100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Verbintenissenrecht II K3 $5.38   Add to cart

Summary

Samenvatting Verbintenissenrecht II K3

1 review
 61 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitgebreide samenvatting van de stof van het vak Verbintenissenrecht II uit de K3.

Preview 2 out of 33  pages

  • February 4, 2019
  • 33
  • 2017/2018
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: aidanabiloe • 4 year ago

avatar-seller
Week 1+2 Verbintenissenrecht II
Literatuur: H21 tot 21.3 en H24

Hoofdstuk 21: Verbintenissen uit de wet I: onrechtmatie daad, kwalitateee aanssrakeliikheid

Paragraaf 21.1: Algemeen
Bij ‘verbintenissen uit de wet’ ontstaan verbintenissen van rechtswege zodra aan een in de wet
omschreven feitencomplex is voldaan. Van het vrijwillig op zich nemen van de verbintenis zoals bij een
obligatoir overeenkomst is geen sprake. Het normale uitgangspunt is dat voor het ontstaan van een
verbintenis scheppende overeenkomst een wilstemming van partjen nodig is. Bij verbintenissen uit de wet
is de wil van partjen irrelevant.

Probleemverkenning
Krachtens art. 6:1 BW ontstaan verbintenissen enkel voor zover dit uit de wet voortvloeit. Bijv. bij
wanprestate. Soorten aansprakelijkheid:
- Contractuele aansprakelijkheid : Aansprakelijkheid o.g.v. het niet nakomen van een overeenkomst
- Buitencontractuele aansprakelijkheid: zonder contractuele band iemand aansprakelijk stellen. De
belangrijkste bron voor deze aansprakelijkheid is de onrechtmatge daad, wanneer iemand schade
heef gelegen door een or van een ander dan is die ander o.g.v. art. 6:162 verplicht tot vergoeding
van die schade.
- Kwalitateve aansprakelijkheid: aansprakelijkheid voor de schade veroorzaakt door een or van een
ander tot wie men in een bepaalde relate staat of door zaken waarvan men beziter of gebruiker is.

Paragraaf 21.2: Aansprakelijkheid op grond van eigen onrechtmatge daad

Paragraaf 21.2.1: Vereisten voor de aansprakelijkheid op grond van onrechtmatge daad
Voor het ontstaan van een verbintenis tot vergoeding uit onrechtmatge daad, is vereist (art. 6:162 BW):
- Een onrechtmatge daad
- Tegenover de benadeelde (relatviteit)
- Toerekenbaarheid daarvan aan de dader
- Schade
- Causaal (oorzakelijk) verband tussen de daad en de schade

Paragraaf 21.2.2: Onrechtmatge daad
De gedraging dient onrechtmatg te zijn, anders is er geen plicht tot schadevergoeding. Lid 2 bepaalt
wanneer een gedraging als ‘onrechtmatg’ is te kwalifceren, categorieën:
- Inbreuk op een (subjectef) recht:
Het gaat hierbij om inbreuken op persoonlijkheidsrechten (bijv. lichamelijke integriteit en recht op
vrijheid) en absolute vermogensrechten (bijv. eigendom, auteursrecht, octrooirecht). Niet iedere
gedraging waarbij een subjectef recht in het gedrang komt, is als inbreuk aan te merken. Dit is wel
het geval als het gaat om een directe, rechtstreekse of opzetelijke schending van het recht.
- Een doen of nalaten in strijd met de wetelijke plicht:
Dit is niet beperkt tot de formele wet. Wet betekent hier ieder algemeen verbindend voorschrif
dat bindt doordat het is vastgesteld door de algemene Nederlandse wetgever of een ander daartoe
bevoegd Nederlands overheidsorgaan. Maar niet elke gedraging in strijd met een wetelijke plicht
levert plicht tot schadevergoeding op grond van or op. Zolang ten gevolge van dit gedrag aan
niemand anders schade wordt toegebracht, blijf het bij het strafrecht en wordt het terrein van het
burgerlijk recht niet betreden (voorbeeld stoplicht).
- Een doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk
verkeer betaamt:
Het is in de praktjk de meest voorkomende. Het gaat uit van de gedachte van de mens. Het
criterium maakt de regeling van de or in zekere mate tot een open systeem. Het biedt de rechter
de mogelijkheid om gedrag in een concreet geval te toetsen aan allerlei betamelijkheidsregels die,

, hoewel niet uitdrukkelijk in de wet geformuleerd, in het maatschappelijk verkeer volgens het
ongeschreven recht gelden. 2 categorieën:
o Regels die verbieden een ander bloot te stellen aan gevaren waarop deze niet bedacht
hoef te zijn: gevaarzetngg verkeers en veiligheidsnormen:
Van gevaarzetng is sprake wanneer iemand een gevaarlijke situate in het leven roept of
laat bestaan waardoor schade dreigt voor personen of zaken. Dit kan aansprakelijkheid met
zich mee brengen wanneer het gevaar zich realiseert, in het bijzonder wanneer de
betreffende persoon geen adequate maatregelen heef getroffen om dat te voorkomen.
Bijv. kelderluik, jetblast, natronloog. Om te bepalen of gevaarzetend is gehandeld moet
gekeken worden naar het concrete geval. Wel zijn er een aantal vuistregels die in een
concreet geval kunnen helpen bij de beoordeling van de vraag of al dan niet in
overeenstemming met de maatschappelijk in acht te nemen zorgvuldigheid is gehandeld.
Strijd zal eerder worden aangenomen indien (kelderluik criteria):
 Hoe waarschijnlijk kan de niet inachtneming van de vereist opletendheid en
voorzichtgheid worden geacht? (i.c. hoe waarschijnlijk is het dat iemand het
kelderluik over het hoofd ziet?):
 Hoe groot is de kans dat daaruit ongevallen bestaan? (i.c. hoe groot is de kans dat
iemand die het geopende kelderluik over het hoofd ziet, ook werkelijk in de kelder
valt en letsel oploopt?)
 Hoe ernstg kunnen de gevolgen zijn? (i.c. hoe ernstg kan het letsel zijn ten gevolge
van een val in de kelder?)
 Hoe bezwaarlijk zijn de te nemen veiligheidsmaatregelen? (i.c. hoeveel werk of
kosten zijn er gemoeid met het sluiten van het luik of het aanbrengen van een
beveiliging, bijv. door er iets voor te zeten?)
Toch is niet elke mogelijkheid van een ongeval dat aan een bepaald gedrag inherent is
onrechtmatg. Een zodanig gevaar scheppend gedrag is slechts onrechtmatg indien de
mate van waarschijnlijkheid van een ongeval (oplopen letsel door ander) als gevolg van het
gedrag zo groot is, dat de dader zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag
had moeten onthouden (HR zwiepende tak).
Bij de vraag welke zorgvuldigheid is vereist, speelt de context waarin de handeling zich
afspeelt een belangrijke rol.
 Bijv. HR tennisbal. Binnen sport en spelsituates geldt een verhoogde drempel voor
aansprakelijkheidg deelnemers aan die sport/spel mogen namelijk tot op zekere
hoogte, slecht gecoördineerde, verkeerd getmede of onvoldoende doordachte
handelingen of gedragingen waartoe de actviteit uitlokt of die daarin besloten
liggen van elkaar verwachten.
 Ook bij alledaagse gedragingen in de privésfeer is terughoudendheid van de
kwalifcate onrechtmatg. Aangezien we ons als gewone mensen moeten kunnen
gedragen en ook bij normaal gedrag altjd een risico is op schade. HR Zeulende
zusjes.
o Regels die verbieden, bij het behartgen van eigen belangen, de vermogensbelangen van
anderen in ernstge mate te schaden: normen ter bescherming van zuivere
vermogensschade:
Deze categorie bestaat uit regels die verbieden bij het behartgen van eigen belangen de
vermogensbelangen van anderen in ernstge mate te schaden (voorbeeld omkopen
werknemer concurrent).

Onderlinge verhouding onrechtmatgheidscriteria
Bij de eerste 2 categorieën is eigenlijk ook altjd strijd met maatschappelijk verkeer. Toch zijn deze
categorieën er omdat degene die onrechtmatgheid in de zin van or moet bewijzen makkelijker kan
bewijzen dat de ander een inbreuk op een hem toekomend recht heef gemaakt hetzij in strijd met
wetelijke verplichtng heef gehandeld, dan wanneer hij stelt dat de ander maatschappelijk onzorgvuldig
heef gehandeld.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RechtenstudentJHSRU. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.38
  • (1)
  Add to cart