100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Locomotie practica 1-7 ( extra: DHV3 PR02 orthopedie duif) $7.76
Add to cart

Summary

Samenvatting Locomotie practica 1-7 ( extra: DHV3 PR02 orthopedie duif)

17 reviews
 368 views  32 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de practica (incl. dissectiepractica voor de responsietoets) van het derdejaars vak Locomotie in de bachelor Diergeneeskunde. Extra ook nog DHV3 practicum 2 orthopedie duif. Ook verkrijgbaar in bundel! Inhoud: - Practicum 1: Verbandleer - Practicum 2: Aanhechting, innervatie en ...

[Show more]

Preview 8 out of 74  pages

  • February 5, 2019
  • 74
  • 2018/2019
  • Summary

17  reviews

review-writer-avatar

By: ejlandstra • 1 month ago

review-writer-avatar

By: sterrevandervliet • 2 year ago

review-writer-avatar

By: gerbrich_gerda • 3 year ago

review-writer-avatar

By: lisa281099 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: daphnevanhekken • 3 year ago

review-writer-avatar

By: janseannemarie • 4 year ago

review-writer-avatar

By: oliviavillarroya • 4 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Samenvatting PR Locomotie Iris Schoonderwaldt



Practicum 1: Verbandleer

Deel A: Gezelschapsdieren
Elastisch gepolsterd ondervoetverband tot en met de carpus/tarsus
Het elastische gepolsterd ondervoetverband tot en met de carpus wordt gebruikt bij trauma ter
hoogte van de ondervoet of zoolkussentjes, als postoperatief verband na amputatie van een teen of
na het verwijderen/afscheuren van een nagel, en ter preventie van likken aan de ondervoet.

Uitvoering
Het verband wordt aangelegd door eerst en vooral tussen de tenen en de zoolkussentjes(!)
polstering aan de te brengen door middel van verbandgaasjes of katoenen watten. Dit is belangrijk
om smetting te voorkomen tussen de teentjes t.g.v. zweten. Vervolgens wordt er polstering
aangebracht waarbij gelet wordt dat de polstering dik genoeg is en tot boven de carpus/tarsus reikt.
Het is uiterste belangrijk dat botuitsteeksel (bijv. os accesorium en achillespeesaanhechting op tuber
calcanei) niet meer te voelen zijn na aanleggen van polstering, dit om schuurletsels en drukletsels te
voorkomen. Vervolgens kan het verband gefixeerd worden met katoenen gaasjes of elastische
verband (vetrap), waarbij de druk wordt opgebouwd van distaal naar proximaal.

Elastisch gepolsterd achterpootverband tot en met de knie
Het elastische gepolsterd achterpootverband tot en met de knie wordt voornamelijk gebruikt ter
preventie van postoperatieve zwelling na bijv. knie chirurgie (voorste kruisband ruptuur of meniscus
laesie). Het kan ook ingesteld worden ter preventie van perifeer oedeem.

Uitvoering
Het verband wordt aangelegd door eerst en vooral tussen de tenen en de zoolkussentjes polstering
aan te brengen. Vervolgens wordt er polstering aangelegd tot proximaal van het kniegewricht.
Vervolgens kan het verband gefixeerd worden door middel van elastisch verbandmateriaal (vetrap).
Bij aanleggen van dit verbandmateriaal dient gelet te worden op de spanning, deze dient distaal
groter te zijn dan proximaal. Over het algemeen dient een verband aan de linker achterpoot gestart
te worden met windingen met de klok mee. Bij een rechter achterpoot dient u te starten tegen de
klok in. Dit zal nader uitgelegd worden tijdens het practicum.

Staartverband
Het staartverband wordt aangelegd bij algemene verwondingen, staartpuntwondjes t.g.v. kwispelen,
partiele staartamputatie en operatieve ingrepen zoals huidtumor resecties.

Uitvoering
Om afglijden te voorkomen dient een hechtpleister (leukoplast) half dubbel gevouwen, losjes en
spiraalvormig rond de staart aangebracht te worden. Losjes aanbrengen is belangrijk om afsnoeren
te voorkomen. Ter hoogte van de staartpunt wordt absorberend verband aangebracht. Vervolgens
kan polstering van perifeer naar de staarbasis toe aangebracht worden, spanning dient af te nemen
van distaal naar proximaal. Fixatie dient te gebeuren d.m.v. elastisch verbandwindsel.

Schoudersteunverband (met spalk)
Het schoudersteunverband zonder spalk wordt over het algemeen aangelegd bij thoraxtrauma met
open wonden of als wondbescherming na chirurgie. Soms kan het ook aangelegd worden bij katten,
ter preventie van het afhalen van het voorpootverband. Incorporatie van een spalk dient te gebeuren
bij tijdelijke fixatie van fracturen van de scapula/elleboog/humerus, permanente fixatie van scapula
fracturen en stabilisatie na reductie van een elleboogluxatie.


1

,Samenvatting PR Locomotie Iris Schoonderwaldt


Uitvoering
De hond wordt in zijligging op de tafel gelegd. Het verband wordt aangelegd door eerst en vooral
polstering aan te brengen tussen de tenen en zoolkussentjes. De polstering wordt aangelegd van
distaal tot proximaal van de elleboog. Vervolgens dient een brede rol met polstering van distaal naar
proximaal aangebracht te worden op de poot en aan de rugzijde van de hond op de tafel gelegd. Om
deze brede polstering vast te zetten dient deze terug met een smalle rol polstering gefixeerd te
worden tot aan de elleboog van distaal naar proximaal. Vervolgens ga je verder met de brede rol die
je d.m.v. onderstaande stappen kan aanbrengen:
• Onder de patiënt door rond de thorax en komt caudaal van de poot weer naar boven
• Terug naar cranio-proximaal gekruist over het schouderblad/schoudergewricht
• Onder de patiënt door rond de hals en komt craniaal van de poot weer naar boven
• Terug naar caudaal gekruist over het schouderblad
• Via de axilla van caudaal naar craniaal om terug craniaal van de poot uit te komen
• Dan terug naar proximaal over het schouderblad naar de rug toe (de uitgangspositie)

Deze stappen kunnen enkele malen herhaald worden totdat er voldoende polstering is
aangebracht. De polstering dient gefixeerd te worden met elastische verbandwindsel (vetrap) van
distaal naar proximaal en wordt op gelijke wijze als de polstering aangebracht.
Indien een spalk aangebracht wordt dient deze te reiken van de teentjes tot de dorsale rand
van het schouderblad.
Bij het aanbrengen van dit verband +/- spalk dient de schoudergordel hierbij goed naar voren
gestrekt te zijn, zodat antebrachium, humerus en scapula op één lijn liggen. Het spalkverband kan
dan terug gefixeerd worden met elastische verbandwissels volgens de eerder gegeven methode.
Extra versteviging kan verkregen worden d.m.v. brede leukoplast stroken in de lengte as van de
voorpoot van tenen tot aan de dorsale rand scapula.

Complicaties
• Huidirritatie
• Infectie
• Drukwonden
• Circulatiestoornis met als gevolg afsterven van delen van de poot

Preventie van complicaties
• Verband dient droog en schoon te blijven
o Onmiddellijk vervangen bij nat worden
o Bij uitlaten gedurende max. 30 minuten een plastic zakje/schoentje
o Binnenshuis houden van de dieren (geldt m.n. voor katten)
• 2 keer per dag verbandcontrole door de eigenaar
o Teentjes vergelijken
o Geur
o Afzakken
o Beschadiging t.g.v. automutilatie
o Randen van verband tegen de huid i.v.m. wrijving/irritatie
• Controle door dierenarts
o Sterk afhankelijk van verband indicatie en soort verband
o Bij spalk altijd controle op eerste/tweede dag na aanleg en daarna wekelijks
o Bij open wonden dagelijkse verbandwissel
• Bij drukverbanden telefonische controle door dierenarts/assistent




2

,Samenvatting PR Locomotie Iris Schoonderwaldt


Deel B: Paard
Het hoefverband
Je begint met opvulling van de zoolvlakte. Vervolgens wordt er
polstering tot op de kogel aangebracht, van voor naar achteren. Het
is belangrijk dat er voldoende polstering op de zoolvlakte aanwezig
is. Vervolgens wordt er een elastisch verband aangebracht, waarbij
de kootholte gebruikt wordt als ankerpunt. Er worden kruislingse
slagen over de zoolvlakte aangebracht, waarbij uiteindelijk de
gehele zoolvlakte bedekt moet zijn. Om extra druk t.h.v. de
zoolvlakte aan te brengen kunnen halve slagen in het verband
worden aangebracht (zie afbeelding).

Tarsaal verband in het achterbeen
Dit verband begint net boven de kogel en eindigt net onder of op de knie. Je begint met een laag
polstering, welke van achter naar voren en van onder naar boven aangebracht, waarbij je telkens een
handbreedte naar boven gaat. De polstering moet egaal verdeeld zijn over de gehele lengte van het
been. T.h.v. de achillespees moet extra polstering worden aangebracht om drukletsel te voorkomen.
Hierna kan elastisch verband van onder naar boven worden aangebracht, waarbij telkens een halve
breedte van het verband wordt overlapt. Vanaf de onderkant van de tarsus ga je met het verband
kruislingse slagen maken (zie afbeelding) : schuin over de voorvlakte van
de tarsus omhoog, één circulaire slag boven de tarsus, schuin over de
voorvlakte van de tarsus omlaag, een halve circulaire slag achter het
pijpbeen, en dan terug over de tarsus (iets hoger dan de vorige laag). Dit
herhaal je 2-3 keer. Vanaf de onderkant van de tarsus gaat het verband
dan circulair naar boven, waarbij steeds een handbreedte of minder wordt
opgeschoven. Dit doe je tot net onder de knie, maar er moet altijd een
stukje polstering boven het verband blijven uitsteken.
Ter bescherming tegen vocht en afzakken kan nog een extra circulaire laag
vetrap of elastisch kleefverband worden aangebracht. Ook kan er nog een
strook tape aan de achterkant worden aangebracht, ter voorkoming van
scheuren en afzakken van het verband.

Lower distal limb verband in het voor- of achterbeen
Dit verband begint net onder de hoefballen en eindigt net onder of op de carpus/tarsus. Als er sprake
is van een per primam of secundam helende wond, wordt er eerst een gaasje of wonddressing
aangebracht welke gefixeerd wordt met een gaasverband. Deze mag niet te strak rondom het been
worden aangelegd.
Hierna wordt er een laag polstering aangebracht, welke van achter naar voren en van onder (zo laag
mogelijk) naar boven wordt afgedraaid, waarbij telkens een handbreedte wordt opgeschoven. Aan
de bovenkant wordt extra polstering aangebracht om het verband zo egaal mogelijk te maken. In de
kootholte wordt ter opvulling ook extra polstering aangebracht.
Het elastisch verband begint zo laag mogelijk, onder de hoefballen. Om het verband zo strak mogelijk
vast te zetten kunnen 2-3 circulaire lagen worden aangebracht. Hierna kan het verband naar boven
worden afgewikkeld, waarbij steeds 1-2 centimeter wordt opgeschoven tot aan de kogel. Vanaf de
kogel mag een halve verbandbreedte worden aangehouden. Dit doe je tot net onder de
carpus/tarsus, waarbij nog een laag polstering uit blijft steken.
Het verband kan worden afgemaakt met nog een extra laag vetrap en tape. Deze draai je eerst af
voordat je de slag maakt, om afsnoering van de circulatie te voorkomen. Ter bescherming tegen
vocht en afzakken kan aan de bovenkant nog een laag kleefverband worden aangebracht (deels op
de huid). Aan de onderkant kan je hetzelfde doen.


3

,Samenvatting PR Locomotie Iris Schoonderwaldt


Carpaal verband bij het voorbeen
Dit verband begint net boven de kogel en eindigt net onder of op de elleboog. De polstering wordt
van voor naar achter en van onder naar boven afgedraaid, waarbij telkens een handbreedte wordt
opgeschoven. De polstering moet egaal verdeeld worden. Ter hoogte van het os carpi accessorium
(haakbeentje) is het belangrijk extra polstering aan te brengen om drukletsel te voorkomen.
Hierna wordt elastisch verband aangebracht, waarbij telkens de halve verbandbreedte wordt
opgeschoven. Vanaf de onderkant van de carpus ga je kruislingse slagen maken (zie voor de techniek
tarsaal verband in het achterbeen). Dit doe je 2-3 keer. Hierna ga je vanaf de onderkant van de
carpus circulair naar boven, waarbij telkens een handbreedte of minder wordt opgeschoven. Dit doe
je tot net onder de elleboog, maar er moet altijd een stukje polstering boven het verband blijven
uitsteken.
Ook hier kan er weer ter bescherming tegen vocht en afzakken een extra laag vetrap met boven en
onder een laag tape worden aangebracht.




4

,Samenvatting PR Locomotie Iris Schoonderwaldt


Practicum 2: Aanhechting, innervatie en vascularisatie voorpoot
Zelfstudie
Terminologie beweging
• Protractie: verlenging, poot naar voren
• Retractie: terugtrekken, poot naar achteren
• Flexie: buigen
• Extensie: strekken
• Abductie: zijwaartse beweging van het lichaam af
• Adductie: zijwaartse beweging naar het lichaam toe
• Rotatie: draaien
• Supinatie: naar buiten draaien van de poot om zijn as
• Pronatie: naar binnen draaien van de poot om zijn as

A. Synsarcosis
De voorpoot zit aan de romp bevestigt d.m.v. spieren, zogenaamde girdle muscles. Deze verbinding
heet synsarcosis.




De extrinsieke musculatuur wordt onderscheiden in een oppervlakkige en diepe laag. Deze spieren
maken elk verschillende bewegingen mogelijk:
• Oppervlakkige laag:
o Latissimus dorsi:
▪ Origo: thoracolumbale fascia
▪ Insertie: teres tuberosity van de humerus
▪ Functie: retractie van de voorpoot
o Trapezius:
▪ Origo: 2e cervicale tot de 9e thoracale wervel
▪ Insertie: spina scapulae
▪ Functie: protractie van de voorpoot, fixatie van de schouder



5

,Samenvatting PR Locomotie Iris Schoonderwaldt


o Brachiocephalicus:
▪ Origo: de nek
▪ Insertie: humerus
▪ Functie: protractie van de voorpoot
o Oppervlakkige pectoraalspieren
▪ Origo: craniale deel van sternum
▪ Insertie: humerus
▪ Functie: adductie van de voorpoot
o Omotransversarius:
▪ Origo: atlasvleugel of processus transversus van de 2e cervicale wervel
▪ Insertie: acromion (benig uitsteeksel) van de scapula
▪ Functie: protractie van de voorpoot

• Diepe laag:
o Rhomboideus
▪ Origin: diepe bindweefsel van de nek/schoft
▪ Insertie: dorsale rand van het mediale oppervlak van de scapula
▪ Functie: retractie van de voorpoot, fixatie van de scapula tegen de romp
o Pectoralis profundus:
▪ Origin: ventrale deel van het sternum
▪ Insertie: supraspinatus en humerus
▪ Functie: retractie van de voorpoot, extensie van de schouder
o Serratus ventralis
▪ Origin: 4e cervicale wervel tot de 10e rib
▪ Insertie: mediale deel van de scapula
▪ Functie: zowel protractie (caudale deel) als retractie (cervicale deel)

De meest caudale spier op de romp die zichtbaar is, is de m. latissimus dorsi. Deze spier is zeer breed
en insereert op de humerus. Let op: over deze spier loopt de m. cutaneus trunci, een huidspier die
dezelfde vezelrichting heeft en in sommige diersoorten dikker kan zijn dan bij anderen. Je moet deze
dus verwijderen om de m. latissimus dorsi te identificeren!




Craniaal van en voor een deel over de m. latissimus dorsi bevindt zich de m. trapezius (zie volgende
bladzijde). Deze spier bestaat uit twee delen, pars cervicalis en pars thoracalis, die respectievelijk
vanaf de craniale en caudale rug komen. Zij insereren beiden op de spina scapulae en vormen met
hun spiervezels een brede driehoek over de scapula. Deze spier heeft bij het konijn ook een
verbinding met de m. omotransversarius.




6

,Samenvatting PR Locomotie Iris Schoonderwaldt




Craniaal van de m. trapezius ligt de m. brachiocephalicus, die van schedel tot laterale humerus
loopt. Deze spier bestaat uit twee delen: de clavicula verdeelt deze spier craniaal van het
schoudergewricht in m. cleidocephalicus (die in het konijn uit twee buiken bestaat), en m.
cleidobrachialis.




Wanneer je het konijn op de rug draait krijg je zicht op de borstspieren, die een “hangmat” vormen
waar de romp in hangt.
De meest oppervlakkige, craniale borstspier is de m. pectoralis superficialis, die ontspringt van het
sternum. Deze spier bestaat uit twee buiken: craniaal de descendens (links) en caudaal de
transversus (midden). De naam wordt bepaald op basis van het vezelverloop vanaf de oorsprong (het
sternum).
Als je de ventrale aanhechting van deze spier losprepareert worden de m. subclavius en de m.
pectoralis profundus/ascendens zichtbaar.




Craniaal is de m. subclavius, een spier die in het konijn, paard en herkauwers tussen sternum en
scapula loopt, terwijl caudaal de m. pectoralis profundus/ascendens loopt, die in elke diersoort te
vinden is. De m. subclavius ontspringt uit het sternum, loopt vervolgens voor de scapula langs, en
hecht dan aan op de spina scapulae. Bij het konijn ligt deze spier onder de m. trapezius en deels over
de m. supraspinatus.

7

, Samenvatting PR Locomotie Iris Schoonderwaldt


Om zicht te krijgen op de diepere spierlaag moet het
konijn weer op de zij worden gelegd, en de dorsale
aanhechting van de m. trapezius verwijderd worden.
Onder de m. trapezius wordt de m. rhomboideus
zichtbaar, welke aanhecht op de mediale zijde van de
scapula. Deze spier heeft twee buiken die van de
wervelkolom tot de scapula lopen.

Verwijder de craniale aanhechting van de m.
brachiocephalicus om goed zicht te kunnen krijgen op
de m. omotransversarius. Deze spier loopt van de
eerste wervels tot de spina scapulae.




Na abductie van de voorpoot zal onder de m. latissimus dorsi de waaiervormige m. serratus ventralis
zichtbaar worden, tussen ribben en scapula.




Sleutelbeen
Bij de meeste primaten (ook de mens) zijn de voorste ledematen aan de romp bevestigd via het
sleutelbeen. Bij de meeste veterinair relevante diersoorten mist dit botdeel, waardoor de scapula vrij
kan bewegen en bij kan dragen aan de lengte van de voorpoot. Bij enkele veterinair relevante
diersoorten (kat en konijn) is er op deze plek nog een restant van dit onderdeel terug te vinden.

B. Intrinsieke spieren
De intrinsieke musculatuur bestaat uit verschillende spieren met verschillende werking op het
elleboog- en schoudergewricht:
• M. subscapularis:
o Origo: scapula
o Insertie: mediale humerus
o Functie: stabilisatie (fungeert als actieve collateraalband), extensie of flexie van de
schouder

8

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisschoonderwaldt. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.76  32x  sold
  • (17)
Add to cart
Added