoofdstuk 5j ‘Wetgeving en bestuur’. De regering bestaat uit de koning en de ministers.
Hoofdstuk 5 bevat enkele taken die aan de uitvoerende macht zijn opgedragen. Regeringstaken zijn
ook terug te vinden in hoofdstuk 1 van de Grondwet. Dit betekent echter niet dat de regering aan
genoemde bepalingen zelfstandige regelgevende dan wel besluitbevoegdheden kan ontlenen. In die
zin ontbreekt een algemene grondwetelijke uitvoerende bevoegdheidsgrondslag; de executeve
dient voor regelgevende en beschikkingsbevoegdheden zich steeds te kunnen baseren op een
formeel wetelijke grondslag. Als uitvoerende macht kan de regering betteld wordenj de regering is,
aldus art. 41 lid 1 Grondwetj Koning en ministers. Daarbij geldt wel de regel van het tweede lidj
§ 2. Koning en ministers
“Artkel 42
1 De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers.
2 De Koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk.”
De gezamenlijke ministers en staatssecretarissen worden wel aangeduid met de niet grondwetelijke
termj kabinet. De grondwet noemt wel de minsterraad als orgaan, voorgezeten door de minister-
president, dat beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en dat de eenheid van dat
beleid bevordert. Besluiten (als bedoelde in de Awb) worden door de regering (of een minister)
genomenj regeringsbesluiten hetenj koninklijke besluiten, dat wil zeggen besluiten die ondertekend
worden door Koning en verantwoordelijke minister (-president) of staatssecretaris. Uitvoering vindt
ook plaats door zelfstandige bestuursorganen en (andere) toezichthouders. Uitvoering kan ook
worden verhuld in de vorm van staatsdeelnemingen (Schiphol, NS). Op EU-niveau is de commissie als
de meest executeve te beschouwenj ingevolge art. 17 VEU zal de Commissie toezien op de
toepassing van verdragen, en op de naleving door de lidstaten van het EU-recht; ook ziet de

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LisajUM. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.94. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$13.94  1x  sold
  • (2)
  Add to cart